Leesfragment: Portretten van schrijvers: het eigene en het echte

27 november 2015 , door Daan Stoffelsen

'Als een fotograaf zich focust op wat eigen is aan het gezicht of de houding van de auteur, dan is hij iets op het spoor, dan kan het mooi worden.' Ik vroeg schrijver en fotograaf Gustaaf Peek over wat schrijversportretten goed maakt, net als mede-dubbeltalent Bart Koubaa, en ik sprak Keke Keukelaar erover, die sinds kort 'hoffotografe' van de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam is. En toen had Ronald Giphart opeens een column over zijn ongelukkige ervaringen met foto's: 'Misschien dat ik er eens uitgebreid voor in therapie zou moeten, maar ik hou er niet van om gefotografeerd te worden.' Gesprekken en gedachten over schrijversportretten tijdens een Boekenweek over geschreven portretten.

Voorbereiding

'Ik werd ontboden bij een fotograaf die van te voren had gezegd dat ik meerdere kledingsetjes moest meenemen. Dit was in de tijd dat ik één outfit bezat: de kleren die ik op dat moment aanhad,' schrijft Giphart over zijn eerste auteursportret. De voorbereiding van de fotograaf is een heel andere: Keukelaar leest niet het hele oeuvre van de te fotograferen schrijver. Daar is gewoon te weinig tijd voor, en: 'Wat nou dat ik het boek vreselijk vind? Ik heb het gevoel dat dat de fotosessie niet ten goede komt, je kunt daar dan niet helemaal eerlijk over zijn.' En omgekeerd: 'Er zijn mensen die ik juist omdat ik hun werk zo mooi vind ook heel graag zou willen fotograferen. James Salter bijvoorbeeld. Alsof ik dan vind dat ze een foto verdienen door iemand die hun werk begrijpt.'
Nee, zij kijkt naar eerdere foto's van de auteur. 'Ik zoek uit hoe mensen eruit zien. Uit een paar foto's haal ik heel veel informatie. Hoe iemand is, of iemand ijdel is, hoe iemand het vindt om gefotografeerd te worden... En al heb ik niet alles gelezen van een schrijver, ik weet wel wat hij heeft geschreven. Het is geen diepgravende voorbereiding, maar ik krijg er meer houvast door, ik werk er sneller door. Ik heb een beter idee hoe ik iemand op z'n gemak moet stellen.'

Schrijvers houden niet van foto's

Ik wist al dat Giphart er niet van hield gefotografeerd te worden. Ik had Keukelaar gevraagd naar hoe haar portretten tot stand komen. 'Ik zie het wel, de schuchterheid, de angst om zich bloot te geven, de maniertjes om dat zo lang mogelijk uit te stellen. Ronald Giphart heeft zulke maniertjes, terwijl hij volgens mij ook een rustige kant heeft, dat moet wel als je de discipline opbrengt een boek te schrijven. Dus toen heb ik gezegd: doe nu eens je ogen dicht. En na dertig seconden zág je die ontspanning indalen. Toen deed hij zijn ogen open en maakte ik mijn foto.'

Ronald Giphart. Foto Keke Keukelaar
Ronald Giphart © Keke Keukelaar

Gustaaf Peek voegt toe: 'Overigens kunnen de meeste schrijvers absoluut niet beoordelen of ze "goed" op een foto staan. Op een goede foto kun je confronterend lelijk naar voren komen. Een bepaalde mate van tijdloosheid doet altijd pijn.'

Schrijversfoto's zijn geen gewone portretten

Schrijversfoto's zijn gewoon portretten. Peek: 'Een mooi portret is een mooi portret, iemand die dat goed kan is Stephan van Fleteren. De foto op het bekroonde omslag van Congo, van Van Reybrouck, was door hem gemaakt. Wat niet goed werkt, zijn glamourportretten. Schrijvers zijn nu eenmaal niet zo knap als acteurs of modellen, die leggen het af in dit genre. Een fotograaf moet focussen op het eigene van de auteur.'

Glamour, daar hebben we wel een punt te pakken. Daphne de Heer, directeur van de SLAA, prijst de foto's van haar nieuwe huisfotografe: 'Het zijn mooie portretten zonder dat het opgesmukt is. Je ziet heel snel wat iemands mooie, interessante kant is.' Dat dat een reden heeft, blijkt al uit Keukelaars eigen inschatting van haar onderwerpen: 'Ik portretteer ook wel kunstenaars uit andere vakgebieden, maar veel minder. Ik houd heel erg van taal. Ik vind het mooi als mensen zich kunnen uitdrukken. En hun vermogen om te kijken - ze zijn in staat dingen te zien, motieven te beschrijven, emoties te begrijpen, inzicht te geven. Dat maakt schrijvers bijzondere mensen. Dat wil ik ook laten zien. Vaak zie je dat een foto alleen maar herkenbaar hoeft te zijn, maar ik wil er iets esthetisch van maken: deze mens is mooi, deze foto mag mooi zijn.'

Het eigene, het mooie, het interessante - dat is waar ze naar op zoek is. 'Ik ben altijd op zoek naar iemands kracht, naar het charisma van een persoon. Dat is vaag, ja, maar ik wil iemand op zijn bests fotograferen, op zijn mooist. Op zijn echtst, zijn eerlijkst. Bij Ian McEwan levert dat een schuchtere foto op. Zo is hij denk ik ook, maar als ik deze foto weer zie, dan ben ik bang dat ik hem heb afgeschrikt. Hij bekende mij dat hij gefotografeerd worden erger vindt dan naar de tandarts gaan.'

Ian McEwan. Foto Keke Keukelaar
Ian McEwan © Keke Keukelaar

De foto en het oeuvre

'Lachen is uit. Voor mannen tenminste. In de nieuwe folder van Querido zag ik net Rascha Peper lachen, vrouwen mogen wel lachen. Maar mannen horen hun kop strak te houden. Dat zal ermee te maken hebben dat mensen zoeken naar een verbinding tussen de inhoud van een boek en het exterieur van de auteur,' analyseert Peek, zelf ook geen lachebekje op zijn auteursportretten. Daar is Keukelaar het niet mee eens: 'Ik maakte toevallig afgelopen week een superleuke foto van een lachende Marcel Möring. Arnon Grunberg, ook lachend. Het is wel lastig, zeker als je een ernstig boek geschreven heb. Lachen maakt misschien minder charismatisch, maar er is een verschil tussen het lachen om aardig gevonden te worden en het lachen omdat je ergens om moet lachen. Dat eerste is stom - veel vrouwen denken dat te moeten doen -, maar het tweede wekt vooral een ontspannen indruk. Deze persoon hoeft zich niet serieuzer voor te doen dan hij is, dat drukt het uit.'

Gustaaf Peek, (c) Maaike Hermes
Gustaaf Peek © Maaike Hermes

En als ik Keke Keukelaar vraag naar haar favorieten: 'Leo Vroman.' De kwetsbaarheid, dat is wat ze er mooi in vindt. En Campert. Howard Jacobson. Nicolaas Matsier. 'Foto's zijn mooi als je er opnieuw naar wilt kijken. Voor mij zijn dat foto's van mensen die zich hebben opengesteld, en dat heeft iets universeels, dat gaat verder dan het individuele van die ene persoon. Tegelijkertijd geloof ik dat de beste foto's de essentie van iemand vatten, dat je iets in zo'n foto herkent dat ook iemands werk zit. Dat is toch logisch?'

Leo Vroman. Foto Keke Keukelaar
Leo Vroman © Keke Keukelaar

Inderdaad. Bart Koubaa: 'In een goed schrijversportret? Een portret waar je het oeuvre van de schrijver in ziet doorschemeren? Een beeld dat evenveel over de lezer/fotograaf zegt als over de schrijver/geportretteerde? Techniek, licht en die ene, ongrijpbare klik van een zestigste van een seconde? Een beeld dat blijft nazinderen, dat je aankijkt, je aanspoort…'

De goede foto is in ontwikkeling

De Heer had Keukelaars serie 'Zilveren schrijvers' (2008) al geprezen, waarin Vroman prominent aanwezig is. En de foto van Adriaan Jaeggi, waarvan de auteur zelf later, enkele maanden voor zijn overlijden zei: eindelijk mooie portretten, dat ben ik zelf. 'Je ziet altijd in die foto's dat er contact is tussen de fotograaf en de schrijver.'

Adriaan Jaeggi. Foto Keke Keukelaar
Adriaan Jaeggi © Keke Keukelaar

'Ja, dat witte colbert!' Keukelaar had iets anders verwacht toen ze Jaeggi had gevraagd om een jasje mee te nemen. 'Dat jasje was gewoon enorm over de top, waardoor een deel van de foto's eerder gemaakt leek voor een modetijdschrift dan een boekomslag. Wat een colbertje wel doet is dat het je wat mooier doet voelen, verzorgder, en dat zie je terug in de foto. Was het niet Sofia Coppola die haar actrices ook een keer heel ouderwets ondergoed liet dragen. Zie je niks van, maar het draagt wel bij aan hoe je je voelt, en dat zie je dan weer terug in het beeld. Maar colbertjes zijn gewoon wat strakker, gekleder dan truien en overhemden. Marcel Möring had een prachtig pak aan, daar word ik dan echt heel blij van.'

Marcel Möring. Foto Keke Keukelaar
Marcel Möring © Keke Keukelaar

Maar wat goed is, verandert. De fotografe: 'Ik zoek wel andere dingen in auteurs. Tommy Wieringa is een goede vriend, ik heb zíjn boeken wel allemaal gelezen. Bij hem vind ik het wel leuk om achter die blabla te geraken. En elke volgende foto zoek ik weer andere dingen.
Dat is in ontwikkeling. Ten tijde van die wc-serie (2006) zócht ik mensen die op hun gemak waren. Nu hoef ik niet meer aardig gevonden te worden. Die camera is er nu eenmaal, we hoeven niet meer te doen alsof hij er niet is. En nee, er is bijna geen schrijver die foto's maken leuk vindt, dus daar doe ik niet meer moeilijk over. Ik hoef geen foto van Arnon Grunberg waarop hij op zijn gemak is.

Je ziet die ontwikkeling ook in mijn foto's - een portret is niet alleen van de geportretteerde, het is ergens ook een zelfportret van de fotograaf, ik leg er ook iets van mezelf in. Je kunt het zien: ik word rustiger, ik neem meer tijd. Of, zoals vrienden zeggen, mijn onbevangenheid gaat ervanaf.'

Als dat al zo is, het betekent niet het einde van een carrière. Deze Boekenweek - de nieuwe website van de SLAA, met de foto's van Keukelaar - is de fotografe volop in touw. Het geschreven portret mag centraal staan en populairder zijn geworden, we doen het nog lang niet zonder het schrijversportret - al zal geen schrijver daar lol aan beleven.

Foto Keke Keukelaar © Ronald Giphart

Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum