Het eerste gedicht uit W.G. Sebalds Over het land en het water, vertaald door Ria van Hengel

03 december 2015

We vroegen Ria van Hengel haar vertaling van de eerste zin van W.G. Sebalds Over het land en het water toe te lichten.

N.B. Eerder publiceerden wij voor uit Sebalds Logies in een landhuis, ook in vertaling van Ria van Hengel. Lees het fragment op Athenaeum.nl.

Schwer zu verstehen
ist nämlich die Landschaft,
wenn du im D-Zug von dahin
nach dorthin vorbeifährst,
während sie stumm
dein Verschwinden betrachtet.

Moeilijk te begrijpen
is namelijk het landschap
wanneer je in de sneltrein
van daar naar ginds voorbijrijdt
terwijl het zwijgend toekijkt
hoe jij verdwijnt.

Dit is de eerste zin, en het eerste gedicht van de bundel Over het land en het water van de Duitse schrijver W.G. Sebald (1944-2001).

Sebald heeft naam gemaakt als een groot verteller, met prozawerken als Duizelingen, De emigrés, De ringen van Saturnus en Austerlitz; dat hij ook dichter was is veel minder bekend. Pas in de laatste elf jaar van zijn leven is Sebald, die als literatuurwetenschapper aan een Engelse universiteit werkte en steeds meer afkeer kreeg van de wetenschappelijke vorm, verhalend proza gaan publiceren, maar poëzie heeft hij zijn leven lang geschreven, vanaf zijn middelbare-schooltijd tot vlak voor zijn dood, en in feite was zijn literaire debuut al een poëziebundel, namelijk het prozagedicht Naar de natuur.

Als je vertrouwd bent met Sebalds prozawerk, herken je ook in de gedichten zijn grote thema's, met een beetje goede wil zelfs al in dit eerste korte gedicht: het verval (‘hoe jij verdwijnt’) van beschavingen, tradities, landschappen, dingen, mensen; de herinnering en het verlies daarvan (‘wanneer je ... van daar naar ginds voorbijrijdt’); je herkent zijn melancholie ('terwijl het zwijgend toekijkt'), zijn ironie ('namelijk'?), je herkent, niet zozeer in dit gedicht, wel in de meer epische gedichten elders in de bundel, zijn typische taalgebruik en de manier waarop hij verwijst naar andermans teksten en andere schrijvers, zijn vele toespelingen en citaten, ook uit zijn eigen werk. Voor lezers van Duizelingen zullen Dr. K. en de steeds terugkerende jager Gracchus goede bekenden zijn, en het hele derde deel van Naar de natuur blijkt nu een montage van vroegere, en pas nu gepubliceerde gedichten.

Ook in de combinatie van persoonlijke ervaring enerzijds en historisch verleden anderzijds laten deze gedichten parallellen met Sebalds proza zien. Het gedicht '9 juni 1904' beschrijft de laatste reis van Tsjechov, en 'Negentig jaar later' die van een reiziger die dezelfde route aflegt en die sterk op de auteur Sebald lijkt; 'In Bamberg' verwijst naar de tijd die Sebalds ouders daar in 1943 hebben doorgebracht, en vermengt die beschrijving met ervaringen die Sebald zelf heeft opgedaan bij een bezoek aan Bamberg in 1995.

Het was dus wel handig dat ik als vertaler van deze gedichten in de loop der jaren al Sebalds proza had vertaald: veel dingen kon ik meteen herkennen en vaak kon ik mijn eigen vertaling citeren. Sebalds gedichten zijn altijd rijmloos, en meestal in een vrij ritme geschreven, de uitdaging zat dus niet zozeer in de vorm als wel in de toon, het taalgebruik en de muzikaliteit. Ik ben heel dicht bij het origineel gebleven, met een enigszins klassieke woordkeus ('wanneer' in plaats van 'als', 'zwijgend' voor 'stumm'). En ik heb voor de Nederlandse gedichten een eigen ritme trachten te vinden: 'während sie stumm / dein Verschwinden betrachtet' werd 'terwijl het zwijgend toekijkt / hoe jij verdwijnt'.

Verder moest ik veel onderzoek doen naar de vele onbekende verwijzingen. De resultaten daarvan heb ik in de Aantekeningen verwerkt; volledig zijn die zeker niet, maar voor de lezers hoop ik dat ze enigszins zullen bijdragen aan een vreugde zoals de kennismaking met deze gedichten mij zelf heeft gegeven.

Ria van Hengel vertaalde ook de rest van het oeuvre van W.G. Sebald, en werk van Nietzsche (lees haar toelichting bij Zo sprak Zarathoestra), Goethe (lees haar toelichting bij Wilhelm Meisters leerjaren), Grimm, Sebastian Haffner, Marlen Haushofer, Janosch, Elfride Jelinek, C.G. Jung, Heinrich von Kleist, Herta Müller, Novalis, en Martin Walser. Ze kreeg in 2007 de Martinus Nijhoffprijs toegekend.

Delen op

€ 25,99
€ 25,99
€ 14,99
€ 19,99
€ 39,99
€ 22,99
€ 21,99
€ 21,99
€ 25,99
€ 25,99
€ 14,99
€ 19,99
€ 39,99
€ 22,99
€ 21,99
€ 21,99
pro-mbooks1 : athenaeum