Leesfragment: Dankbaarheid

27 november 2015 , door Oliver Sacks
| | |

Vandaag verschijnt Oliver Sacks postume essaybundel Dankbaarheid (Gratitude, vertaald door Luud Dorresteijn). Fragment. ‘De afgelopen dagen heb ik als van een grote hoogte op mijn leven kunnen neerkijken; ik zag het als een soort landschap en kreeg steeds meer inzicht in de verbanden tussen de delen. Dit betekent niet dat ik klaar ben met mijn leven. Integendeel, ik voel me springlevend, en ik hoop van harte in de tijd die me rest mijn vriendschappen te verdiepen, degenen van wie ik hou vaarwel te zeggen, meer te schrijven, meer te reizen, als ik daarvoor de kracht heb, en mijn inzichten en begrip op een hoger niveau te brengen.’

In februari 2015 maakte Oliver Sacks bekend dat hij ongeneeslijk ziek was. Eind augustus overleed hij, op de leeftijd van 82 jaar. Sinds het bericht van zijn ziekte werkte hij met grote gedrevenheid verder aan de boeken die hij nog wilde afmaken. Ondertussen publiceerde hij een reeks essays waarin hij probeerde grip te krijgen op de betekenis van zijn naderende dood. In Dankbaarheid zijn deze stukken bijeengebracht. Het is een boek dat getuigt van grote veerkracht: het laat zien hoe iemand, hoewel geconfronteerd met het naderende einde, het leven kan vieren, en dankbaar kan zijn:

'Ik heb bemind en ben bemind, ik heb veel gekregen en ik heb iets teruggegeven, ik heb gelezen, gereisd, nagedacht en geschreven. Maar in de eerste plaats ben ik een bewust wezen geweest, een denkend dier, op deze prachtige planeet, en dat alleen al is een enorm voorrecht en avontuur geweest.' - Oliver Sacks

N.B. Eerder bespraken wij Oliver Sacks' autobiografie Onderweg. Lees de recensie op Athenaeum.nl. En ook zijn Het innerlijk oog.

 

Mijn eigen leven

Een maand geleden voelde ik me gezond, heel gezond zelfs. Op mijn eenentachtigste zwem ik nog steeds anderhalve kilometer per dag. Maar nu is de koek op – een paar weken terug kreeg ik te horen dat er meerdere uitzaaiingen in mijn lever zitten. Negen jaar geleden werd ontdekt dat ik een zeldzame tumor in mijn oog had, een oculair melanoom. Door de bestraling en laserbehandeling die nodig waren voor het verwijderen van de tumor, werd ik uiteindelijk blind aan dat oog. Maar hoewel oculaire melanomen zich in misschien wel vijftig procent van de gevallen uitzaaien, was die kans gezien de kenmerken van mijn geval veel kleiner. Ik behoor tot de pechvogels.
Ik ben dankbaar dat ik sinds de eerste diagnose nog negen jaar in goede gezondheid heb mogen leven en productief heb kunnen zijn, maar nu sta ik aan de vooravond van de dood. De kanker heeft een derde van mijn lever aangetast en ook al kan de voortgang ervan misschien worden afgeremd, dit type kanker kan niet worden gestopt.
Het is nu aan mij om te bepalen hoe ik de maanden die me resten ga besteden. Ik moet zo aangenaam, intens en productief leven als maar mogelijk is. Hierin word ik aangemoedigd door een van mijn lievelingsfilosofen, David Hume, die toen hij in april 1776 op zijn vijfenzestigste hoorde dat hij terminaal ziek was, in één dag een korte autobiografie schreef. Hij noemde die ‘Mijn eigen leven’.
‘Ik reken erop dat de dood nu snel komt,’ schreef hij. ‘Ik heb weinig pijn ondervonden van mijn kwaal; en wat nog vreemder is, mijn geestkracht is ondanks de enorme aftakeling van mijn lichaam nooit een ogenblik verminderd [...] Ik werk nog even bezield als altijd en ben in gezelschap nog even opgewekt.’
Ik heb het geluk gehad om de tachtig te mogen passeren en de vijftien jaar die me waren vergund boven op de vijfenzestig van Hume waren vruchtbaar, zowel wat mijn werk als de liefde betreft. In die periode heb ik vijf boeken gepubliceerd en een autobiografie voltooid (die nogal wat langer is dan de luttele bladzijden van Hume). Verscheidene andere boeken heb ik bijna afgerond.
Hume vervolgde: ‘Ik heb een ingetogen karakter, gelijkmatig, open, sociaal en opgewekt, ik kan me hechten, maar ben weinig gevoelig voor vijandschap en zeer gematigd in al mijn hartstochten.’
Hier scheiden de wegen van Hume en mij zich. Hoewel ik liefdevolle relaties en vriendschappen heb gekend en geen echte vijanden heb, kan ik (en iedereen die me kent) niet zeggen dat ik een ingetogen karakter heb. Integendeel, ik heb een vurig karakter, ben uitbundig, enthousiast en mateloos in alles wat mijn interesse opwekt.
En toch is er één zin in Humes essay die ook voor mij helemaal opgaat. ‘Men kan,’ schreef hij, ‘haast niet verder van het leven af staan dan ik nu.’
De afgelopen dagen heb ik als van een grote hoogte op mijn leven kunnen neerkijken; ik zag het als een soort landschap en kreeg steeds meer inzicht in de verbanden tussen de delen. Dit betekent niet dat ik klaar ben met mijn leven. Integendeel, ik voel me springlevend, en ik hoop van harte in de tijd die me rest mijn vriendschappen te verdiepen, degenen van wie ik hou vaarwel te zeggen, meer te schrijven, meer te reizen, als ik daarvoor de kracht heb, en mijn inzichten en begrip op een hoger niveau te brengen.
Mijn poging om mijn balans met de wereld op te maken, zal dapperheid en helderheid vergen en ik zal vrijuit moeten spreken. Maar er zal ook tijd zijn voor leuke dingen (en zelfs voor onnozele dingen).

[...]

 

Copyright © 2015 Oliver Sacks
Copyright foto’s © 2015 Bill Hayes
Copyright Nederlandse vertaling © 2015 Luud Dorresteijn

Uitgeverij De Bezige Bij

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum