Leesfragment: Olga en haar driekwartsmaten

06 januari 2017 , door Astrid H. Roemer
|

Vandaag verschijnt Olga en haar driekwartsmaten, het nieuwe boek van Astrid H. Roemer. Lees bij ons een fragment!

In de familie Pericard is het traditie om de laatste week van het jaar met elkaar in het ouderlijk landhuis door te brengen. Het is december 2013. Ieder van de vier volwassen kinderen wil er meer dan anders een feest van maken en ook de huismeester heeft zijn redenen om uiterst opgewonden te zijn. De heer des huizes wil zich na het overlijden van zijn vrouw weer warmen aan hun kinderen, kleinkinderen en dier geliefden. Zijn jongste zoon komt na jaren van afwezigheid uit Frankrijk, dochter Olga stelt haar nieuwe echtgenoot voor, zelfs zijn zuster spoedt zich met haar partner over de snelweg van Luxemburg naar het uiterste noorden van Holland. Allen willen ze het jaareinde vieren zoals toen Eva Pericard nog hun hartelijke gastvrouw en moeder was. De familie is welgesteld. Niemand mag wat dan ook tekortkomen. Dan gebeurt buitenshuis in de nacht aan zee iets onverwachts en niet te vermijden incidenten herordenen definitief de stand van zaken.

Olga en haar driekwartsmaten gaat over diverse levens die zich moeiteloos bewegen naar perfectie om in de onvoorspelbaarheid van het dagelijks bestaan te stranden. Astrid H. Roemer (P.C. Hooftprijs 2016) bewijst met deze kleine roman dat zij sculpturen van taal maakt, zoals een beeldend kunstenaar materiaal bewerkt.

 

1

Haar hadden ze vier jaar niet gezien. Hem kenden ze helemaal niet. Op 23 december staan ze glimlachend op de stoep van de villa. Vader had haar zien komen aanlopen wuivend naar hem. Hij stoof naar de deur nog voordat er werd aangebeld. Zij had haar jas losgeknoopt en hem omarmd. Op deze datum komt ieder lid van zijn gezin naar het ouderlijk huis om samen te zijn voor een paar dagen. Maar zij kwam nooit voor langer dan een diner duurt. Meestal alleen. Het was niet zorgelijk omdat ze dan ontzettend hartelijk was, eruitzag als glanzend porselein en gul geschenken weggaf. Maar: vier jaar lang hadden ze haar niet zien komen opdagen. Al die jaren weinig van haar vernomen ook. En vandaag heeft ze een soort heer bij zich: haar echtgenoot. Haar stem in de hal, hoog en zuiver: Hallo, hoe is het met mijn verwanten?

2

Broer Cosmo is er met zijn vrouw Tekimi en hun middelste dochter May. Zuster Clara laat zich zien zonder haar organist Arthur maar met hun zonen Sebastiaan en Harmen. Zusje Kim is er ook echter even zonder echtgenoot Sam en haar tweeling Cosmo junior en Dickson. En Benjamin uit de Alpen met forse baard en met zijn hond Beau. Ook onbekende gezichten, mogelijk vriendinnen van neven. Enkele buurtjongens die altijd even langskwamen. Vader haalde iedereen die maar kon naar huis met een argument dat haast dwingend klonk: Misschien ben ik er volgend jaar ook niet meer bij! En in het tweede jaar dat hij het zonder de vrouw des huizes moet doen, klonk zijn uitnodiging nogal dreigend en droevig. De verrassende aanwezigheid van zijn eerste dochter met nieuwe partner is verontrustend en feestelijk tegelijk. Hij omhelst haar en laat zich lang vasthouden, streelt haar wangen en laat zijn tranen lopen waar iedereen bij is.

3

Broer Cosmo had de zitkamer verlaten in plaats van toe te schieten om zijn zusje uit haar bontjas te helpen. Naar de keuken liep hij en ging voor de houtkachel staan warmen. De huismeester en zijn twee hulpen keuvelden ongehinderd verder terwijl ze met hun handen allerlei dingen deden als aardappelen schillen, glazen poetsen, bestek helder wrijven, kandelaars bijvullen. Huismeester Lucienne was even haast ongemerkt stilgevallen en had Cosmo vragend aangekeken. Hij stond echter met zijn rug naar hen toe, starend in de vlammen, om plotseling zonder enige opwinding te zeggen: Lucienne, Rooni, Mavis, jullie mogen drie keer raden wie zonet door vader naar binnen is geknuffeld? Ze bevroren even. Stormden naar het raam. Met een ruk keerde hij zich om en zag het gebeuren: Mavis beide handpalmen naar de wangen, Rooni opengevallen mond, Lucienne handen in de zij als een vinnig viswijf. Ze wisten het meteen. Noemden echter niet haar naam. Negeerden hem.

4

Glimmend chroom. Edelgrijs in het lak. Bekleding wijnrood, fluweel en leder. Bouwjaar? Zelfs het heldere winterweer van het moment kon niet meer stralen dan het voertuig van de Engelssprekende heer en hun verwant. Het was te koud om zonder jas nog langer in de tuin te staan bewonderen. Zwijgend lopen ze haast achter elkaar terug naar de keukendeur. Vader staat hen op te wachten met haar en zijn gloednieuwe schoonzoon. Maar nog voordat hij nog meer van zijn vreugde kan laten merken begint zij te zingen. Ze had een stem om schatrijk van te worden. Muzikaal overbegaafd als zij notabene was. De keuken vulde zich met de Habanera en met nog meer anderen. Het was alsof het lied de stilte die haar verschijning teweegbracht niet kon doorbreken: (...) mais si je t’aime (...). Tot ze zweeg. Huismeester Lucienne klapt in de handen voorzichtig maar indringend. Anderen volgen steeds enthousiaster. Zij houdt de ogen gesloten. Haar echtgenoot kijkt rond en zegt haast verontschuldigend: Het is maar een aria in het Frans uit de opera Carmen van Bizet. Toen keek ze de keuken in recht naar haar broer Cosmo en wendde zich langzaam tot de huismeester met een lichte buiging. Ging dichterbij haar echtgenoot staan. Pakte zijn uitgestoken hand beet. Gaf een handkus. Nog een applaus. En eenmaal vaders kreet: Bravo en welkom thuis!

5

Na de thee nam Clara haar mee naar de kleedkamer van moeder. Terwijl de kamerdeur uit het slot wordt gedraaid legt ze haar hand op die van haar zusje: Niet uit jezelf spreken over mam. Mijn vragen over haar beantwoorden, wil je? De zusters staan al in de kleedkamer van hun overleden moeder. Clara zegt aarzelend: Hoe weet ik wanneer ik te veel zeg bij het beantwoorden? Haar zuster zegt snel: Stil Claartje, zeg ik dan. Afgesproken? Ze spreekt terwijl ze rondkijkt alsof ze niet echt in moeders domein wil treden. Waarom staat haar uurwerk stil, Clara? Ze wacht geen antwoord af. Loopt naar het bankje bij moeders kaptafel en gaat zitten. Zitten en huilen. Clara gaat bij een raam staan met haar rug tegen de gordijnen. Het is zo koud bij moeders dingen. Ze voelt de diepte van haar zusters verdriet. Ze weet dat ze erbij moet blijven zonder iets in te brengen van troost. Ook zijzelf is nog niet helemaal uit haar rouw. Langer dan een uur bleef het doodstil. Clara ziet hoe ze opstaat, naar het uurwerk grijpt en het probeert op tijd te stellen. Het lukt. Het vertrouwde tikken klinkt opnieuw door de kamer. De zussen glimlachen naar elkaar. Heeft mam het nog over mij gehad in de jaren voor haar sterfbed? Clara liep op haar af en spreekt zacht. Zij luistert. De lucht die ze uitademt wordt warmer. Zusje Clara mag moeders kleedkamer verlaten na op beide wangen een zoen. Zij blijft achter tot het tijd is voor het diner.

6

Angus zat aan het schaakbord met zijn schoonvader. De mannen spraken niet. Soms kuchte Angus. Dan is de neusademhaling van vader even hoorbaar. En de enorme klok in de vestibule maakt alles stiller. De kamers in de villa herbergen de gasten comfortabel en huiselijk. Hij kan een soort geluk proeven dat er misschien niet meer is in haar oorspronkelijkheid, maar dat overal sporen heeft achtergelaten. Hij zelf heeft het ruim dertig jaar onvoorstelbaar goed gehad met zijn eerste vrouw. Ook al waren zij samen meer op reis en huisden zij vooral in gehuurde onderkomens van anderen. Geluk is Geluk is Geluk! Hij kan de rouw van de gastheer voelen en zelfs begrijpen. Hij kijkt naar het smalle gezicht van zijn schoonvader. Nooit zal hij zelf een gesprek beginnen maar wachten tot de oude heer hem daartoe de gelegenheid biedt. Zij heeft hem opgedragen bij haar familie geen woord Nederlands te spreken maar de buitenstaander te blijven met wie zij is getrouwd. Ook had ze daarbij gemeld, dat vragen stellen over persoonlijke aangelegenheden, taboe is in haar vaders huis. Onwrikbaar goed heeft de Britse taal zich in hem ontwikkeld sinds zijn kostschooljaren op Wales en dat heeft ook Olga ervaren. Even dwaalden zijn gedachten compleet af naar haar adorabele verschijning. En terug naar het schaakbord. Hij overzag de stand van de stukken en begreep, dat hij het deze keer zou verliezen. Maar plotseling staat de gastheer op, buigt haast in zijn volle lengte van 1.90 meter naar hem toe en bromt liefdevol: Jongen, hoe gaat het eigenlijk met mijn dochter?

7

Toen zij aan tafel verscheen hield het rinkelen, fluisteren, praten, lachen abrupt op. De kandelaars die samen zestig kaarsen droegen flikkerden en sisten, vertoonden zelfs halo’s alsof ineens een koude luchtstroom was binnengevallen in een ruimte vol warmte. Het ontging haar allemaal niet en ze moest glimlachen om de gelaatsuitdrukking van de tafelgasten. Ga toch gewoon door, zei ze zachtjes verontschuldigend en zocht naar een lege stoel voor haar zelf. Wij wachten op jou, riep vader. Hij had misschien niet in de gaten, dat ze een wollen japon van moeder aan had. Ze nam elegant plaats naast haar eigen man. Prompt begon het geroezemoes opnieuw de eetkamer te vullen. Broers en twee zussen doen niet meer mee. Ze kijken naar haar en van haar naar elkaar. Moeders japon valt zo precies, dat het even heeft geleken dat mam er weer glorieus stond. Het blijft onverdraaglijk zoals zij kan lijken op hun moeder. En niet slechts wat uiterlijkheden betreft. Ze was leergierig, een gezondheidsfreak en ontzettend gesteld op gezelschap. Echter wat haar tot het verslinden van kerels had aangezet was niet alleen een raadsel voor het gezin maar werd mettertijd een soort schaamte, die als familiegeheim bleef opgeborgen. Zij nam mannen in als vitaminepillen, als borrels. Als vakkennis verslond ze hen om daarna grinnikend op te merken – bij nieuwsgierige vragen van deze en gene: O, bedoel je voetnoot tweeënveertig, whisky, ijzersulfaat? Een vrouw kan een schoonheid zijn tot in de plooien van haar geslacht, maar dat maakt haar niet tot een soort alleseter. Ook niet met een boel zelfspot. Broer Cosmo denkt haast hardop, schenkt zichzelf nog een glas wijn in. Drinkt het meteen leeg.

8

Er wordt opgediend. Vegetarisch, gevogelte, vis, wild. Maar terwijl iedereen naar keus het bord laat volscheppen, blijft haar bord leeg. Nog voordat de gastheer opstaat om een toost uit te brengen, hipt zij van haar stoel en gaat langs met een lepel en een zacht: Geef me toch een muizenhapje van wat er op jouw bord ligt. En toen er eindelijk werd gegeten, gepraat, geklonken, gelachen en geen gast iets tekortkwam, was zij haast ongemerkt naar de piano gelopen in de aangrenzende kamer. En flarden Brahms, Mozart, Chopin, Ravel dwarrelden als confetti door de kamers. Haar echtgenoot kon haar niet zien zitten maar luisterde met opgeheven hoofd. Iedere keer als het even stilviel bij haar, applaudisseerde hij. Natuurlijk was hij niet de enige die zijn bewondering uitte. Mogelijk was hij ook niet de enige die zich tevens wat ongemakkelijk begon te voelen. Ze had nauwelijks iets gegeten. Twee glazen water. Een slok wijn. En het leek erop, dat iemand haar van de pianokruk zou moeten rukken, om te voorkomen dat er iets vreemds zou gebeuren. Met de villa? Met een gast? Met een bloedverwant? Met haar? Wie goed luisterde kon haar intensiteit voelen. Voelen toenemen ook. Na een Schubertlied waarin zij neuriënd te horen was leunde vader naar haar echtgenoot en sprak op fluistertoon. Angus knikt. Daarna sprak hij luid genoeg: Zullen we over een halfuur een stuk gaan lopen langs de plassen? Zij had vaders voorstel opgevangen. Hield stil. Riep: Pap, dit slotstuk is speciaal voor moeder! En iedereen hield zich in, keek haar kant op, luisterde veertien minuten haast ademloos naar iets zo traag gespeeld, zo melodieus, zo zuiver.

9

Broer Cosmo staat in gloeiende kolen te staren. De twee mannen die samen met de vrouw het diner hebben verzorgd zijn bezig af te ruimen. De eetkamer wordt ontdaan van alles wat aan het voedsel doet denken. Een gigantische bos blanke lelies wordt weer naar binnen gedragen. Elk jaar dezelfde rituelen. Ruim veertig jaar hetzelfde format haast. Na pakjesavond op zes december hebben zijn ouders hun woonhuis tot de kerstdagen opengesteld voor allerlei relaties met lunchbuffetten, diners en borrelavonden. Alsof de kilte van de winter met hartelijkheid te lijf moest worden gegaan. Moeder Eva vond het gewoon heerlijk ook om het jaar uitbundig met dierbare anderen af te sluiten. Hij weet precies hoe vredig een echtpaar kan voortbestaan. De kinderen hadden helemaal niets te vrezen. Behalve elkaar. Dan groeit een slopende ziekte iemands lichaam kapot. En de decembersalons kregen langzaam maar beslist iets droevigs. Hij vindt het nog steeds onaanvaardbaar, moeders ziekte. Lucienne tikt hem op de schouder en biedt hem een glas donkere wijn aan. Herademend drinkt hij dat langzaam leeg. Het eten was weer verrukkelijk. Zal hij het zeggen? Hij doet het en Rooni reageert haast plechtig: En dit jaar met prachtige live pianomuziek! Hij knikt instemmend en glimlacht ongewild. Beelden verwarren zijn gemoed. Hij had haar toen ze nog geen tien was weleens beetgepakt en ruw betast tussen haar benen. Zij zittend op de pianokruk verstijfd van verbijstering. Vriendjes had hij ooit meegenomen, haar naar zijn kamer gelokt, haar vastgehouden en laten betasten. Niet doen, Cosmo! Hij hoort haar nog en tranen lopen over zijn gezicht. Op een gegeven moment wilde ze alleen nog maar in jongenskleren rondlopen. En toen zij alles beter kon dan hij, beter dan zijn vrienden, beter dan iedere vent die bij hen langskwam: toen durfde hij haar niet eens meer onder ogen te komen. En Olga ging om haar garderobe bij te stellen ‘een beetje modeacademie in Amsterdam’ doen, liet zich weleens zien in de villa als een soort diva. Hij sluipt uit de keuken. Buiten is het behoorlijk donker. Een koele bries helpt hem ontglippen aan die scheur in zijn verleden. Hij schudt het hoofd tot hij zijn wangen voelt klotsen. Olga heeft hem gedreven naar het voetbalveld waar hij kapot werd getrapt door jongens die sterker waren maar hij heeft volgehouden om vooral niet haar mindere te hoeven zijn in het zwembad waar iedereen het had kunnen waarnemen.

10

Nooit heeft hij begrepen waar haar intellectuele overmacht vandaan kwam. Zelfs gefantaseerd, dat zij andere ouders had, vurig gehoopt dat ze gauw opgebrand zou zijn, dat ze jong weg zou kwijnen vanwege een geslachtsziekte. Niets daarvan. Ze heeft moeder overleefd. En sinds ze met haar kont in de boter is gevallen bij een vreemdeling die haar vader had kunnen zijn, lijkt haar leven als een sprookje te zullen eindigen. Altijd waren haar vrijers groter, knapper, beter opgeleid dan hij. Altijd heeft hij die kerels hoe dan ook dwarsgezeten. Hij wordt opgeleid tot oogarts. Op haar zesentwintigste is zij hartspecialist. Hij opent zijn eigen oogkliniek. Zij naait zich in bij een stel neurologen – die baanbrekend onderzoek doen naar onbekende neurale vermogens van de hartspier – en publiceert in een prominent bulletin. Hij trouwt een weliswaar geadopteerd maar puur Japans meisje om zijn zuster uit zijn systeem te wissen: Tekimi is dol op juist haar! Het genoegen dat hij heeft beleefd om haar te zien lijden aan de minnaars die ze koos, heeft hij eigenlijk nooit begrepen. En sinds hij haar heeft weergezien moet hij steeds snotteren omdat hij het gevoel heeft, dat ze ontzettend in nood zit. Hij ruikt onraad. Hij weet niet of het zijn eigen rottigheid is of iets in haar dat tot ontbinding is overgegaan. Hij wil haar helpen maar kan niet eens voldoende dichtbij komen om haar eindelijk te verzoeken, hem te vergeven voor alles wat hij haar heeft aangedaan. Alles: ook de verzinsels en roddels, die hij als feiten bij mam had gedeponeerd toen ze maar niet kwam opdagen na haar ongeval, zelfs niet toen moeder doodziek was. Maar steeds als haar blik zich boort in zijn ogen, is het alsof ze in hem een bericht deponeert met de inhoud: ik haat je niet dood maar ik houd je op poolijs! Voetstappen dichtbij: Ik heb haar ook geneukt! Het is de donkere stem van de huismeester. Hij vliegt op hem af, grijpt Lucienne bij een mouw, sist: Zo praat je niet over mijn zuster, verdomme jij...! Hij houdt het scheldwoord in. Ze kijken elkaar aan en ze verdwijnen in het donker.

 

© 2017 Astrid H. Roemer

pro-mbooks1 : athenaeum