Leesfragment: De geschiedenis van mijn tanden

28 augustus 2015 , door Valeria Luiselli
| | |

1 september verschijnt de nieuwe Valeria Luiselli, De geschiedenis van mijn tanden. Voorpublicatie!

Gustavo Sánchez Sánchez, alias ‘Snelweg’, is niet alleen een paperclipverzamelaar en een charlatan, hij is ook een man met een missie: hij is van plan zijn afzichtelijke gebit tot de laatste kies te vervangen

Als zijn eigenaardige vaardigheden (hij is, na twee glazen rum, in staat om Janis Joplin te imiteren, hij kan Chinese gelukskoekjes interpreteren, een ei rechtop op tafel zetten en op zijn rug op het water drijven) hem daar niet voldoende bij kunnen helpen, zit er maar één ding op: hij moet en zal ’s werelds beste veilingmeester worden – hoewel misschien niet iedereen dat zal beseffen, want Snelweg is van nature nogal verlegen.

In een elegante stijl, met humor en een aanstekelijk vertelplezier neemt Valeria Luiselli ons mee op een eigenzinnige en hilarische reis die de lezer laat nadenken over de creatie van kunstwerken, hun waarde en de manier waarop ze in de markt worden gezet.

In De geschiedenis van mijn tanden combineert Valeria Luiselli de humor van Tristram Shandy of The Third Policeman met de diepgang van haar eigen essays uit Valse papieren.

  • ‘Een uiterst intelligente, inventieve en hilarische zoektocht naar waarde, belang en creativiteit in de wereld van de kunst en de literatuur.’ Bookanista
  • ‘Een heerlijke, niet te definiëren roman. Er klinkt een onstilbaar verlangen naar het vertellen van verhalen op uit deze pagina’s.’ Publishers Weekly
  • ‘Mijn boeken zijn als machines om over andere boeken na te denken. Misschien wel een beetje zoals Le Corbusier dacht dat zijn huizen machines waren om in te leven.’ Valeria Luiselli

 

Allegorische uitweiding #2
Het venster van Margo Glantz

De gepensioneerde kledingmaakster Margo Glantz maakte haar zoon niet wakker voor ze klaar was met eten. Sinds een week raakte Margo Glantz, die leed aan slapeloosheid, geïrriteerd door de aanwezigheid van haar zoon, Primo Levi, die op zijn beurt leed aan narcolepsie. Primo Levi had zijn werk als kassamedewerker bij de Voordeeldrogist verloren, want hij was bij meer dan één gelegenheid in de meest onvoorspelbare situaties in slaap gevallen. Nu, sinds een week, was hij de hele dag bezig met het nemen van plotse hazenslaapjes in elk hoekje van het huis. Margo Glantz vond hem een luiaard, een leegloper en een flierefluiter, want ze wist niet van zijn aandoening. Stiekem begeerde ze misschien wel die capaciteit om op elk moment van de dag te kunnen slapen.
Op een maandagmiddag, terwijl Primo Levi weer eens een ongelegen siësta hield in de zetel, plakte Margo Glantz een hele rits postzegels tegen zijn voorhoofd – nadat ze eerst elk ervan met de punt van haar tong had natgemaakt – en bracht hem in haar armen naar het postkantoor. Ze zette hem voorzichtig op de balie en vroeg de juffrouw hem naar Suriname te sturen. De juffrouw keek haar met een air van superioriteit aan en zei dat het verzoek onmogelijk ingewilligd kon worden omdat ze vier postzegels te weinig had geplakt – voor Afrika zijn er negen postzegels nodig en het pakketje had er maar vijf. Maar Suriname ligt in Zuid-Amerika, uilskuiken, bracht Margo Glantz ertegen in. Nou, dan zijn het twaalf zegels, corrigeerde de juffrouw. Daarbij, zei ze, was ze net het postkantoor aan het sluiten, zodat ze sowieso de volgende dag moest terugkomen.
Margo Glantz kwam de volgende én de dag daarop terug met Primo Levi vredig slapend in haar armen. Maar steeds ontbrak er iets – een postzegel, een notariële brief voor pakjes van onconventionele afmetingen, de complete postcode van het adres in Paramaribo dat ze had opgegeven. De juffrouw – hoewel het misschien niet steeds dezelfde was, leek dat wel het geval – keek haar vol minachting aan en vroeg haar de volgende dag terug te komen.
De ochtend van de zevende dag, de zondag, besloot Margo Glantz Primo Levi te laten slapen. Ze werd vroeg wakker, nam een lauw bad en ging naar een dierenzaak. Aangezien er geen honden werden aangeboden, nam ze genoegen met de aanschaf van een tweedehands konijn. Ze noemde hem Cockerspaniël. Het konijn was heel oud, misschien wel al bejaard, zodat het zich verzette toen ze het een riempje probeerde om te doen om het mee de dierenwinkel uit te nemen. Ze nam het in haar armen mee naar huis en zette het op de grond van de woonkamer, vlak voor de zetel waar Primo Levi nog altijd lag te slapen.
Margo Glantz sleepte een stoel vanuit de keuken naar de woonkamer, en ze deed het rumoerig en langzaam. Ze zette een cd van de zangeres Taylor Mac op, ze ging zitten, kruiste haar benen en keek intens naar Cockerspaniël, die op zijn beurt uiterst kregelig naar haar keek tot hij zijn ogen sloot en diep in slaap viel.
Margo Glantz merkte dat het konijn een zonnig plekje op de grond had gekozen om zijn siësta te houden en ze voelde meteen een intensie jaloezie voor dat dier opsteken. Ze dacht erover na om het meteen naar het postkantoor te brengen en naar Suriname te sturen – waar dan ook naartoe. Maar ze verwierp het idee direct, want ze herinnerde zich dat dat smerige, ridicule en inefficiënte postkantoor op zondag niet open was. Daarna probeerde ze het wakker te maken, maar het konijn bracht halfslachtig een ooglid omhoog en sliep weer verder.
Margo Glantz zat de hele middag te kijken naar hoe haar zoon sliep, en hoe Cockerspaniël, die met zijn kleine en harige lichaampje bijna onopvallend door de woonkamer richting de muur gleed, op de snelheid van het ondergaan van de zon en het voortschrijden van het parallellogram aan licht, wat op een bepaalde manier het voorbijtrekken van de uren aangaf.
Toen de zon eindelijk onderging en het strookje licht helemaal verdwenen was, opende Cockerspaniël zijn ogen. Señora Margo Glantz stond naast hem te wachten, met een braadpan in haar handen. Met de onderkant sloeg ze hem vijf keer op zijn hoofd. Zodra hij dood was, plukte ze hem voorzichtig kaal, en braadde hem in rozemarijn, laurier en witte wijn. Toen ze klaar was met eten, maakte ze Primo Levi lieflijk wakker en zette de ramen van de woonkamer wijd open om de frisse wind naar binnen te laten stromen die nog vochtig aanvoelde van de nacht.

Allegorische uitweiding #3
Een ratten- en een muizenpak

De bijna juffrouw Valeria Luiselli, middelbare scholiere, stotterde vaak en misbruikte de verkleiningsuitgang ‘-tje’. Omdat haar ouders, mevrouw Weiss en meneer Fischli, wilden dat ze op de dag van haar grote vijftienjaarsfeest een speech gaf, schreven ze haar in voor zang-, dictie- en retoricalessen. Het moest een elegante viering worden, in de feestzaal van Juan Gaitán en Maria Inés Gaitán, alias ‘De Andere Bibi’, en het meisje moest zich voorbereiden.
Voor de lessen in retorica en dictie werd de beroemde meester Guillermo Sheridan ingeschakeld. De eerste zin die deze meester Valeria Luiselli leerde uitspreken, was: ‘Titus Livius had een kale knikker en Octavio Paz een eierhoofd.’ Ondanks het feit dat de zin kort en eenvoudig was, had het meisje de grootste moeite om hem correct uit te spreken. Steeds wanneer ze zich vergiste, sloeg meester Guillermo Sheridan haar met een latje tegen de palm van haar hand. Het meisje moest die ene zin honderdtwaalf keer herhalen voor de meester zijn eerste sessie kon afsluiten.
Die avond, toen ze inktvis a la gallega met witte rijst aten, vroegen Valeria Luiselli’s ouders haar hoe haar eerste retoricales was gegaan en of ze iets waardevols had geleerd dat ze met hen wilde delen. Het meisje zei:
Titus Livius had een kale knikker.
Wat zeg je daar, lieverd? vroeg haar vader.
Titus Livius had een kale knikker.
Valeria Luiselli’s ouders keken elkaar aan en aten zwijgend de rest van de inktvis.
Die avond trokken de ouders van het meisje hun pluchen verkleedpakken aan en in plaats van lezen of televisiekijken – zoals ze alle andere avonden deden –, kochten ze cocaïne en begonnen ze aan een bizarre, luidruchtige en ononderbroken coïtus. Na afloop, met de pakken nog half aan, keek het echtpaar in alle stilte televisie.

 

Copyright © Valeria Luiselli
Copyright Nederlandse vertaling © 2015 P. Menard en Uitgeverij Karaat, Amsterdam

pro-mbooks1 : athenaeum