Recensie: Het meisje van '58

31 oktober 2016 , door Joeba Bootsma
| |

'Ses cheveux sont tirés en un chignon vertical à l'arrière de la tête. Elle porte ses lunettes de myope qui lui rapetissent les yeux mais sans lesquelles elle se meut dans le brouillard,’ ‘Haar haar is opgestoken in een verticale wrong achter op haar hoofd. Ze heeft haar bril voor bijzienden op, waardoor haar ogen kleiner lijken, maar zonder beweegt ze zich voort in mist en nevel.' Het meisje dat hier wordt beschreven is Annie in 1958, op weg naar een vakantiekamp waar ze een van de jongste begeleiders zal zijn. Zouden de andere begeleiders zich dat meisje nog kunnen herinneren? 'Sans doute personne,’ 'Vast niemand,’ schrijft Annie Ernaux. Maar wat herinnert de auteur zelf van het meisje dat ze was in 1958? Wat weet ze nog van het meisje dat die zomer werd ontmaagd, het meisje dat ze in eerste instantie wilde vergeten, maar dat telkens weer opdook in haar aantekeningen. 'Depuis vingt ans, je note ''58'' dans mes projets de livre. C'est le texte toujours manquant. Toujours remis. Le trou inqualifiable.’ ‘Sinds 20 jaar noteer ik "58" bij mijn boekprojecten. Het is de tekst die steeds ontbreekt. Steeds wordt uitgesteld. Het gat waar geen woorden voor zijn.' Met Mémoire de fille (2014, in 2017 vertaald door Rokus Hofstede als Meisjesherinneringen) schrijft Ernaux het gat weg. Het resultaat is een openhartige zoektocht die meer lagen bevat dan haar vlakke beschrijvingen in eerste instantie doen vermoeden.

Openhartig, zonder de dingen mooier te maken dan ze waren en zonder de dingen in te pakken in fraaie zinnen en metaforen, beschrijft Ernaux dat wat ze nog weet van haar eerste nacht met een jongen. 'Il rallume, il lui demande quelle est la sienne des deux savonnettes posées à droite et à gauche du lavabo, se frotte le sexe avec, la frotte aussi,' ‘Hij doet het licht weer aan, hij vraagt haar welk van de twee zeepjes die links en rechts op de wasbak liggen van haar is, wrijft zijn geslacht af met een washandje, wrijft ook haar ermee.’ Maar het gaat - gelukkig - niet alleen maar over de nacht van haar ontmaagding, Ernaux gaat ook terug naar de momenten van trots en schaamte die ze nadien ervoer. En het blijft niet bij het meisje van '58. 'Impossible de m'arrêter ici,' ‘Onmogelijk hier te stoppen,’ schrijft Ernaux. De dingen die ze meemaakt tijdens het vakantiekamp hebben niet alleen impact op het meisje van 1958, maar ook op het meisje van 1959 en 1960, dus ook die herinneringen worden op papier gezet.

Brieven, dagboekaantekeningen en foto's helpen haar om een beter beeld te vormen van het meisje dat ze was. Maar de herinneringen aan iets dat meer dan een halve eeuw geleden plaatsvond, blijven vaak troebel en vaag: 'ce visionnement réitéré ne vient pas à bout de l'opacité d'un présent disparu depuis un demi-siècle, 'het lukt me niet om klaarheid te brengen in dat al een halve eeuw geleden verdwenen heden.’

Zoeken naar de juiste woorden

Het zijn de gevoelens en gedachtes die Ernaux over het algemeen niet meer helemaal voor de geest kan halen. Maar het feit dat haar herinneringen incompleet zijn betekent niet dat de beschrijvingen ervan iets mysterieus hebben, integendeel. Negen van de tien keer zijn ze net zo plat en vlak als de foto van haar kamer in Rouen.

'Aucune profondeur dans la photo, impression de platitude d'un tableau sans relief. L'étroitesse de la chambre et l'absence de grand angle sur l'appareil photo n'ont pas permis de saisir autre chose qu'une cloison, la seule qui était ensoleillée.

Geen enkele diepte in de foto, de vlakke indruk van een schilderij zonder reliëf. Doordat het kamertje zo smal was en het toestel geen groothoeklens had, kon er niet meer worden gefotografeerd dan dat wandje, het enige waar de zon op scheen.'

Toch is Mémoire de fille meer dan een verzameling vlakke, feitelijke, bijna gevoelloze beschrijvingen van haar herinneringen. De zoektocht naar het meisje dat ze was is tegelijkertijd een zoektocht naar een manier om alles op te schrijven. Die zoektocht komt niet alleen naar voren in vragen als 'dois-je fondre la fille de 58 et la femme de 2014 en un ''je'' ?', 'Moet ik, dit alles in aanmerking genomen, het meisje van ’58 en de vrouw van 2014 versmelten tot één "ik"?’ maar ook in bijvoorbeeld het almaar blijven aanpassen van de manier waarop ze de verhouding tussen de vrouw die ze nu is en het meisje dat ze toen was omschrijft:

'la fille de la photo n'est pas moi mais elle n'est pas une fiction'
'la fille de la photo est une étrangère qui m'a légué sa mémoire'
'cette fille n'est pas moi mais elle est réelle en moi'
'je ne construis pas un personnage de fiction. Je déconstruis la fille que j'ai été'
'c'est moi qui suis son fantôme, qui habite son être disparu'

'Het meisje van de foto is mij niet, maar ze is geen verzinsel.'
'Het meisje op de foto is een vreemdelinge die me haar herinneringen heeft nagelaten.' 
'dan is dat meisje niet mij, maar ze is wel werkelijk in mij.' 
'probeer geen fictioneel personage te construeren. Ik deconstrueer het meisje dat ik ben geweest.' 
'ik ben immers haar schim, ik huis in haar gewezen persoon.'

Door te spelen met woorden als fiction, mémoire, réelle, construire, personnage reflecteert ze indirect weer op het autofictionele karakter van haar werk, wat nog eens wordt versterkt als ze op een van de laatste pagina's schrijft dat ze het gevoel heeft dat ze alles ook anders op had kunnen schrijven.

Wat is het om te herinneren?

'Je ne sais pas si elle reconnait sa première nuit avec H dans la description dramatique que fait Simone de Beauvoir de la perte de la virginité. Si elle est d'accord avec : ''La première pénétration est toujours un viol.'''
'Ik weet niet of ze haar eerste nacht met H. herkent in de dramatische beschrijving die Simone de Beauvoir geeft van de ontmaagding. Of ze het eens is met: "De eerste penetratie is altijd een verkrachting."'

Zoals Ernaux zich afvraagt of ze het in 1959 eens was met de beschrijving van ontmaagding in Le Deuxième Sexe, kun je je als lezer van Mémoire de fille afvragen of je je kan vinden in de manier waarop Ernaux schrijft over herinnering.

'Je ne cherche pas à me souvenir, je cherche à être dans ce box d'un foyer de jeunes filles en train de photographier, y être sans débord en arrière et en avant, juste en cet instant. […] Je me demande si je n'ai pas voulu, en fixant interminablement cette photo, moins redevenir cette fille de 1959, que capter cette sensation spéciale d'un présent différent du présent réellement vécu, […], un présent antérieur, […].'

'Ik probeer niet mijn geheugen aan te spreken, ik probeer in die slaapbox van een meisjestehuis te zijn terwijl ik aan het fotograferen ben, er te zijn zonder uit te wijken naar vroeger of later, precies op dat moment. […] Ik vraag me af waar ik op uit was toen ik eindeloos naar die foto zat te staren. Misschien wilde ik niet zozeer opnieuw dat meisje van 1959 worden, als wel greep krijgen op de speciale gewaarwording van een heden dat verschilt van het werkelijk geleefde heden, […], een voltooid heden, […].'

Ze is voortdurend bezig met het reflecteren op haar eigen proces van herinneren. Haar overpeinzingen dagen je als lezer uit om voor jezelf te bepalen wat herinneren voor jou betekent. En hoe moet het zijn om op zo'n (eigenlijk gekunstelde) manier herinneringen naar boven te halen en er verslag van te doen? Ernaux schrijft op één van de laatste pagina's: 'C'est l'absence de sens de ce que l'on vit au moment où on le vit qui multiplie les possibilités d'écriture,' ‘Juist het gebrek aan betekenis van wat je beleeft op het moment dat je het beleeft, breidt het aantal mogelijke manieren om erover te schrijven uit.’

Of Ernaux die hoeveelheid aan mogelijkheden als beperking of juist als vrijheid heeft beschouwd, blijft in het midden, maar duidelijk is wel dat ze met Mémoire de fille betekenis heeft kunnen geven aan de gebeurtenissen in haar leven in 1958 en de jaren erna.

Een gelaagde zoektocht

Het feit dat ze de intieme gebeurtenissen - die soms zo schaamtevol waren dat ze er al die jaren niet over heeft geschreven - op zo'n vlakke en feitelijke manier beschrijft, wekte bij mij in eerste instantie weerzin op. Maar door ook het proces van herinneren en van schrijven te bespreken - en zichzelf op die manier eigenlijk veel meer bloot te geven aan de lezer dan op de momenten waarop ze openhartige maar feitelijke beschrijvingen van haar herinneringen geeft - weet ze met Mémoire de fille uiteindelijk een verrassend gelaagde zoektocht neer te zetten.

Joeba Bootsma doet de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit van Utrecht en liep eerder dit jaar stage bij Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum