Recensie: De geschiedenis van Rome door de ogen van Mary Beard

26 november 2015 , door Roel Salemink
| | | |

Mary Beard is onbetwist een van de beste schrijvers van populaire boeken over de klassieke oudheid. Zonder in te boeten op wetenschappelijke relevantie schrijft de Cambridge-hoogleraar haar eigen, uiterst goed beargumenteerde en met humor doorspekte visie op de Romeinse geschiedenis en vooral op zaken die uitgemaakt leken, maar dat vaak eigenlijk helemaal niet blijken te zijn. SPQR: A History of Ancient Rome ( door Ineke Mertens vertaald als SPQR. Een geschiedenis van het Romeinse Rijk), is precies dat: Beards eigen kijk op de geschiedenis van Rome en de Romeinen vanaf het ontstaan van de stad tot haar hoogtepunt in de tweede en begin derde eeuw.

Het vroege Rome

Beard begint haar geschiedenis niet bij het allervroegste begin, maar in de periode waarin de Romeinen veel meer dan in de eeuwen ervoor zaken aan het schrift toevertrouwden: de eerste eeuw voor Christus. Dit is de tijd van een ontluikend historisch besef bij de Romeinse elite dat ervoor zorgde dat men de stichtingsverhalen van de stad opschreef, en dat men probeerde het verleden te reconstrueren: ‘It was during the first century BCE that Roman writers themselves began systematically to study the earlier centuries of their city and their empire. […] they pieced together a version of early Rome we still rely on today.’ Deze geschiedenissen zijn een bron voor de tijd waarin ze werden geschreven en vertellen ons weinig over de vroege Romeinse geschiedenis, waarvan we nagenoeg niets weten. De archeologie biedt ons in dit stedelijke gebied ‘tiny snapshots, but no bigger picture’. Toch valt er aan de hand van deze kleine stukjes materiaal wel een algemeen beeld van de ontwikkeling van Rome te scheppen.

Beard laat mooi zien waar zich hier de grijze gebieden bevinden, die vooral te maken hebben met de koppeling tussen mythe en werkelijkheid. De veel later gefabriceerde hut van Romulus, monument van het ‘vroege’ Rome, is daarvan een goed voorbeeld, net als de naam Romulus zelf die niet veel meer betekende dan ‘Mr. Rome’. Romulus was vernoemd naar de stad en niet andersom. Ook de vermelding van een ‘koning’ op de Lapis Niger (de Zwarte Steen) in voorlatijns schrift op het Forum Romanum is vaak als bewijs aangevoerd voor een grootse voorgeschiedenis van de Romeinse Republiek, terwijl in deze tijd de stad nog erg klein moet zijn geweest en van echte koningen nog geen sprake was. Het is erg prettig dat Beard op veel punten in haar boek duidelijke vragen formuleert waaraan ze haar verdere verhaal ophangt en ook daadwerkelijk probeert antwoorden te formuleren: ‘How can we access any information about the origins of Rome?’, ‘When did Rome cease to be ordinary?’, ‘What were the sources of Cicero’s income?’, ‘what exactly did the emperor’s character explain?’ en ‘Was Christianity really a Roman religion?’ zijn hier voorbeelden van. Op deze manier worden we als lezer echt op sleeptouw genomen bij het analyseren van de bronnen en dwingt Beard ons mee te denken bij het tackelen van lastige kwesties.

Graecia capta ferum victorem cepit, et artes intulit agresti Latio (Horatius)

Uiteraard komt aan bod hoe Rome zich van een klein stadstaatje tot een wereldrijk wist uit te breiden, en hoe de expansie eerst alleen bestond uit militaire overwinningen en dat men pas veel later overging op het daadwerkelijk besturen van gebieden en volkeren binnen de invloedsfeer. Een belangrijk aspect van deze expansie was het inclusieve karakter van de Romeinse samenleving, waarin iedereen in principe een plek kon krijgen. Dit gold voor overwonnen volkeren, maar ook voor slaven die na een leven van onderworpenheid werden vrijgelaten en het burgerrecht kregen. Soms wisten ze zich zelfs op te werken in Romeinse hiërarchie, of kon hun nageslacht dat doen. De acceptatie van anderen, inclusief hun gewoontes, gebruiken en religies maakte van Rome een zeer multi-etnische staat. Vooral de Griekse cultuur werd van grote betekenis in de Romeinse wereld en vond veel navolging, zoals blijkt uit bovenstaand citaat van de dichter Horatius: de overwonnene overwint de overwinnaar.

Onder senatoren leefde echter ook het idee dat vroeger alles beter was en dat er zoiets bestond als de ‘pure’ Romein, zeker in en na de periode dat Rome in aanraking kwam met het ‘verwijfde’ oosten. Vreemde invloeden werden door moraalridders verantwoordelijk gehouden voor de zonde van luxuria, het decadente leven in overvloedige weelde dat de Romeinse cultuur verziekte maar zo onlosmakelijk is verbonden met de Romeinen van de late Republiek en de keizertijd. Er werd door sommigen heftig geageerd tegen de invloed van buitenstaanders en ‘barbaren’ die de traditionele Romeinse samenleving kapotmaakten, inclusief opruiende toespraken door bijvoorbeeld een tegenstander van Gaius Gracchus die burgerrecht wilde geven aan het volk der Latijnen: ‘Once you have given citizenship to the Latins, I mean, do you think there will be any space for you, like there is now, in a contio [volksvergadering] or at games or festivals? Don’t you realise they’ll take over everything?’ Actueler kan bijna niet, en het is een feit dat een tolerante houding tegenover vreemdelingen het Romeinse rijk eeuwenlang juist versterkt heeft.

Augusteïsche keizers

Beards benadering van de keizertijd is onconventioneel. Augustus zet ze neer als de persoon die van het keizerschap een succesvolle formule maakte, die door zijn navolgers in grote lijnen werd gekopieerd. Het keizerschap veranderde niet wezenlijk met wisseling van de wacht, of met het goede of slechte karakter van verschillende keizers. Beard beweert zelfs dat een keizer als Tiberius (14-37) zonder veel problemen in de schoenen van Commodus (182-192) had kunnen staan. De individuele levens van deze mannen, hoe fascinerend ook (zie daarvoor de nieuwe Tom Holland, Dynastie), zijn voor de loop van de geschiedenis weinig relevant:

‘Unlike the story of the development of the Republic and the growth of imperial power, which revolutionised almost every aspect of the world of Rome, there was no fundamental change in the structure of Roman politics, empire or society between the end of the first century BCE and the end of the second century CE.
Maar anders dan in het verhaal over de ontwikkeling van de Republiek en de groei van de imperiale macht, die vrijwel ieder aspect van de Romeinse wereld radicaal veranderde, vond er in de structuur van de Romeinse politiek, de maatschappij of het imperium geen fundamentele wijziging plaats tussen het einde van de eerste eeuw v.Chr. en het einde van de tweede eeuw n.Chr.’

De meeste inwoners van het Romeinse rijk waren zich in het dagelijks leven nauwelijks bewust van het feit dat er één man over hen heerste, laat staan dat ze zich bezighielden met zijn persoonlijke grillen en grollen. Ondanks dat de Romeinse geschiedenis bijna per definitie een geschiedenis van de elite is, probeert Beard op veel plekken in het boek juist iets te zeggen over het leven van de mensen zonder stem: vrouwen, slaven en de armen, en gaat ze in op alledaagse zaken als religie, de rol van geld, het krijgen van kinderen, omgang met de dood, en lawaai en viezigheid op straat.

Beards Romeinse geschiedenis eindigt in 212, het jaar waarin keizer Caracalla alle vrije bewoners van het Romeinse Rijk het burgerrecht verstrekte. Niet alleen was hiermee het burgerrecht als privilege onbelangrijk geworden, iedereen was nu immers Romeins burger, maar ook veranderde het keizerschap in de derde eeuw drastisch: de rol van de senaat was nu echt uitgespeeld en keizers bestuurden het rijk niet meer vanzelfsprekend vanuit Rome.

Beards bijdrage

De Romeinse geschiedenis is en blijft een work in progress, en Mary Beard laat als geen ander zien dat dit ook daadwerkelijk het geval is: ze geeft haar eigen visie op zaken waarvan we allang dachten dat we ze wisten en waarvan we niet vermoedden dat er met common sense en een dosis humor ook op een andere manier naar gekeken kon worden. Mary Beard is ongeëvenaard als ze halve waarheden fileert, en de lezer daarbij op sleeptouw neemt. Ze laat ons meegenieten bij het (opnieuw) uitpluizen van de wonderlijke geschiedenis van de Romeinen, stelt steeds relevante vragen en is een meester in het onderbouwen van het belang van de klassieke oudheid. SPQR is daarom niet het zoveelste boek over de Romeinen, maar een in alle opzichten verfrissende, kritische en vooral ook uiterst aangename kijk op alles wat Romeins is. Een dikke pil, gelukkig maar, want het is in alle opzichten de moeite waard.

Roel Salemink is archeoloog en medewerker van Athenaeum Boekhandel. 

pro-mbooks1 : athenaeum