De vleesgeworden laudatio. Maarten Asscher over Johan Polak

31 mei 2017
| | |

Het woord 'laudatio' en de naam 'Johan Polak' vormen een perfecte combinatie. Op de eerste plaats omdat het woord uit het Latijn komt, een taal die de latinist en Sallustius-vertaler Johan Polak zich bovengemiddeld eigen had gemaakt. Op de tweede plaats omdat Johan Polak in zekere zin zelf de vleesgeworden laudatio was. Voortdurend prees hij de groten van de wereldliteratuur, en bij het in bewondering omhooghouden van hun grootheid liet hij nooit na zichzelf te kleineren. 'Meine Wenigkeit,' zo duidde hij zichzelf graag aan. 'Een dwerg tussen de cracks.' Of - nog komischer - 'Ik ben een klein stationnetje waar de grote intercitytreinen allang niet meer stoppen'.

N.B. Dit is de laudatio die Maarten Asscher op 30 mei 2017 uitsprak bij de presentatie van Koen Hilberdinks biografie J.B.W.P. Het leven van Johan Polak.

Weldoener

Misleid door die humorvolle bescheidenheid is het een beetje bon ton geworden om af te dingen op de betekenis en de prestaties van Johan Polak. Om over de jaren waarin hij zich als gedienstige weldoener in de wereld van literatuur en boek manifesteerde, net te doen alsof het allemaal niet origineel en modern genoeg was, of Johan Polak vooral zelf vooruit wilde komen in de letteren en de geesteswetenschappen.

Dat laatste mag zo zijn - voor wie in de boekenwereld geldt het trouwens niet? - maar zijn verdiensten liegen er niet om: hij was medeoprichter en uitgever van Athenaeum - Polak & Van Gennep, hij was oprichter en eerste directeur van de Athenaeum Boekhandel, hij was verzamelaar van kunst en van bijzondere boeken, hij was mecenas voor schrijvers en kunstenaars, hij was initiatiefnemer, uitgever en financier van diverse literaire tijdschriften, hij was een veelgevraagd spreker in het lezingencircuit, hij was auteur van enkele boeken met literaire opstellen en last but not least was hij een markant propagandist van de homo-emancipatie in Nederland.

In de Quote 500 vindt u jaarlijks een hele schare jongemannen die met hun aan deze of gene start up, speculatie of erfenis overgehouden miljoenen niets doen wat maatschappelijk en cultureel gesproken ook maar in de schaduw kan staan van wat Johan Polak al op relatief jonge leeftijd betekende. Zijn rol in de Nederlandse literaire cultuur laat zich vergelijken met wat mensen als Joop van Caldenborg en Jos de Pont in de huidige tijd betekenen voor de beeldende kunst en de fotografie.

Intellectueel baken

Een bedrijf als de Athenaeum Boekhandel, volgens de Italiaanse uitgever en schrijver Roberto Calasso een van de drie beste boekhandels ter wereld, dankt zijn oorspronkelijke bestaansrecht volledig aan de visie en de beginfinanciering door Johan Polak. Hetzelfde geldt voor Athenaeum - Polak & Van Gennep, met bijvoorbeeld een hedendaagse prachtreeks als de Perpetua-serie, die zijn oorsprong mede vindt in het eigen vertaalde fonds van de uitgeverij. Schrijvers als Marguérite Yourcenar, James Purdy, Elias Canetti, Witold Gombrowicz, J.C. Bloem, Italo Svevo, Vladimir Nabokov, George Steiner en Ida Gerhardt: Johan Polak heeft ze zeker niet allemaal zelf ontdekt. Hij heeft we wel allemaal uitgegeven en velen van de tijdgenoten onder hen persoonlijk gekend.

En dan heb ik het nog niet eens over het omvangrijke fonds met vertalingen uit het Grieks en Latijn. In de jaren 60 en 70, toen het Gymnasium in Nederland serieus met opheffing werd bedreigd, vormde het klassieke fonds van uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep een intellectueel baken en een niet geringe steun en stimulans voor hen die de bestudering en vertaling van de klassieken aan het hart ging. Aristoteles, Homerus, Thucydides, Ovidius, Suetonius, Petronius, Plato. Je kunt ernaar kijken als dode auteurs waarmee geen geld te verdienen valt, je kunt ze ook zien als dragers van de westerse geschreven cultuur. Johan Polak keek voorbij aan het eerste gegeven en richtte zich op het tweede.

De droom van het perfecte boek

Zelf heb ik Johan Polak voor het eerst ontmoet in het voorjaar van 1980, toen ik als bijna afgestudeerd auteursrechtjurist bij zijn uitgeverij solliciteerde en om te beginnen door Johans compagnon Ben Hosman op de Keizersgracht 608 werd ontvangen. Ik had een totaal onrealistische voorstelling van de organisatie achter uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep, een droombeeld waarin ik aanvankelijk nog werd gesterkt door het imposante grachtenpand, het overvloedige marmer en de voorname lambrisering. De beide uitgevers putten zich geheel onverplicht uit om mij in hun vak en in de intellectuele sfeer van hun uitgeverij op te nemen. Ze gaven mij precies de juiste introducties elders, zodat ik enkele weken later - 22 jaar oud - bij Theo Sontrop van Uitgeverij De Arbeiderspers en de daaropvolgende zomer bij Laurens van Krevelen van Uitgeverij Meulenhoff aan de slag kon.

Maar de rol van Johan Polak in mijn leven bestond uit meer dan dat hij mij aan mijn eerste baantje heeft geholpen. In de twaalf jaren dat ik vriendschappelijk contact met hem ben blijven houden en met hem heb gecorrespondeerd, manifesteerde hij zich tegenover mij als pleitbezorger van de schrijvers die hij hoogachtte en als mentor voor de essays en poëzievertalingen waar ik me aan waagde. Op elke brief of kaart, op iedere nieuwe versie van een tekst of vertaling, reageerde hij altijd bijna per omgaande. We maakten zelfs een plan voor een gezamenlijke bibliofiele uitgeverij, de Moytura Pers genaamd, maar die droom van het perfecte boek werd door zijn overlijden op 25 mei 1992 doorkruist.

Het raam uit dwarrelde

Eerder dat voorjaar had hij ten huize van uitgeverij Contact mijn eerste boek, de bundel essays en verhalen Dodeneiland, ten doop gehouden. Bij die gelegenheid had hij zulke exorbitante complimenten aan mijn adres gemaakt, mijn kleine debuutbundeltje van nauwelijks 104 bladzijden met zulke monstrueuze overdrijvingen aangeprezen, dat het boekje tijdens Johans toespraak als het ware nog dunner werd dan het van zichzelf al was, totdat het nog voor het einde van de borrel vanzelf het raam uit dwarrelde.

Lang nadat ik al van het gymnasium af was, was Johan Polak nog een favoriete leraar. Lang voordat ik promoveerde, was hij al een soort Doktorvater. Als ik langs mijn Nederlandstalige boekenkasten loop, als ik mijn planken met literatuur uit de klassieke oudheid overzie, dan zijn het naast de M-metjes, de Bijtjes, de AP-tjes en de Q-tjes toch vooral de A-tjes die de stenen markeren waaruit de muren van mijn lectuur zijn opgebouwd.

Bijna slapstickachtige conversaties

Maar de dierbaarste herinneringen zijn toch niet zozeer verbonden aan al die prachtboeken, maar vooral aan de persoon van Johan Polak. Wat in de vele journalistieke portretten - waarin nogal vaak dezelfde anekdotes worden doorverteld - naar mijn idee te weinig tot zijn recht komt is hoezeer Johan zijn gezelschap enorm waard was. Dat hij geweldig kon entertainen, charmeren, plagen en overdrijven. Als je daar een beetje mee om kon gaan, dan leverde dat soms bijna slapstickachtige conversaties op, die plotseling toch weer in eerbiedige poëziecitaten overgingen of in geweldige literaire anekdotes, adviezen en herinneringen. Met zijn zalvende en sonore stem hoor ik hem sommige dichtregels nog hardop bidden: 'Heureux ceux qui sont morts dans une juste guerre' of 'Patience, patience / Patience dans l'azur! / Chaque atome de silence / Est la chance d'un fruit mûr'.

In de afgelopen 37 jaar heb ik in de Nederlandse literaire boekenwereld misschien maar een half dozijn mensen leren kennen die zich konden meten met de bijzondere, raadselachtige en inspirerende persoonlijkheid die luisterde naar de naam Johan Polak. Dat lijkt me meer dan genoeg rechtvaardiging voor een laudatio.

Maarten Asscher is directeur van de Athenaeum Boekhandel. In 2015 verscheen zijn studie Het uur der waarheid. Over de gevangenschap als literaire ervaring.

Delen op

€ 17,50
pro-mbooks1 : athenaeum