Leesfragment: Zolang er leven is

22 januari 2016 , door Hendrik Groen

27 januari verschijnt Hendrik Groens Zolang er leven is. Wij publiceren voor. 

We leerden Hendrik Groen kennen door zijn dagboek Pogingen iets van het leven te maken. Samen met zijn vriend Evert en de andere leden van de Oud-maar-niet-dood-club probeert Hendrik zijn laatste levensjaren in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord zo aangenaam mogelijk te maken.

Van tijd tot tijd valt het Hendrik zwaar om de moed erin te houden. Gelukkig heeft hij de pen weer opgepakt. Met de hem zo kenmerkende charmante humor neemt hij de medebewoners, de directie, zijn vrienden en de ouderdom in het algemeen op de korrel, waarbij hij zichzelf zeker niet spaart.

 

Woensdag 31 december 2014

Volgens de statistieken heeft een man van vijfentachtig op deze laatste dag van het jaar ongeveer tachtig procent kans om 31 december 2015 te halen. Ik vaar op gegevens van het Nationaal Kompas Volksgezondheid.
Ik ga mijn best doen, maar dus niet zeuren als het dagboek, waar ik morgen mee begin, het eind van het jaar niet haalt. Een kans van 1 op 5.

 

Donderdag 1 januari 2015

Evert stak zijn rotjes vroeger bij voorkeur af in hondendrollen of, nog mooier, paardendrollen, maar die zag je niet zo vaak. Hij betreurt erg dat de bommetjes vroeger zo veel kleiner waren dan nu.
'Het is dat ik in mijn rolstoel een grote kans heb mezelf de lucht in te schieten, maar anders zou ik graag een paar strijkers aansteken in de hal.' Dat was zijn bijdrage aan de al dagen durende discussie over vuurwerk.
Ondanks een petitie van de bewoners had onze directrice, mevrouw Stelwagen, geen poging gedaan een vuurwerkvrije zone rond ons bejaardenhuis ingesteld te krijgen. Volgens een korte verklaring op het mededelingenbord vond zij dat op dit moment 'niet opportuun'. Daar zat wat in, vonden sommige bewoners, vooral mensen die niet wisten wat opportuun betekende. Anderen dachten dat Stelwagen liever geen blauwtje wilde lopen bij de gemeente.

Onze Oud-maar-niet-dood-club heeft oud & nieuw gevierd in de aanleunwoning van Evert, waar gebakken en gekookt mag worden, een activiteit die niet is toegestaan in de kamers van het bejaardenhuis. Met ex-topkoks Antoine en Ria in de gelederen mag je geen gelegenheid tot kokkerellen voorbij laten gaan.
Om kwart voor twaalf zijn we gezamenlijk afgereisd naar de kamer van Graeme, ons hoogst wonende clublid op de vijfde etage. Op zijn balkon hebben we het vuurwerk bewonderd en heeft Evert, namens ons allemaal, een illegale vuurpijl afgestoken, als gebaar van opstandigheid naar de directie. Hij was erg mooi.
We zijn benieuwd door wie we verraden worden.
Edward heeft spontaan aangeboden op het matje van de directrice te verschijnen, mocht het zo ver komen. Hij heeft toegezegd dan nog onverstaanbaarder te praten dan hij altijd al doet en schriftelijk verslag te doen op de volgende vergadering van Omanido.
Kortom: de stemming zat er goed in.
Om twee uur lag ik in bed. Het is een paar decennia geleden dat ik het zo laat heb gemaakt. Bravo Hendrik.

 

Vrijdag 2 januari

Er zat het afgelopen jaar een gat in elke dag. Heel het jaar 2013 schreef ik dagelijks trouw in mijn dagboek. Dat ene (of anderhalf) uur schrijven gaf mij een gevoel van nut en noodzaak. Misschien is het ontbreken van verplichtingen wel het belangrijkste kenmerk van het leven in een bejaardenhuis. Alles wordt voor je geregeld. Nadenken is niet nodig. Je kunt het leven als vla naar binnen lepelen, alle klontjes zijn eruit. Hap, slik, weg.
Er zijn genoeg bewoners die tevreden zijn met deze permanente all-inclusive vakantie, maar voor mij, en een aantal van mijn vrienden, draagt de ledigheid van het bestaan in het verzorgingshuis niet bij aan het dagelijks geluk.
Ik heb besloten om in 2015 opnieuw een dagboek bij te houden. Enerzijds om een dagelijkse verplichting te hebben en anderzijds omdat het mij dwingt alert te blijven, ogen en oren de kost te geven en de ontwikkelingen in ons zorgcentrum en de rest van de wereld te volgen. Ik zal de hersenen dagelijks aan het werk zetten en de gedachten netjes op een rij houden. Hersengymnastiek houdt de geest soepel. Het afgelopen jaar heb ik ook te vaak gedacht hoe jammer het was dat ik niets meer opschreef als er weer eens een bejaarde in een paar sloten tegelijk was gelopen, het personeel er een potje van maakte of de directrice al te hooghartig regeerde over haar onderdanen. Ik heb er weer zin in.

Zaterdag 3 januari

Een directeur van een verpleegtehuis heeft in de krant het goede voorbeeld gegeven met een eerlijk verhaal: ‘De verwachtingen die wij als samenleving gecreeerd hebben over professionele ouderenzorg kunnen onder de huidige omstandigheden niet worden waargemaakt.’
Oftewel: het is niet te voorkomen dat er af en toe een luier niet meteen wordt verschoond, een gebit zoekraakt of iemand tijdelijk aan een bed vastgebonden moet worden. Jammer maar helaas. Als alle steen-en-beenklagers, alle sensatiebeluste journalisten en alle tweeendertig controlerende instanties van verpleegtehuizen het anders willen, zullen ze de meerderheid van de Nederlanders ervan moeten overtuigen dat de zorgpremie flink omhoog moet. Succes!
Ik zal onze directrice het betreffende artikel persoonlijk overhandigen.
Ja, daar kijkt u van op, he? Brave Hendrik is niet meer. We mogen nog niet spreken van dappere Hendrik maar ik heb mij een jaar geleden, bij de begrafenis van Eefje, voorgenomen die eeuwige voorzichtigheid te laten varen. Ik zeg steeds vaker waar het op staat en dat voelt meestal uitstekend. Van tevoren moet ik nog altijd even slikken, klopt mijn hart in mijn keel en aarzel ik een moment, maar vervolgens spring ik van de hoge duikplank in het diepe, om juichend weer boven water te komen. De steun van de andere leden van de Oud-maar-niet-dood-club is hierbij onontbeerlijk. Vooral Evert, die en mijn beste vriend is en er totaal geen moeite mee heeft om te zeggen waar het op staat, is mijn steun en toeverlaat.

Er is ook dit jaar weer een horrorwinter voorspeld. Ondanks alle vorige foutieve voorspellingen van ijskoude wintermaanden wordt ook deze prognose weer zeer serieus genomen. Mijn medebewoners hebben volop gehamsterd. De kastjes puilen uit van koekjes, chocolaatjes, frisdrank en wc-papier. Dat laatste sinds we daar uit bezuinigingsoverwegingen zelf voor moeten zorgen. Er wordt sindsdien gemiddeld veel zuiniger geveegd, met alle consequenties van dien. Wat aan papier wordt uitgespaard, moet aan extra wasmiddel worden uitgegeven.

 

Zondag 4 januari

De directrice, mevrouw Stelwagen, kijkt er inmiddels niet meer van op als ik haar een krantenartikel geef of anderszins ongevraagd adviseer.
Stelwagen kent geen ander belang dan eigenbelang: een goede reputatie voor haarzelf. Die is gediend met rust in haar tent en met tevreden bewoners. Zij weet dat ik dat weet. Zij weet ook dat ik een kleine achterban heb die ze niet moet onderschatten, en dat doet ze dan ook niet.
De strijd tussen de directrice en Omanido is subtiel en voorzichtig, met nu eens een kleine overwinning voor de een en dan weer voor de ander. Niemand is gebaat bij openlijke oorlogvoering. Daarvoor zijn de belangen te groot.
‘Dank u wel, meneer Groen. U hebt weer iets gevonden waar wij wellicht ons voordeel mee kunnen doen?’
‘Inderdaad. Een interessant artikel over een collega van u. Over verwachtingen ten aanzien van zorg en de openheid daarover.’
‘Openheid, daar ben ik een groot voorstander van, openheid waar mogelijk. En altijd in dienst van het algemeen belang.’
‘Algemeen belang is een pet waar veel onder past, mevrouw Stelwagen.’
‘Klopt helemaal, meneer Groen.’
Zo ongeveer is de toon van onze conversaties. Meestal moet ik daarna even bijkomen van de zenuwen, maar dat heb ik er wel voor over. Wat adrenaline op zijn tijd kan geen kwaad.

 

Maandag 5 januari

Het was prachtig weer gistermiddag en dus heb ik getest of ik mijn bankjes nog haal. Het is 400 meter naar bankje 1, daarna 600 meter naar bankje 2 en ten slotte weer 400 meter om thuis te komen. De afstanden zijn bij benadering.
Ik heb het met enige moeite gehaald. Mijn actieradius is nu al een jaar stabiel en ik durf tevreden te stellen dat in dit geval stilstand vooruitgang is.
Voor mij geldt: de snelste manier om ergens te komen is langzaamaan doen. Dan stort ik niet tussen twee bankjes ter aarde. Heel rustig lopen en dan toch een zekere kwiekheid uitstralen valt nog niet mee. Ik weiger de rollator en vertrouw op een stok die nog van mijn vader is geweest en die ik iets te hoog door de lucht zwaai. Verder probeer ik op de bankjes zo pittig mogelijk te zitten. IJdele Hendrik. God weet waarom.

Het dagelijks schrijven in mijn dagboek bevalt me nu al weer uitstekend. Ik ben blij dat ik de pen weer heb opgepakt en betreur dat ik hem een jaar heb laten liggen.
Zoals mijn vrouw vroeger zei: je krijgt vooral spijt van de dingen die je niet hebt gedaan.
Ik zal de komende dagen het verloren jaar 2014 in grote lijnen even doornemen voor wat betreft de gebeurtenissen in ons tehuis.

 

© 2016 Hendrik Groen en Meulenhoff Boekerij bv

pro-mbooks1 : athenaeum