Leesfragment: De Parelduiker 2009-4

01 december 2009 , door Ben ten Holter
| | | |

Morgen verschijnt het nieuwe nummer van De Parelduiker (2009-4). Vannacht kunt u al een voorproefje lezen uit Ben ten Holters stuk over Carmiggelt en zijn dubbelganger, en een exemplaar reserveren.

 

Inhoud

'Ik die maandenlang Villon ben gewéést!' Ernst van Altena: tussen fantasie en werkelijkheid (Rob van Altena)
Tramconducteur met een literaire missie: leven, streven en straf van Mau Marssen (Marco Daane)
Telefoon voor Carmiggelt: Simon Carmiggelt en de pr van Elsevier (Ben ten Holter)
De fotograaf Sanne Sannes en Hugo Claus (Cécile van der Harten)
Jan 'Tsjip' Maniewski herinnert zich zijn tante Ida De Ridder, Elsschots jongste dochter (1918-2009)
Nieuwe glimp van Joseph Roths vader: een ooggetuige vertelt (Niels Bokhove)
Frank Okker bericht over Székely-Lulofs vanuit Sumatra: Met Madelon naar Maninjau

 

Dubbelgangers - Simon Carmiggelt

Gedurende mijn avontuurlijke omzwervingen in het boekenvak kwam ik op 1 januari 1975 terecht bij Elsevier Nederland, aan de Amsteldijk in gebouw Rivierstaete. Op voorspraak van Frans Pruit, divisiedirecteur non-fictie, werd ik aangesteld om het pr-beleid gestalte te geven. Frans ontmoette ik geregeld bij de legendarisch literair agent Henk Prins, van Prins en Prins, in de Lairessestraat, bij wie ik – na mijn scheiding – het dienstbodekamertje kon betrekken.

Ik werd toegevoegd aan de afdeling reclame die onder leiding stond van de onverstoorbare Wijnand van der Woude. Met stunts en opzienbarende acties werd ik geacht de positieve aandacht van de pers en andere media te trekken voor de boeken van Elsevier. Zo heb ik het boek De glorie van Amsterdam tijdens een rondvlucht in een Fokker Friendship boven de stad laten overhandigen aan de stadsarchivaris. Dat is origineler dan het aan de burgemeester overhandigen in het Amsterdams Historisch Museum. Zoiets kon iedereen bedenken, daar hadden ze mij niet voor nodig.

De omgang met de media is voor een pr-man een delicate affaire. Je kunt succes hebben met mooie stukken in de krant of zelfs radio- of tv-reportages, maar voor hetzelfde geld gaat het faliekant mis. Dan komt er niemand op een persbijeenkomst.

Dat overkwam mij in het geval van de memoires van de kgb-agent, Lew Besimensky. Leuk zaaltje in het Apollohotel, bladen met sherry, jonge genever, jus d'orange, canape's en mini pizza's, maar geen kip van de pers. Ik had dat al voorspeld maar de directie wilde met alle geweld een opzienbarende bijeenkomst. Ik had al geregeld dat Ivo Niehe hem voor de tv zou interviewen. Dat was ongeveer de hoogste score die je kunt bereiken, een boek op de buis is bingo! In de verkoop maakte het niets uit want het bleef een flop.

Er is voortdurend spanning tussen de directie en de pr-functionaris. De directie gaat er van uit dat vrijwel ieder boek massale aandacht verdient in de pers maar de pr-afdeling weet dat je zoiets moet doseren. Je kunt niet elke week met iets spannends komen. De inhoud van een boek is ook cruciaal voor het soort aandacht. Pretentieloze plaatjesboeken moet je niet met veel souza en een kasteel aan het Koninklijk Huis willen aanbieden want dan wordt je terecht gemangeld. Soms ontsporen pr-acties door gebrekkig denkwerk, miscommunicatie, tijdgebrek of een combinatie al het voornoemde.

Een opzienbarend pr-onderneming betrof het boek Signalement van nieuw woorden van dr. Riemer Reinsma, 2000 neologismen. Het leek me vernieuwend om een Taalrechtbank in het leven te roepen en een aantal mensen voor het gerecht te dagen die voor nieuw taalgebruik hadden gezorgd. Hadden we al niet genoeg woorden die niemand kent en die ook niet meer gebruikt worden. Waarom dan nog nieuwe bedenken?

Het was het jaar van de vrouw dus lag het voor de hand dat het gerecht uit drie vrouwen zou bestaan. Drie gelauwerde actrices bovendien. Elisabeth Versluis was president, Nelly Frijda was de verdedigster en Hannah de Leeuwe de aanklaagster. Een van de gedaagden was Elsevier-auteur Bert Hiddema. Hij ging gekleed in een veelkleurig Japans vechtkostuum. Een andere gedaagde was Simon Carmiggelt, omdat hij vaak in het Signalement voorkwam als taalvernieuwer. Carmiggelt liet echter weten dat hij geen tijd had omdat hij elke dag zijn Kronkel moest schrijven.

In mijn dynamiek had ik evenwel al de uitnodigingen de deur uitgedaan en o.a. hem vermeld omdat ik op vrij goede voet met hem stond. Hij had tenslotte al een paar keer het voorwoord bij mijn Groot Amsterdams Kroegenboek geschreven. Bovendien denk ik dat hij geen zin had om iets te promoten van een verwerpelijk ‘rechts’ concern, want we waren in de dagen van de genadeloze polarisatie. Ik werd er in het café en op de Kring ook op aangesproken dat ik bij zo’n rechtse tent werkte, terwijl we toch Amalrik uitgaven.

Om de bijeenkomst toch te laten doorgaan heb ik samen met Wim T. Schippers een script geschreven voor de rechtszaak waarbij ir. Evert van der Pik zogenaamd optrad als Carmiggelt. Carmiggelt had ooit in een Kronkel geschreven dat hij op een plein in Athene aangezien werd voor Van der Pik. Vandaar de keuze van zijn vervanger. Mijn miscalculatie ten aanzien van Carmiggelt leidde tot een Kronkel, verschenen in Het Parool van 5 juni 1975, die het Elsevier-concern op zijn grondvesten deed denderen tot in de Raad van Bestuur.

Deze kwam daags daarna in spoedberaad bijeen en eiste al gauw, dat de pr-man die hiervoor verantwoordelijk was op staande voet ontslagen moest worden. Maar eerst zou directeur G.P.J. Schouten Carmiggelt polsen of zijn Kronkel wel een getrouwe weergave was van een gesprek dat in werkelijkheid had plaats gehad. Van dat telefoongesprek heb ik achteraf door de schattige secretaresse van Schouten een transcript toegespeeld gekregen. Het ging als volgt (G.P.J. Schouten = gs, Simon Carmiggelt = sc):

gs: Mijnheer Carmiggelt, u spreekt met Schouten, directeur van Elsevier, ik zou u het volgende willen vragen: U hebt gisteren in Het Parool een Kronkel gepubliceerd over Ben ten Holter en wat wij ons afvragen is of dit een reële weergave is van een gesprek wat u met hem gehad hebt, of dat u op grond van het boekje van Riemer Reinsma de Neologismen een Kronkel hebt geschreven?

sc: Nou het laatste is het geval, maar ik ben er eigenlijk van uitgegaan dat ik een dubbelganger van hem heb ontmoet. Begrijpt u?
gs: Jaja.
sc: Want mijnheer Ten Holter is daar ook nogal vlot in, in het opvoeren van dubbelgangers.
gs: Ja, dat heb ik begrepen, dat van vorige week vrijdag.
sc: Ik was verhinderd om te komen en ik heb door hem de aanzegging gekregen, dat een ander namens mij zou optreden.
gs: Juist.
sc: Dat heb ik een merkwaardige procedure gevonden, toen dacht ik, kom het is toch ook mogelijk dat er een ander namens de heer Ten Holter optreedt. Daarvan heb ik verslag gedaan.
gs: Nou, dat is inderdaad van mij ook eigenlijk het uitgangspunt geweest. Ik kan u wel zeggen, dat mijnheer Ten Holter afgelopen maandagmorgen op het matje is geweest voor die hele vertoning vorige week, maar het punt wat nu natuurlijk speelt is dat ik de heer Ten Holter over uw Kronkel van gisteravond zou moeten spreken en ik wilde eerst van u de informatie hebben, of dit een reëel gesprek is, want als namelijk de zaak op deze wijze door de heer Ten Holter zou zijn gebracht, betekent dat wel een ontslag op staande voet.
sc: Nee, natuurlijk is dat niet zo. Kijk, u moet begrijpen. Ten Holter is een beetje een vrolijke jongen en dat mag hij van mij wezen, hij heeft mij opgeroepen voor een persbijeenkomst en toen zei ik: ‘Nee jongen, ik kan niet, ik moet werken.’ Nou dat is toch menselijk, ik hoef toch niet meteen klaar te staan?
gs: Natuurlijk niet.
sc: Nou, toen kreeg ik op de ochtend, vrijdagochtend de uitnodiging waar niettemin mijn naam op stond, als deelnemer aan het spelletje, en toen stond daar achterop, dat hij aannam dat ik er geen bezwaar tegen had, dat mijn rol dan maar gespeeld werd door de heer ir. Evert van der Pik van de Van Oekelshow. Ja, toen dacht ik ja, dat moet hij weten, ik heb gehoord dat het een tamelijk maffe aangelegenheid is geweest..
gs: Nogal ja.

[…]

Het vervolg van dit gesprek is te lezen in De Parelduiker 2009-4.

Ben ten Holter (1942) is de auteur van (o.a.) het Groot Amsterdams kroegenboek, Amsterdam ongekend en, vijfentwintig jaar lang, van de Amsterdam op Zak-agenda.

De Parelduiker
Uitgeverij Bas Lubberhuizen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum