Leesfragment: De debutanten van dit najaar

| |

Wie zijn de debutanten van dit najaar? De verwachtingen zijn hoog, de recensies zijn schaars. Athenaeum Boekhandel zette de Nederlandse debuutromans en -verhalenbundels van dit najaar op een rijtje en verzamelde eerste zinnen. Ook brengen we, in samenwerking met Recensieweb, een deel van het interview van Karlijn de Winter met Maartje Wortel.

 

Verschijnen en verdwijnen: interview met Maartje Wortel

Karlijn de Winter sprak een van de geprezen debutanten van dit najaar, Maartje Wortel, voor Recensieweb. We mogen enkele alinea's uit het interview publiceren. Zie voor meer Recensieweb.nl.

In het verhaal ‘De schrijver’ uit Wortels bundel spreekt een schrijver die, na vijftien romans te hebben gepubliceerd, besluit eens over zichzelf te schrijven, om als het ware zichzelf weer tevoorschijn te toveren en van de fictie weer naar de feiten uit zijn eigen leven terug te keren. Dat blijkt echter lastig, want hij begint vanzelf toch weer passages te verzinnen.

Voelt schrijven voor haar ook als een strijd tussen verschijnen en verdwijnen? ‘Het heeft veel met mij te maken inderdaad, maar ook met hoe ik tegen andere schrijvers aan kijk. Het gaat om de vraag wat je verzint en wat echt is, en of het leven op straat überhaupt iets verschilt van het leven in je hoofd. Wat ik in mijn hoofd heb is hoe ik de wereld zie, maar zo is de wereld misschien helemaal niet. Je benoemt dingen die in het echt toch anders kunnen zijn. Als je schrijft vind je jezelf, maar je raakt jezelf ook kwijt. En daarnaast is het ook een spel waarin je jezelf toont aan jezelf en aan de lezer, terwijl je er tegelijk niet bent.’

Om de uitleg concreter te maken verwijst Wortel naar haar verhaal ‘Love is a horse with one leg’, waarin een getrouwde man een avond doorbrengt met een andere vrouw, maar er ondanks zijn verliefdheid toch niet in slaagt in te gaan op haar avances. ‘Op een bepaalde manier gaat dat verhaal over mezelf, maar ik ben het helemaal niet. Dat is heel raar. Door te schrijven leer ik juist dingen over mezelf, leer ik in het echte leven de dingen beter te bekijken. Het gaat op die manier altijd over mezelf, en tegelijk nooit.’

Verhalen die leven

Die strijd tussen verschijnen en verdwijnen, de spanning tusssen privésfeer en buitenwereld, keert in veel van haar verhalen als belangrijk thema terug. Toch heeft ze die thematiek er niet bewust in gelegd. ‘Achteraf zag ik het pas, en toen schrok ik er zelf van. Het komt waarschijnlijk doordat ik er veel mee bezig ben, obsessief haast. Bij het betreden van een ruimte vraag ik me bijvoorbeeld af in hoeverre die nou van iemand is of niet. Op dezelfde manier denk ik ook veel aan het idee van schijnveiligheid.’ Die thematiek sluipt dus vanzelf in haar verhalen. ‘Sowieso beginnen mijn verhalen niet vanuit een bewuste gedachte. Er is eerst een beeld, en dat laat ik dan verder leven.’

Soms is het alsof die beelden, het verhaal en de personages met haar aan de haal gaan. ‘Als ik schrijf vertellen de mensen aan mij wat ze willen doen. In het verhaal ‘Boarden’ had ik bijvoorbeeld de hoofdpersoon, een jongetje dat van zijn stiefvader een skateboard krijgt, eerst heel andere dingen laten zeggen, die veel beter klonken. Maar toen ik dat verhaal herlas zei dat jongetje tegen mij “dit ben ik niet, zo praat ik helemaal niet”, en toen heb ik het moeten veranderen. Nu zijn de woorden minder mooi, maar kloppen ze beter.’

Wortel schrapt en herwerkt achteraf veel. ‘Er moet wel iets in de verhalen zitten, ik vind het belangrijk om dat goed voor mezelf te weten. Ik schrijf niet zomaar een leuk verhaaltje van a tot z, ik moet tot in alle vezels weten wat ik ermee bedoel.’ Als ze zelf niet weet wat ze te zeggen heeft, zou ze ook niet de kritiek kunnen opvangen dat er zogezegd niets in zit. ‘De verhalen moeten in ieder geval iets bij de lezer teweegbrengen, al is het irritatie omdat ze er geen grip op hebben. Ik wil in het hoofd van mensen “prikken”, zodat ze er iets mee gaan doen.’

Iedereen blijkt heel verschillend tegen de verhalen aan te kijken. ‘Dat vind ik heel fascinerend. Tijdens het schrijven merk je dat veel minder. Dan denk je dat je opschrijft wat je bedoelt en dat iedereen het zo wel begrijpt. Het is een heel groot compliment als mensen zeggen dat ze na een verhaal te hebben uitgelezen, het weer opnieuw willen lezen Er zitten veel meer lagen in mijn verhalen dan je in eerste instantie misschien leest. Dat is het mooie, dat er iedere keer weer iets anders is.’

De debutanten

Op de debutantentafel de debuten vanaf augustus, eerste zinnen en links [update 2022: bijna alle links lopen inmiddels dood - maar veel oeuvres zijn wel gegroeid!].


Jet Berkhout, De thuishulp

'Ik twijfel welk ook ik moet aankijken. Het linker loenst langs me heen, het rechter staart naar de grond.'

Hanna Bervoets, Of Hoe Waarom

'Ken je dat filmpje van die baby en die slagroomtaart?
Nee?
Het gaat zo:
Een baby zit in een kinderstoel en lacht naar de camera. Voor hem staat een taart met een kaars. De baby prikt met z’n middelvinger in de slagroomlaag: z’n romper vat vlam. De camera schokt maar het beeld blijft scherp en het kind wappert met z’n vlammende arm.'
Er is een website, met filmpjes en inkijkjes: hannabervoets.nl.

Bas van den Bosch, Septemberlicht

'"Misschien is het de klank van haar naam," zei Sofie, "Anna Maria Stip klinkt mooi: eerst dat gedragen Anna Maria en dan ineens dat vrolijke Stip. Waarschijnlijk heb je de naam ooit opgeslagen en komt die klank er nu zomaar weer uit."'


Catherine ten Bruggencate, Zomertijd Wintertijd

'Op een druilerige namiddag in de tweede helft van november was Julia Voorschot op weg naar het afgelegen huis dat ze een paar maanden eerder had betrokken, toen de gestalte van een onbekende vrouw voor haar opdoemde die haar handen met gespreide vingers door de lucht bewoog om Julia te waarschuwen of tot stilstand te brengen.'

Debuut van de Nederlandse actrice (1955).

Dieter Ceustermans, Vluchtmisdrijf

'Ik haat mezelf. Hij hoort het zichzelf denken, zoals hij wel vaker na een onbepaalde periode van halfbewuste, vage gedachten opeens een duidelijke, niet mis te verstane boodschap in zijn hoofd kon horen weerklinken, maar de woorden hadden niet het gewenste effect.'

Debuut van de voormalig eindredacteur van Terzake (VRT).

Gaby Crince Le Roy, De vrouw die niemand zag

'Een woonerf in een nieuwbouwwijk. Een smal stuk straat uitlopend op een pleintje met parkeervakken en enkele sprietige boompjes in wording. Er staan weinig auto's geparkeerd; de meeste bewoners zijn al met vakantie.'

Debuut van een Amsterdamse rechter.

Tim Foncke, De geachten. Roman in brieven

'Geachte Kim Van Der Weeën,

Dank voor uw brief over pc banking. Het is een korte brief maar er staan vier uitroeptekens in. Roept u het graag uit? Of alleen als het om pc banking gaat?'

Thomas Heerma van Voss, De Allestafel

'Al ruim vijftien minuten houdt Mark Oldings drie paar sokken in zijn handen. Het gaat tussen witte sportsokken, een paar gewone witte sokken en een paar zwarte. Hij moet bekennen dat de zwarte het zachtst aanvoelen, maar bij zwarte sokken voelt hij zich nooit op zijn gemak; onrustig, oncomfortabel.'

Ellen Heijmerikx, Blinde wereld

'Vandaag vervloek ik de Noorse broeders

Volgens man ga ik mank aan twee zijden, sinds ik de Gemeente van de Noorse broeders heb verlaten. Niet lichamelijk. Ze bedoelt: ik zoek zonde en God tegelijk.'

Heijmerikx, die in 2008 de Duizend Woorden Prijs won, heeft een website.

Joost Heldeman, Het geheim van Den Haag

'Alles schrijf ik op. Geen detail zal ik overslaan. Als straks de parlementaire enquëte komt, zullen ze mij niet horen zeggen: "Het spijt me, maar daarvan kan ik mij niets herinneren."'

Philip Huff, Dagen van gras

'Ik heet Ben. Ik ben geboren op een dinsdagmorgen in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle, deze zomer achttien jaar geleden. Ik woog zeven pond en was achtenveertig centimeter lang. Het Sophia Ziekenhuis bestaat nu niet meer: het is afgebroken.'

Huff heeft een website, met muziek, recensies, twitterfeed en lang fragment.

Hilde Keteleer, Puinvrouw in Berlijn

'Hier was niets, maar dan ook niets meer dat haar bond. Ze zei het haast hardop. Ergens vandaan, gedragen door de onzichtbare golven waardoor ook mailberichten tussen heimelijk geliefden de hunkerende harten bereikten, dook een vervolgzin op, uit een liedje van lang geleden.'

Debuut van de vertaalster van onder andere Juli Zeh.

Menno Lievers, De val van Hippocrates

'Aan het wegsterven van de weerklank hoorde ik dat de voortrazende nachttrein de tunnel verliet. Ik opende mijn ogen om te bevestigen wat ik wist. Boven de bollenvelden scheen de maan.'

Lievers is filosoof, redacteur van De Revisor en medewerker van NRC Handelsblad.

Michiel Klein Nulent, De tram van half zeven

'Osman was een vleermuis. Tegen negenen kwam hij naar beneden. Hij knipte de lampen aan, bond zijn schort voor en ging aan de slag. De neonletters osmans avond- en nachtwinkel straalden blauw en violet in de etalageruit.'

Hannah van Munster, De trompetboom

'Het was een zonnige middag in de vroege zomer. Wattige kleine wolkjes dreven langzaam rond in een fletse hemel. Wilgen stonden gebogen over de kreek en van de takken die treurend afhingen naar het water, zag je spathelder elk blaadje in het water weerspiegeld.'

David Pefko, Levi Andreas

'Dat rozerood hier zal me hoe dan ook altijd weer aan Levi Andreas doen denken. Hij kwam onverwachts in mijn leven en verdween net zo onverwachts weer.'

Franca Treur, Dorsvloer vol confetti

''s Winters zijn de zondagen het snelst voorbij. Als de dominee om vier uur de middagdienst afsluit met de zegen voor weer een hele week, vliegen ze alle zeven naar het fietsenhok.'

Janet Luis in NRC Handelsblad: 'Wat valt er verder nog op te merken over zo'n wijs en tegelijk ook vermakelijk boek? Als het niet zo blasfemisch klonk, zou je zeggen dat Gods zegen erop rust.'

David Veldman, Egidius Donker Ra-Ra Boem

'De man zat op de eerste rij. Naast hem zat een meisje van een jaar of vijftien, zestien, vermoedelijk zijn dochter. Het meisje zat verveeld om zich heen te kijken, maar de man ging helemaal op in mijn verhaal.'

Ivo Victoria, Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won

'Het was moeilijk te voorspellen hoe Dries De Smet zou reageren wanneer ik hem zou vertellen dat ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen gewonnen had.

Maar ik moest het doen.'

Victoria heeft een website.

Tina Weemoed, Genade

'Hij zegt dat hij plannen met me heeft.
"Je hebt er zelf om gevraagd."
Dat zegt hij een paar keer, en hij lacht er niet bij. Strikt achteloos zijn veters, trekt zijn shirt weer strak in zijn broek.'

Judith Westerveld, De schoonmaker

'De schoonmakers hebben zijn beeldscherm verschoven. Niet veel, maar ze hebben er wel met hun tengels aan gezeten.'

Maartje Wortel, Dit is jouw huis

'De deurbel gaat. Een fractie van een seconde denkt Marie dat het de bel van de buurman is. Die klinkt als thuis. Snerpend en hard, door muren heen.

Annette Zeelenberg, Stil vertrek

'Het is een kale zondagmiddag. De wolken hangen zo laag boven de stad dat ze al het geluid dempen. In de verte bromt een helikopter. Geen joggers, geen skaters, geen wandelaars. De straten zijn leeg.'

pro-mbooks1 : athenaeum