De eerste zin van Lutz Seilers Kruso, vertaald door Herman Vinckers

07 juli 2016
| | | | |

Lutz Seilers Kruso is een van de Athenaeum Zomerboeken 2016. We vroegen zijn vertaler, Herman Vinckers, zijn werk toe te lichten.

N.B. Eerder besprak Jerker Spits de roman, en publiceerden we voor uit Vinckers' vertaling.

Enkele weken na inlevering van mijn vertaling van Kruso kreeg ik het manuscript terug met de correcties van de persklaarmaker. In zijn toelichting schreef hij dat het boek bij hem de associatie opriep van een koortsdroom: 'Een koortsdroom in de vorm van een roman. Tot aan de redelijk nuchtere epiloog lijkt de tekst één lange hallucinerende "flow": associatief, sensitief, zintuiglijk, poëtisch, maar ook ontregelend, verward, smerig, vervreemdend en niet te vergeten heel dicht op de huid.' Ik vind het een rake observatie.

Seit er aufgebrochen war, befand sich Ed in einem Zustand übertriebener Wachsamkeit, der es ihm verboten hatte, im Zug zu schlafen.
Sinds hij op pad was gegaan, bevond Ed zich in een toestand van overdreven waakzaamheid, die het hem had verboden in de trein te slapen.

Uit de eerste zin van de roman blijkt dat ene Ed juist zijn uiterste best heeft gedaan om níét in slaap te vallen. Hij bevindt zich zelfs in een toestand van overdreven waakzaamheid. Hoezo waakzaam? En nog wel overdréven waakzaam? Liggen er bedreigingen op de loer dan? Nou ja, het is de DDR, waar de bewegingsruimte beperkt is. En deze Ed is zomaar, zonder iemand daarvan op de hoogte te brengen, van huis vertrokken, van provinciestad Halle naar de Oostzee.

Een nacht op het station

Op het moment dat het verhaal begint, is het nacht en moet Ed in Berlijn op het station wachten tot de eerste trein richting Oostzee vertrekt. Een beetje griezelig is het allemaal, er hangen duistere figuren rond. Hij probeert wat te slapen op een brede vensterbank, droomt over een kameel in de woestijn en wordt onaangenaam gewekt door een oude man die probeert hem een zoen te geven en vraagt of hij met hem mee naar huis wil. Ed slaat de man wild van zich af, waarbij diens toupet van zijn hoofd glijdt en een glimmend kale schedel zichtbaar wordt, een 'kleine maan'.

Dan komt een patrouille van de Transportpolizei het station binnen. Iedereen zonder kaartje wordt zonder pardon naar buiten geveegd, maar Ed mag blijven. 'Wat gaat u doen aan de Oostzee', vraagt een van de agenten. 'Een vriend opzoeken, vakantie vieren.' De agent herhaalt: 'Vakantie, vakantie', alsof hij hem niet helemaal gelooft. Maar Ed wordt verder met rust gelaten. Deze eerste confrontatie met vertegenwoordigers van de staat sinds zijn vertrek valt mee. Misschien is zijn waakzaamheid inderdaad wat overdreven geweest.

Het eerste hoofdstuk, 'Kleine maan', beslaat slechts vier pagina's en meteen zijn we al overdonderd met indrukken. In de nachtelijke stationsrestauratie staan een paar koppen soljanka op een warmhoudplaatje. 'Als rotspunten staken uit de met een lichtgrijs vlies bedekte soep een paar vettig glimmende stukken worst en komkommer, die door de onophoudelijk aangevoerde warme lucht een beetje heen en weer bewogen en aan de activiteit van ingewanden deden denken - of aan de polsslag van het leven, dacht Ed, vlak voordat het afloopt.'

Boem paukenslag

Kruso is het romandebuut van Lutz Seiler, die voornamelijk bekend is als dichter. En dat merk je. Dat voel je! Dat ruik je! Dat proef je! Zo'n beetje elke bladzijde ademt poëzie. Veel plaats wordt ingeruimd voor het werk van de Oostenrijkse dichter Georg Trakl (1887-1914), van wie veel gedichten vertaald zijn, maar lang niet alle. Voor de vertaling van een paar regels van Sonja moest (mocht!) ik bijvoorbeeld mijn eigen dichtader aanboren. Ook het gedicht Melopee van Paul van Ostaijen neemt in het boek een prominente plaats in. Enkele regels hieruit worden als een soort hymne gezongen door de seizoenkrachten (eska's) van het hotel waar Ed komt te werken. In het boek staan ze in Duitse vertaling. Ik hoefde ze niet meer (terug) te vertalen, maar kon probleemloos teruggrijpen op het bestaande origineel. Een gelukje voor de vertaler Nederlands!

Tegen het eind van het boek komt Paul van Ostaijen nog een keer terug. Althans, in mijn vertaling, niet in het Duitse origineel. Ai, een doodzonde? Een vertaler die er maar wat bij verzint? In september 2015 woonde ik een driedaagse workshop in Duitsland rond het vertalen van Kruso bij. Daar waren behalve de schrijver vijftien vertalers uit evenzovele taalgebieden aanwezig. We konden hem het hemd van het lijf vragen over alles waar we als vertalers tegenaan liepen. Juist omdat het boek zo vol dichterlijk taalgebruik staat, drukte Seiler ons op het hart vooral ook vertalingen te kiezen die goed klínken. Er is een fragment waarin Ed en twee andere mannen hun armen opensnijden om bloedbroeders te worden. Op dat moment denkt Ed: 'Dann der dumpf pochende Herzschlag: Dr.-Dr.-Dr.-Da-the.' Prof. dr. dr. Heinrich Dathe was een bestaande figuur in de DDR: hij was directeur van een dierentuin en had een populair televisieprogramma. Met het ritmische gebruik van zijn titulatuur en naam moest ik iets. Het werd: 'Vervolgens het dof kloppende hart, boem paukenslag.' Ik heb het hem niet kunnen vertellen, want deze oplossing bedacht ik pas ná de workshop, maar ik weet zeker dat Lutz Seiler het met deze vondst eens zou zijn.

Herman Vinckers vertaalde ook werk van Martin Suter, Catalin Dorian Florescu, Dirk Kurbjuweit, Thees Uhlmann en Simon Urban.

De eerste zin van Lutz Seilers Kruso, vertaald door Herman Vinckers

Delen op

€ 6,99
€ 18,99
pro-mbooks1 : athenaeum