Recensie: Hoe denken vervalsers?

25 november 2015
| | | |

De kunstwereld vertrouwt nog steeds op het gezag van individuele experts en kennis, ook al zijn er wetenschappelijke methoden om op echtheid te testen. Dus zijn vervalsers niet alleen iets van het verre verleden, maar ook een recent fenomeen. Vervalsers weten kenners om de tuin te leiden met hun onopvallende talent, bedrog, forensische wetenschap en mystiek. Noah Charney vertelt in zijn intrigerende boek Kunstvervalsing. Misleiding en masterminds van meestervervalsers (The Art of Forgery) over vervalsers door de eeuwen heen. Wat zijn hun beweegredenen? Hun denkwijze? Hun werkmethoden? Door vera weterings.

N.B. 24 september treedt Noah Charney op in De Duif (John Adams Institute). Er zijn nog kaarten!

Genie, trots, wraak, roem, criminaliteit, verleiding, geld

Hoewel het voor de hand lijkt te liggen dat financieel gewin het belangrijkste motief is voor kunstvervalsing, blijkt dat zelden het geval. Van de bekende vervalsers uit het verleden valt te herleiden dat ze over het algemeen een gecompliceerd karakter hadden en door veel verschillende impulsen werden geleid, waaronder wraak, roem, macht en het verlangen om genialiteit te tonen. Die complexiteit van motieven bespreekt Charney, hoogleraar kunstgeschiedenis (American University of Rome) en oprichter en directeur van ARCA, de Association for Research into Crimes against Art.

Het hoofdstuk ‘Genie’ gaat in op de traditie van kunstenaars die hun vaardigheden hebben geleerd door op legale wijze werk van hun leermeesters te kopiëren en daarmee aantoonden dat de leerling minstens zo goed of zelfs beter was dan zijn meester. In ‘Trots’ presenteert Charney verzamelaars, connaisseurs en kunsthandelaren die werk opzettelijk verkeerd toeschreven om hun gezicht of financiën te redden. ‘Wraak’ gaat in op kunstvervalsers wier originele werk werd afgewezen, waardoor ze hun vaardigheden inzetten om kopieën te maken en daarmee hun superioriteit te tonen – en tegelijkertijd de zogenaamde experts een hak te zetten.

Een opmerkelijk hoofdstuk is dat over de roem. Daarin beschrijft Charney de ontmaskerde vervalsers die daardoor een Robin Hood-achtige status en veel publieke aandacht krijgen voor hun kunstmisdaden, en zelfs beroemdheden worden. Het vijfde hoofdstuk gaat over criminaliteit en belicht zaken waarin vervalsingen voor diefstal en andere georganiseerde misdaad werden gebruikt. Vervolgens laat Charney zien hoe sommige vervalsers werden verleid het criminele pad op te gaan door partners. En ten slotte: geld was soms toch de belangrijkste drijfveer van de vervalser.

Er valt bovendien vanuit forensisch perspectief, gebaseerd op historisch onderzoek en politiegegevens, onderscheid te maken in vervalsingen. De eerste basiscategorie betreft nieuwe kunstwerken die worden gepresenteerd als het werk van een kunstenaar voor wie forse prijzen worden betaald. De tweede categorie behandelt aanvullingen op een oorspronkelijk schilderij om daarmee te suggereren dat het van een andere schilder is. De derde categorie is provenance, daarbij wordt de gedocumenteerde geschiedenis over het werk vervalst. En de laatste categorie betreft het verkeerd toeschrijven van een authentiek werk.

Van de Oudheid via Michelangelo tot Van der Veken

Het is grappig hoe er over het algemeen niet ver terug wordt gekeken als het om kunstvervalsers gaat. Toch bestonden kunstvervalsers al zo’n tweeduizend jaar geleden. Toen de Romeinen rond 200 voor Christus verliefd werden op de Griekse kunst ging hun verzamelwoede gepaard met een enorme handel in de vervalsingen die Romeinse kunstenaars maakten om aan de vraag naar Griekse oudheden te voldoen. Ook weten slechts weinigen dat de beroemde Michelangelo ooit begon als kunstvervalser. Historicus Paolo Giovio beschrijft in zijn biografie dat de 21-jarige Michelangelo het marmeren beeld Slapende Cupido in 1496 zo bewerkte dat het antiek leek en het als dusdanig verkocht aan kardinaal Raffaele Riario.

‘Of Michelangelo’s bedrog nu een stunt was om te laten zien dat hij net zo goed was als de antieken of dat hij een criminele opzet had, de oorspronkelijke eigenaar van de Slapende Cupido leek er niet wakker van te liggen. Kardinaal Riario werd Michelangelo’s eerste beschermheer in Rome en gaf in 1496 en 1497 opdracht tot nog twee werken. […] Zo’n verhaal zullen we vaker tegenkomen: als je iemand die zich deskundig waant weet te bedotten, wordt die niet altijd boos – het kan de expert ook voor de vervalser innemen.’ (vertaling Dick van Alkemade, Sylvia Bernie, Han Honders, Timon Meynen en Jaap Verschoor)

Daarna verwierf hij al snel beroemdheid met zijn Pietà en kon hij zijn ‘vervalsingen’ ook als eigen kunstwerken verkopen. Michelangelo is een typisch voorbeeld van een genie, net als de conservator Jef Van der Veken. Zijn geschiedenis tast de grenzen af hoe ver je mag gaan in de restauratiepraktijk. Zo bleek in 1999 bij onderzoek met röntgenstralen en infraroodspectroscopie dat Madonna met kind van Rogier van der Weyden meer het werk was van Van der Veken dan Van der Weyden – door de restauratiewerkzaamheden. Ook besloot Van der Veken na een diefstal van Van Eycks Het lam Gods in 1939 het werk te kopiëren. Hij gebruikte hiervoor een tweehonderd jaar oude kastdeur en schilderde aan de hand van foto’s en een kopie die in de zestiende eeuw was. Maar ook van wrekende (Shaun Greenhalgh, Han van Meegeren) en roembeluste  (Lothar Malskat, Mark Landis) vervalsers geeft Charney mooie voorbeelden.

Echt

In Kunstvervalsing komen echter niet alleen vervalsingen van schilderijen aan bod, maar ook excentrieke voorbeelden van vervalsingen zoals de Piltdown Man, de Vinlandkaart en de Archaeoraptor. Dat zijn echter uitstapjes naar de wetenschap, terwijl het boek vooral gaat over kunstvervalsing. Charney biedt in Kunstvervalsing een intrigerend inkijkje in de beweegredenen van meestervervalsers door de eeuwen heen. Als lezer kruip je als het ware in de huid van de vervalser om zijn drijfveren en methoden te achterhalen. Maar ook doet hij je realiseren hoe  de kunstwereld vaak medeplichtig blijkt te zijn aan zaken van zwendelaars. Kunstvervalsing is een vlot geschreven, goed geïllustreerd boek over een fascinerend onderwerp. Hoewel het het oordeel ‘echt’ telkens in twijfel trekt: dit boek is echt een aanrader.

Vera Weterings is historica, met een speciale interesse in de Middeleeuwen, Oudheid, kunstgeschiedenis en musea. Ze is redacteur van het historische platform Hereditas Nexus. Deze recensie is doorgeplaatst van hereditasnexus.com.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum