Recensie: Historische spanning en sensatie

22 december 2014 , door Nina Kuin
| | | | | | | | |

‘Het is hard alleen te zijn en dat heerlijke gezicht niet te zien.’ Als de dichter Herman Gorter  in 1910 aan zijn minnares Ada Prins schrijft, weet zij dat hij een getrouwd man is. Hij vertelt haar dat zij zijn ‘echte’ en ware liefde is. Wat Ada Prins niet weet, is dat Gorter zojuist tot over zijn oren verliefd is geworden op zijn ‘hart, kind, lieveling’, zijn ‘Geest der Muziek’, Jenne Clinge Doorenbos. Herman Gorter, Tachtiger, dichter en socialist krijgt in zijn brieven in Geheime geliefden een vierde gezicht: die van een vrouwenverslinder. Door Nina Kuin.

Egodocumenten zijn vanuit historisch oogpunt bijna altijd interessant. De wijze van communicatie over bijvoorbeeld dagelijkse bezigheden kan een goed beeld geven van een historische periode. Tijdens het lezen van brieven die niet de jouwe zijn, beleef je als lezer ook verschillende sensaties. Je leest woorden die in eerste instantie niet voor jouw ogen bedoeld zijn en als een gluurbuur kijk je in iemand anders zijn leven. Het is iets stiekems, stouts en tegelijkertijd ook zo interessant. Want hoe persoonlijker de brieven worden, des te meer wil je lezen.

Het leven van Herman Gorter behelst zo een interessante privékwestie. Op de begrafenis van Herman Gorter in 1927 wordt alles pijnlijk duidelijk. Hij had niet alleen een vrouw maar ook twee jonge minnaressen: zijn bijlesleerlingen Ada Prins en Jenne Clinge Doorenbos. Ada was klein en rond en een vooraanstaand chemicus. Jenne was lang en smal, studeerde letterkunde en redigeerde Gorters werk. Jenne wist van Ada, Ada wist niets van Jenne’s bestaan af. En dan was er nog Gorters vrouw, Wies Koopman. Zij schijnt alles van Gorters escapades met andere vrouwen geweten te hebben.

Real-life soap

Geheime geliefden. Brieven aan Ada Prins en Jenne Clinge Doorenbos leest van begin tot eind als het script van een soap. De twee liefdes volg je allebei op de voet. De brieven aan Ada lopen van 1901 tot 1927. Ze zijn romantisch en speels. Gorter heeft veel koosnaampjes voor haar en ontfermt zich als een vaderfiguur over het vijftien jaar jongere meisje. ‘Rust goed uit, lig veel, laat je zoo nodig een sofa geven. Ik omhels je mijn baby.’ De brieven verraden een wat ongelijkwaardige relatie tussen de twee. Dat wordt op een pijnlijke manier duidelijk na het lezen van de eerste brief aan Jenne in 1910. Ze hebben dan nog geen liefdesrelatie, dat komt pas twee jaar later, maar Gorter hangt duidelijk al aan haar lippen.

‘Maar nu ik er voor sta en in eens alles tegelijk zou willen zeggen, nu lijkt elk onderdeel zoo onbetekenend en ik ben bang dat elk ding niet belangrijk genoeg voor je zou zijn…ik heb het verlangen gekregen om mij geheel aan je te laten zien zooals ik ben.’

Na de eerste brief neemt het aantal brieven aan Jenne toe en lezen we er minder brieven aan Ada. De brieven aan Jenne worden langer en tonen de innerlijke conflicten van de dichter, Ada moet het stellen met kort berichtjes vol huichelachtige vleierij.

Poëtische vergezichten

Maar de bundeling van Gorters brieven aan zijn minnaressen bevredigt meer dan de sensatiezucht. Aan allebei schrijft hij brieven die op zichzelf kunnen staan als poëzie. De brieven zijn rijk en vol van informatie. Pareltjes van zinnen wisselen af met poëtische metaforen en wekelijkse beslommeringen lijken in Gorters beschrijvingen romantische avonturen. Gorter schrijft over zijn worstelingen met het dichterschap in tegenstelling tot zijn aardse leven in de socialistische partij. Ook schrijft hij uitgebreid over zijn buitenlandse reizen. Zo schrijft hij over zijn verblijf bij de familie Kautsky en beschrijft hij komisch de avondmaaltijd bij dat gezin. Met zulke verhalen verdwijnt de vraag waarom hij de vrouwen zo bedroog toch op de achtergrond.

Een probleem van de bundel is dat we alleen de brieven van Gorter te zien krijgen. Dat geeft een eenzijdig beeld. Dat komt doordat de brieven van Ada en Jenne aan Gorter na zijn dood op zijn verzoek allemaal verbrand zijn. Daarnaast hebben beide vrouwen redactie gevoerd over de door hun ontvangen brieven. Ada heeft uit woede over het grote bedrog veel brieven in de open haard gegooid. Maar vooral Jenne erkende al snel het literaire en wetenschappelijke nut van de briefwisseling en is de relevante brieven gaan overtypen. Volgens bezorger Lieneke Frerichs heeft Jenne waarschijnlijk enige redactie gevoerd en de voor haar gênante passages weggelaten.

De brieven aan Ada en Jenne vertellen ons dus meer over Herman Gorter zelf dan over zijn relatie met de beide vrouwen. Vandaar dat je je als lezer niet hoeft te generen voor het stiekeme verlangen om de brieven de lezen. Liefdesbrieven of niet, sensatie of poëzie, de brieven zijn mooi illustratiemateriaal voor een periode uit het leven van Gorter. De publicatie toont Gorter niet zozeer als dichter en socialist maar als een geliefde. Dichter dan in Geheime geliefden zijn we nog nooit bij hem gekomen.

Nina Kuin studeerde geschiedenis en boekwetenschap en werkt bij de Athenaeum Rijksmuseumwinkel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum