De eerste zin van Nescio's Amsterdam Stories, vertaald door Damion Searls

22 maart 2012
| | | |

'Nescio schreef, nadat er tientallen jaren hoogdravende onzin over de Nederlandse lezer was uitgestort, als een gewoon mens,' schreef Gerard Reve al, en nog eens vele tientallen jaren later mogen ook Engelse lezers zijn kleine oeuvre lezen. Deze maand verscheen Amsterdam Stories, in de vertaling van Damion Searls. We vroegen hem de eerste zin van de vertaling van 'The Freeloader' ('De uitvreter') toe te lichten.

(Searls toelichting is vertaald door de redactie van Athenaeum.nl.)

Dit was de uitdaging. De eerste zin van 'The Freeloader' is een van de beroemdste in de Nederlandse literatuur, in een boek dat praktisch elke Nederlander gelezen heeft, over een alom geliefd personage, en geschreven door de schrijver die het vormelijk literaire wegvaagde en idiomatische, gesproken hartstocht in de Nederlandse literatuur bracht (Google Translate maakt van 'Nescio' 'Mark Twain'). Een Amerikaanse analogie zou 'Call me Ishmael' zijn, uitgesproken door Holden Caulfield in The Great Gatsby. Overdreven? Ik voelde geen druk.

Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.
Except for the man who thought Sarphatistraat was the most beautiful place in Europe, I’ve never met anyone more peculiar than the freeloader.

Niet de muziek maar de relaties

Nu kleeft aan elk woord behalve de lidwoorden een vertaalprobleem, hoewel niet makkelijk uit te leggen is hoe precies. De woordenboeken zijn dan wel duidelijk genoeg - de woorden hebben allemaal equivalenten van één woord in het Engels - maar de vertaler moet dat treffen wat Virginia Woolf ‘the whole fling of the sentence’ noemde. De gebruikelijke term is voice, iets wat meestal geïnterpreteerd wordt als een kwestie van toon, register, ritme, en andere muzikale analogieën, maar hier gaat het niet om stijl, maar om de sociale kant van de vertaling. Het is een probleem van addressering: de zin introduceert drie mensen – de Sarphatistraatfan, de uitvreter en de ik – en richt zich tot een vierde, en de zin verbindt deze mensen met elkaar. Mijn vertaalprobleem gaat om de verhoudingen tussen dit viertal.

Zet Nescio, of de verteller, die liefhebber van de Sarphatistraat voor de gek? Of vindt hij stiekem dat hij gelijk heeft, en is dat dan tegendraads of insinueert hij dat de lezer ergens wel weet dat hij het daarmee eens is? (Hij gaat ervan uit dat je deze persoon op de een of andere manier goed genoeg kent om hem te introduceren en daarna niet meer te noemen.) En op welke manier bepaalt die beschrijving van de man dan je verwachting over de uitvreter – hij is bijzonder, maar is hij wonderbaarlijk of eigenaardig? Curieus of gek?

Letterlijke vertalingen: plek, kerel…

Een letterlijke vertaling van de zin is: ‘Leaving aside the man who found Sarphatistraat the most beautiful spot in Europe, I have never known a stranger fellow than the freeloader.’ Is het dan de prettiest, loveliest, most beautiful, of nicest spot, corner of, nook in all of, of place in Europa? (Mooi betekent, net als het Duitse word schön, ‘beautiful’ in de meest verheven, sublieme zin van het woord, maar als leuk eenlettergreepwoord staat het ook voor het zoutlozere nice, pretty, neat, tot aan bijna betekenisloze tussenwerpingen als uh-huh of okay. Het is een erg doorsnee woord, en elke keer dat het voorkomt moet de vertaler niet beslissen wat het betekent, maar hoe het te interpreteren. Een plek, verwant met het Engelse ‘fleck’, is een spot of patch, zoals op kleding, maar ook een klein gebied, een zone, geografisch.)

Heeft de verteller nooit een eigenaardiger fellow of chap (de woordenboekbetekenissen van kerel), guy (idiomatischer, maar waarschijnlijk te hedendaags – gaan we nu uitzoeken of ‘guy’ in het Engels van 1910 gebruikelijk was? Maakt het überhaupt een verschil?), man of person, of vermijden we het woord en zeggen we ‘anyone’ (of ‘anybody’)?

… behalve, uitvreter, werkwoorden

Zelfs het eerste woord van de zin, een treffende en ietwat omslachtige opening (het begint immers door iets of iemand uit te sluiten van wie we nog nooit hadden gehoord), confronteert de vertaler met keuzes: Leaving aside, Disregarding, Save for, of simpeler: Aside from, Except for, Other than? De ‘freeloader’ zelf is de uitvreter, letterlijk ‘out-gobbler’, iemand die alles oppeuzelt wat je hebt, je uit je huis vreet: de beste vertaling is schnorrer, maar het Jiddische doet af aan de kracht van de benaming; andere mogelijke vertalingen zijn sponger en leech (die allebei metaforen voor uitzuigen in zich dragen, en dus het origineel beter benaderen) en mooch, maar ze zijn allemaal ouderwets op de verkeerde manier.

De werkwoorden stellen je voor minder grote dilemma’s: de man vond de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa (is het van belang om de zoekmetafoor te behouden, of doet dat te formeel aan in het Engels?); de vertaler heeft nooit een wonderlijker kerel gekend (dat impliceert dat ze elkaar al langer kennen, niet een ontmoeting, maar ‘met’ is natuurlijker Engels). En als je het hulpwerkwoord hebben meetelt, dat levert ook problemen op: samentrekken of niet? Nescio is beroemd voor zijn oorspronkelijke gebruik van samentrekkingen, zij het niet in deze zin; deze vorm van het werkwoord (heb ik) kan niet samengetrokken worden, dus Nescio heeft samentrekking niet vermeden, dus I have en I’ve zijn allebei juiste vertalingen.

Register op zijn plaats gezet

Er zijn dozijnen, nee honderden verschillende varianten, en elk ervan resoneert anders met al het andere op die pagina, in het verhaal, in het boek. Dus je zet je geld in, je gokt, maar je kunt niets uit een woordenboek aanvoeren om je uiteindelijke keuze te verantwoorden. Native speakers zullen je zeggen, en ze hebben het me gezegd, dat spot de correcte vertaling van plek is; er is een ander Nederlands woord, plaats, voor place. Dus waarom place gebruiken? Spot klinkt ‘niet verkeerd’, en het is ergens een beter woord aangezien het spreektaliger is, zoals plek.

Maar het doet de toon van de zin op de een of andere manier geen recht: misschien omdat Sarphatistraat vreemder en onbekender is voor een Engelse lezer dan een Nederlandse, dus voor het evenwicht wil je het minst opvallende word voor plek; misschien omdat spot te doorsnee is in combinative met het more beautiful in het hogere register (prettiest spot of iets dergelijks zou die man niet zo bijzonder doen schijnen, zeker niet voor lezers die niets van de Sarphatistraat afweten); misschien omdat Except for een directe vertaling van Behalve is, en de zin minder spreektaligheid nodig heeft; misschien omdat de samentrekking I’ve het al los genoeg maakt (deels om het polysyllabische peculiar te compenseren). In geen van deze verklaringen geloof ik helemaal.

De analogie met muziek is er weer ingeslopen: ‘resoneert’, ‘toon’. Dat was niet mijn bedoeling. De zin met spot pakt je minder; het zet die wonderlijke kerel neer als wonderlijk op een net iets andere manier, en bepaalt je gevoelens voor de uitvreter anders, spreekt je in zijn geheel anders aan.

Maar ik waarschuwde al dat dit erg lastig is om uit te leggen.

Damion Searls vertaalde meer dan een dozijn boeken, recentelijk Kippenberger: The Artist and His Families. Zijn vertaling van Hans Keilsons Comedy in a Minor Key was een New York Times Notable Book of 2010 een een National Book Critics Circle Award finalist, en won de 2011 Schlegel-Tieck Translation Prize. Hij schreef What We Were Doing and Where We Were Going (verhalen) en zijn poëzie is in The Paris Review gepubliceerd.

pro-mbooks1 : athenaeum