26 november wordt de nieuwe bundel Sylvia Hubers, stadsdichter van Haarlem, gepresenteerd bij Athenaeum Haarlem: God gaf ons apparaten. Vandaag ter voorpublicatie alvast twee gedichten.
Sylvia Hubers (Sassenheim, 1965) publiceerde eerder de succesvolle dichtbundels Men zegt liefde, Terug naar de apotheker en Vandaar dit huwelijksleven. Zij is momenteel stadsdichter van Haarlem.
De baas kan heel goed zuchten met een lange zucht loopt hij voorbij. De zucht is goed getimed, bij de eerste centimeter van mijn bureau begint-ie en bij de laatste houdt-ie op.
De zucht zet een trilling in gang door mijn bureaublad. De letters veren op van het papier. Zij hergroeperen zich. Ik zie de hergroepering van de letters en hé, er staat ineens iets heel anders geschreven. Laat me raden: er staat nu iets wat de baas behaagt.
Zuchtend schuif ik de letters terug in hun gareel. En ja hoor, daar komt de baas weerom. Op laarzen, deze keer raken de letters totaal uit hun voegen, is de O geen O meer de M geen M, heb ik slechts slierten op mijn bureau, die ik tezamenraap: met een beetje saus erbij zal ik plezierige spaghetti hebben op mijn bord, met de complimenten van mijn baas, dat ik toch alles zo snel begrijp
Ik ging Ulysses lezen, Ulysses lezen. Ik hield het een kwartier vol, net genoeg voor een mooie foto van mij met Ulysses, maar men maakte geen foto en daarom schrijf ik hier op dat ik een kwartier Ulysses heb gelezen. Mijn man zei dat ik best het uur vol had kunnen maken met Ulysses lezen. Natuurlijk! Ik had wel drie weken of drie jaar, mijn hele leven! met Ulysses door kunnen brengen, men had dan een heleboel foto’s kunnen maken en een film ook, ‘Sylvia leest Ulysses’, een mooie film vol ontroerende hoogte- en dieptepunten (S werpt boek in hoek, S raapt boek weer op, S scheurt een bladzijde aan kleine stukjes, S plakt de stukjes weer aan elkaar, S rookt een sigaret, steekt met de sigaret het boek aan, dooft in paniek de smeulende bladzij, S laat een onbekende substantie op de achterflap lopen, drukt een kus op de achterflap, begint vreemde goden aan te roepen, S wordt weggereden en verdwijnt in het gesticht).
Copyright © auteursportret Harry van Kesteren.