Leesfragment: Athenaeum. Fragmenten, essays, kritieken

27 november 2015 , door Friedrich Schlegel
| |

Binnenkort verschijnt Athenaeum. Fragmenten, essays, kritieken (vertaling Jan Sietsma), een selectie teksten van Duits filosoof Friedrich Schlegel die zijn bijdrage aan het tijdschrift Athenaeum weerspiegelen. Presentatie 19 november in het Goethe Institut Amsterdam. Wij publiceren voor. '[41] Mensen die van Kant uitleggen hun beroep hebben gemaakt, ontberen een orgaan waarmee ze enige kennis zouden kunnen nemen van de onderwerpen waarover hij geschreven heeft, of ze hebben net dat kleine ongeluk dat ze behalve zichzelf niemand begrijpen, of ze drukken zich nog omslachtiger uit dan Kant zelf.'

De teksten van Friedrich Schlegel die voor dit boek zijn vertaald, verschenen voor het eerst in het tijdschrift Athenaeum (1798-1800) en behoren tot de canon van de Duitse romantiek. De selectie weerspiegelt de veelzijdigheid van Schlegel: essays, kritieken en de zogeheten 'Fragmente' die variëren van één zin tot één pagina. De 'Athenaeum-Fragmente' vormen de basis van de bundel en tonen de jonge Schlegel in nuce: woorden geven aan de morele, politieke en religieuze betekenis van de Franse Revolutie, een nieuwe literatuur(theorie) formuleren en de scheiding tussen filosofie, wetenschap, kunst en het leven slechten.

 

De Athenaeum fragmenten

[1] Over geen enkel onderwerp wordt zo zelden gefilosofeerd als over de filosofie zelf.

[2] Verveling lijkt in zowel oorsprong als uitwerking op bedompte lucht. Beide komen gemakkelijk tot stand wanneer een grote groep mensen in een afgesloten ruimte bijeen is.

[5] Wat een goede samenleving wordt genoemd, is meestal slechts een mozaïek van gepolijste karikaturen.

[16] Wanneer het wezen van het cynisme erin bestaat om de voorkeur te geven aan de natuur boven de kunst, aan de deugd boven schoonheid en wetenschap; om zich niets gelegen te laten liggen aan de letter, waaraan de stoïcijn zich strikt houdt, om slechts aandacht te hebben voor de geest, om alle economische waarde en elk politiek vertoon onvoorwaardelijk te verachten, en om de rechten van de onafhankelijke wil stoutmoedig te handhaven, dan is het christendom eigenlijk niets anders dan universeel cynisme.

[19] De beste manier om niet of beter gezegd verkeerd begrepen te worden, is woorden in hun oorspronkelijke betekenis te gebruiken; in het bijzonder woorden uit de oude talen.

[26] Duitsland is waarschijnlijk een lievelingsonderwerp van de essayisten, want hoe minder een natie voltooid is, des te meer ze een onderwerp van kritiek is en niet van geschiedenis.

[32] Men behoort witz te hebben, maar niet het te willen bezitten; anders ontstaat Witzelei, alexandrijnse stijl in witz.

[34] Bijna alle huwelijken zijn slechts een concubinaat, liaisons of eerder nog provisorische pogingen en verre benaderingen van een echt huwelijk, waarvan het eigenlijke wezen - niet volgens de paradoxen van een of ander systeem maar volgens alle geestelijke en aardse wetten - erin bestaat dat meerdere personen één persoon worden. Een mooi idee, dat bij zijn verwerkelijking echter talloze grote problemen lijkt te ondervinden. Alleen daarom al dient de wil, die wel een woord mag meespreken als het erop aankomt of iemand op zichzelf een individu wil zijn of een integraal deel van een gemeenschappelijke persoonlijkheid, hier zo min mogelijk beperkt te worden; en het is moeilijk voor te stellen welke fundamentele bezwaren men tegen een huwelijk à quatre zou kunnen inbrengen. Maar wanneer de staat juist de mislukte huwelijkspogingen met geweld bijeen wil houden, hindert hij daardoor de mogelijkheid van het huwelijk zelf, dat door nieuwe, wellicht gelukkigere pogingen geholpen zou kunnen worden.

[35] Een cynicus zou eigenlijk geen bezittingen mogen hebben, want alle eigendommen van een mens nemen in zekere zin bezit van hem.

[37] Veel geestige invallen lijken op het verrassende weerzien van twee bevriende gedachten na een lange scheiding.

[41] Mensen die van Kant uitleggen hun beroep hebben gemaakt, ontberen een orgaan waarmee ze enige kennis zouden kunnen nemen van de onderwerpen waarover hij geschreven heeft, of ze hebben net dat kleine ongeluk dat ze behalve zichzelf niemand begrijpen, of ze drukken zich nog omslachtiger uit dan Kant zelf.

[44] Iedere filosofische recensie dient tevens een filosofie van de recensie te zijn.

[45] Nieuw of niet nieuw? - Die vraag stelt men altijd bij een werk, zowel vanuit het hoogste als het laagste gezichtspunt: dat van de geschiedenis en dat van de nieuwsgierigheid.

[51] Naïef is wat tot het punt van ironie of tot het punt van de voortdurende afwisseling van zelfschepping en zelfvernietiging natuurlijk, individueel of klassiek is of lijkt te zijn. Is het alleen maar instinct, dan is het kinderachtig, kinds of onnozel; is het alleen maar intentie, dan ontstaat gekunsteldheid. Het mooie, poëtische, ideëel naïeve moet tegelijkertijd intentie en instinct zijn. Het wezen van de intentie in deze betekenis is de vrijheid. Bewustzijn is bij lange na geen intentie. Er bestaat een zeker verliefd aanschouwen van de eigen natuurlijkheid of onnozelheid dat zelf onzeglijk onnozel is. Intentie vraagt juist niet om grondige berekeningen of plannen. Ook het homerisch naïeve is niet alleen maar instinct: het bevat minstens zo veel intentie als de gratie van lieflijke kinderen of onschuldige meisjes. En zelfs wanneer Hij geen intenties heeft, dan bezit zijn poëzie en de eigenlijke maakster ervan, de natuur, ze wel degelijk.

[62] Gepubliceerd worden verhoudt zich tot het denken als een kraamkamer tot de eerste kus.

[66] Wanneer een auteur geen enkel verweer meer heeft tegen een criticus, zegt hij vaak: jij kunt het echt niet beter. Dat is alsof een dogmatisch filosoof een scepticus het verwijt maakt dat hij geen systeem weet te bedenken.

[72] Volledige overzichten over een bepaald onderwerp, die tegenwoordig zo in de mode zijn, ontstaan wanneer iemand alle afzonderlijke zaken overziet en vervolgens samenvat.

[73] Geldt voor de bevolking niet hetzelfde als voor de waarheid, waarbij het streven, zoals men zegt, meer waard is dan het resultaat?

[74] In een gecorrumpeerde manier van spreken betekent 'waarschijnlijk' zoveel als bijna waar of ongeveer waar of wat misschien nog waar kan worden. Gezien de manier waarop het is opgebouwd kan het woord dat helemaal niet betekenen. Wat waar schijnt, hoeft om die reden niet in de geringste mate waar te zijn - maar het moet toch positief lijken. Waarschijnlijkheid is een kwestie van geslepenheid, van het vermogen om uit de mogelijke gevolgen van vrije handelingen de werkelijke te vinden, en iets volstrekt subjectiefs. Wat sommige logici waarschijnlijkheid hebben genoemd en wat zij proberen te berekenen is mogelijkheid.

[75] De formele logica en de empirische psychologie zijn filosofische grotesken. Het interessante van een meetkunde van vier hoofdregels of van een experimentele natuurkunde van de geest kan immers enkel liggen in het contrast tussen vorm en inhoud.

[76] Een intellectueel gezichtspunt is de categorische imperatief van elke theorie.

[80] De historicus is een rugwaarts gekeerde profeet.

[88] Er bestaan mensen die niet anders doen dan 'nee' zeggen. Het zou geen sinecure zijn om altijd terecht nee te kunnen zeggen, maar wie niets anders kan, doet het zeker verkeerd. De kieskeurigheid van deze neganten is een efficiënte schaar om de extremiteiten van een genie te zuiveren: hun verlichting is een grote kaarsensnuiter voor de vlammen van het enthousiasme; en hun verstand is een mild laxeermiddel tegen onmatige lust en liefde.

[91] De logica is noch het woord vooraf, noch het instrument, noch de formule, noch een episode van de filosofie, maar een aan de poëtica en ethiek tegengestelde en gecoördineerde pragmatische wetenschap, die uitgaat van de eis tot positieve waarheid en van de vooronderstelling van de mogelijkheid van een systeem.

[97] Als tijdelijke toestand is scepticisme logische revolte; als systeem is het anarchie. Scepsis als methode zou dus zoiets zijn als een opstandige regering.

[108] Schoon is wat tegelijkertijd opwindend en verheven is.

[111] De onderwijzingen die een roman hoopt mee te geven, moeten zodanig zijn dat ze alleen in hun geheel meegedeeld, niet stuk voor stuk bewezen en nooit aan een volledige analyse onderworpen kunnen worden. Anders zou de retorische vorm veruit te prefereren zijn.

[113] Een classificatie is een definitie die een systeem van definities bevat.

[116] De romantische poëzie is een progressieve universele poëzie. Haar doel is niet alleen om alle afzonderlijke soorten poëzie weer met elkaar te verbinden en de poëzie met de filosofie en de retorica in contact te brengen. Zij wil en moet ook poëzie en proza, genie en kritiek, kunstpoëzie en natuurpoëzie nu eens met elkaar vermengen, dan weer versmelten, de poëzie levend en maatschappelijk maken, het leven en de maatschappij poëtisch, de witz poëtiseren en de vormen van de kunst met allerlei gedegen soorten culturele materie aanvullen en verzadigen en door de vibraties van de humor bezielen. Zij omvat alles wat zuiver poëtisch is - van de grootste kunstsystemen die op hun beurt zelf weer systemen bevatten tot en met de verzuchting, de kus die het dichtende kind uitademt tijdens een kunstloos lied. Zij kan zich zozeer verliezen in wat zij uitbeeldt dat men zou denken dat zij enkel en alleen bestaat om allerlei poëtische individuen te karakteriseren; en toch bestaat er tot nu toe geen vorm die zo geschikt is om de geest van de auteur ten volle uit te drukken, met als gevolg dat menig kunstenaar die alleen een roman wilde schrijven min of meer zichzelf beschreven heeft. Alleen zij kan, net als het epos, een spiegel worden van de gehele omringende wereld, een beeld van het tijdperk. Desondanks kan ook zij, meer dan andere vormen, en bevrijd van alle werkelijke en ideële belangen, halverwege het voorgestelde en degene die voorstelt zweven op de vleugels van de poëtische reflectie, en zij kan deze reflectie telkens weer nieuw leven inblazen en tot een eindeloze reeks spiegels vermenigvuldigen. Zij is tot de hoogste en de meest veelzijdige Bildung in staat - niet alleen van binnen naar buiten maar ook van buiten naar binnen - omdat zij van datgene wat een geheel moet vormen alle delen op soortgelijke wijze organiseert, waardoor het uitzicht op een grenzeloos groeiend classicisme zich openbaart. Binnen de kunsten is de romantische poëzie wat witz is voor de filosofie, en wat sociabiliteit, gezelschap, vriendschap en liefde in het leven zijn. Andere soorten poëzie zijn ten einde en kunnen nu volledig geanalyseerd worden. De romantische dichtsoort is nog in wording; ja, het is haar wezenskenmerk dat zij altijd alleen maar worden kan en nooit tot voltooiing kan geraken. Zij kan door geen enkele theorie uitgeput worden en alleen een voorspellende kritiek zou zich eraan wagen haar ideaal te willen omschrijven. Alleen zij is oneindig, zoals alleen zij vrij is, en zij erkent als eerste gebod dat de wil van de dichter geen wet boven zich duldt. De romantische dichtvorm is de enige die meer is dan een vorm en als het ware de dichtkunst zelf is, want in een bepaald opzicht is of zou alle poëzie romantisch moeten zijn.

 

Vertaling © Jan Sietsma
Vertaling gedichten © Ard Posthuma

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum