Recensie: De hele wereld vanuit Tanger

22 juni 2015 , door Fleur Speet
| | |

Waarom raakt een goede roman bedolven onder het stof? Niemand die het weet, maar soms krijgt een boek een herkansing. En de akker is de wereld van de Nederlandse, naar Amerika gevluchte Dola de Jong (1911-2003), kwam uit in 1947 en is toch een boek van deze tijd. Het laat net als De ontelbaren van Elvis Peeters een verontrustende indruk achter over immigrantenstromen en de wanhopige pogingen van vluchtelingen om een nieuw bestaan op te bouwen.

N.B. Lees op onze site ook een fragment uit Mirjam van Hengels biografisch portret Dola.

Een spiegel uit het verleden

Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er niet zoveel mensen op de vlucht geweest als nu. Stroomde men zestig jaar geleden Europa uit, nu stromen de mensen Europa in. De grensgebieden zijn deels dezelfde gebleven. Was in de Tweede Wereldoorlog Tanger bijvoorbeeld een plek waar vluchtelingen neerstreken, nu landen daar opnieuw veel vluchtelingen op doorreis.

Wat een aparte gewaarwording om dan En de akker is de wereld te lezen, wat zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog in Tanger. Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe de hoofdpersonen nu van de andere kant komen, en een groot deel van dezelfde (en nog ergere) ontberingen doorstaan, inclusief de louche mensensmokkelaars met loze beloftes. Aan het eind van de roman verzucht de Duitse Hans:

‘Verwachtten mensen een normale wereld, nadat deze oorlog uitgevochten was… Was er ooit iets goeds uit haar geboren? En wist dan niemand dat de ene helft van de mensheid de andere helft haatte? En hoe kwam het dat hij dit wist en anderen niet? De laatste oorlog… hij lachte schamper. Ik ben zeventien jaar, dacht hij, hoe komt het dat ik dit weet en dat de ouderen het niet weten.’

Een heilloze onderneming

Hans is een van de vijf rondzwervende kinderen die door Aart en Lies zijn meegenomen terwijl ze per auto vanuit Europa naar Tanger vluchtten. Daar, in Marokko, werkt het samengestelde gezin verbeten zwoegend in de zon op een onvruchtbare akker. De kinderen hebben nauwelijks te eten en geen schone draad aan het lijf. Ze slapen buiten, zitten vol luizen, terwijl de vliegen elkaar verdringen boven de vieze luiers van de kleinste, die in stapels naast de voordeur liggen. De lokale bevolking loopt met een grote boog om hen heen. Wanneer Aart toevallig voor een ander wordt aangezien en in de gevangenis belandt (zie daar in Tanger maar eens uit te komen), maakt Hans een einde aan deze heilloze onderneming.

Beter dan Een dwaze maagd

Wat de roman spannend maakt, is de opmerkzaamheid. Het perspectief verandert snel, van alwetende verteller naar een van de kinderen of zijfiguren, wat het verhaal iets universeels geeft en het ongemak van vluchtelingen voelbaar maakt. Allerlei mogelijke manieren om hetzelfde te benaderen worden afgetast. De akker biedt dus inderdaad een blik op heel de wereld.

De subtiel verwerkte dreiging – van de nazi’s, van de Marokkaanse kinderen, van goedbedoelende rijken of de onderwereld – doet er nog een schepje bovenop. Zo is onduidelijk of een van de meisjes misbruikt wordt door een zogenaamd goedwillende man, door wiens ogen we ook even kijken.

Zelfs hij is net als alle andere personages opvallend bedreven in het duiden van psychologische processen. Ze weten allemaal heel precies wat ze werkelijk voelen, of denken te weten waar zij of de anderen sociaal gezien staan, waar ze gezichtsverlies leiden of zichzelf juist groter kunnen voordoen. Hans over ‘vader’ Aart bijvoorbeeld, pijnlijk eerlijk: ‘Hij vergde het uiterste van zichzelf, tot uitputtens toe, het was niet prettig om aan te zien.’

Het gevolg is dat de personages krachtig overkomen, stuk voor stuk, ondanks hun lijden. Medelijden krijgt geen kans, de personages zijn te standvastig en eigenzinnig. Precies dat maakt ze zo mooi. Soms moest ik bij lezing van De Jongs boek denken aan de hooggeprezen, herontdekte oorlogsnovelle Een dwaze maagd van Ida Simons. Ook dat is geschreven in een kale, serene stijl en ook dat gaat over een kind en de oorlog, maar Simons kukelde wat mij betreft toch in de valkuil van de naïviteit.

Knisperende humor

En de akker is de wereld is veel cynischer dan het boek van Simons. Het is harder en daardoor boeiender. Het knispert bij De Jong. Ze relativeert met scherpe, eigenzinnige humor.

De vrouw van de Nederlandse consul komt met een koffer kleren aanzetten voor de kinderen en verkneukelt zich van tevoren over de aandacht die dat zal opleveren. ‘O, geven was zo heerlijk bevredigend,’ staat er dan droogjes, alsof Charlotte Brönte aan het woord is. Daarna gaat alles anders, de verwachting zakt in als een mislukte soufflé.

Of neem deze woorden: ‘Miljoenen en miljoenen lieten zich misbruiken en vertrappen door de enkelingen, door de meer bevoorrechten, door degenen die zich als leiders opwierpen.’ Het zijn opnieuw gedachten van Hans, de beschouwendste van het stel, en dit mechanisme is helaas nog even actueel.

Onder het stof

Je begint je af te vragen waarom deze roman uit de literaire annalen verdween en de naam van de schrijver geen bel doet rinkelen. Want ook haar andere grote roman (over de lesbische liefde) en haar jeugdverhalen zijn indrukwekkend.

En de akker is de wereld kwam in 1945 uit in Amerika, waar ze een moderne Flaubert werd genoemd, en is daar nog steeds in druk. Maar in Nederland ligt het boek al jaren onder het stof. Hoogste tijd om dat er juist nu af te blazen. 

Fleur Speet is literair recensent. Ze schrijft onder meer voor De Morgen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum