Recensie: De lichaamsdelen waren vastgevroren aan de rails

11 december 2017 , door Maarten Dessing
|

Er houden meer mensen een trauma over aan iemand die voor een trein springt dan je geneigd bent te denken. Dankzij Van Casterens indrukwekkende reportage Een botsing op het spoor is er eindelijk openheid over een veelvoorkomend maar verzwegen probleem.

N.B. Wij publiceerden eerder voor uit Mensen op Mars en Is u bekend met het alfabet? Verhalen uit een boekhandel, dat Maarten Dessing ook voor deze site besprak

De trein heeft vertraging 'wegens aanrijding met een persoon'. Iedere reiziger weet wat dat betekent: een springer. Maar weet hij het werkelijk? Hij leest er daarna nooit iets over - zelfs niet in het plaatselijke sufferdje waar gouden bruiloften en verbredingen van de stoep doorgaans wél tot nieuwsberichten leiden. Dat komt, blijkt uit Joris van Casterens Een botsing op het spoor, omdat de NS zwijgt over treinzelfmoorden. Altijd, in alle toonaarden. De organisatie hoopt zo kopieergedrag te vermijden.

Impact

Wie echt wil weten hoe groot de impact van een treinbotsing is, moet daarom naast de geprezen meesterwerken van deze journalist zoals Lelystad en Mensen op Mars ook deze reportage lezen. Een botsing op het spoor is een flinterdun werkje: nog geen zeventig kleine bladzijden, maar het is Van Casteren op zijn best. In zijn uitgebeende stijl vertelt hij het verhaal van alle mogelijke betrokkenen: de machinist, maar ook de passagiers, de lijkopruimers, de politie en de nabestaanden. Stuk voor stuk was het voor hen een zeer ingrijpende gebeurtenis. Juist omdat het zonder poespas wordt verteld, maakt dat zo'n indruk.

'Ter hoogte van saunacomplex De Thermen ("Daar voel je je thuis") reed de trein ongeveer honderd kilometer per uur. Ineens zag [machinist] Smeets "twee personen met meerdere honden" op de rails staan, Bij de overgang Sionsweg-Scheidingsweg, nog geen honderd meter verderop. De personen met de honden hielden elkaar vast en leken zijn richting uit te kijken. "Helemaal zeker weet ik dat niet, het ging ook zo snel". Smeets toeterde, "tyfoneren" noemen machinisten dat. Ook gooide hij direct de snelremming erop. "Dat doe je automatisch, want je ziet iets wat daar niet hoort." Het tyfoneren, waarbij de trein een geweldige klaroenstoot geeft, haalde niets uit, de personen bleven staan. "Dat remmen", zegt Smeets, "is ook meer een reflex dan dat het nog zin heeft, want je komt met honderd aanzetten." In luttele seconden was hij op de overgang.'

Uitgangspunt is de dubbele zelfmoord van Gerda en Mirella - moeder en dochter - en hun vijf honden. Op maandagochtend 28 november 2016 wachtten zij bij een spoorwegovergang even onder Nijmegen de sprinter naar Roermond op. Een hondje overleeft de aanrijding. Het is dat detail dat Van Casteren aanzette om juist deze van de 220 treinzelfmoorden die jaarlijks in Nederland plaatsvinden te onderzoeken. Stel dat hij die hond kon terugvinden, dacht hij. Hoewel hem dat lukt, staat hij daar terecht uiteindelijk niet echt bij stil.

Want de meeste impact heeft het ongeluk op degenen die er dichtst bij betrokken zijn. De machinist in de eerste plaats. Het is in zijn kille eenvoud gruwelijk om de opsomming van de springers te lezen die hij in zijn tienjarige carrière op de trein heeft meegemaakt. De eerste keer had hij een vrouw onthoofd. Een andere keer was het lichaam nauwelijks als zodanig herkenbaar. De laatste keer had het slachtoffer, omdat hij helemaal niet zo hard reed, hem aangestaard. En altijd was het de machinist zelf die, eenmaal uitgestapt, het lijk in al zijn rauwheid als eerste zag.

Gewoon werk

En wat te denken van de omstanders die, wachtend bij de gesloten spoorbomen, moeder en dochter eronderdoor zagen lopen, hun dood tegemoet? Maar ook voor wie een treinzelfmoord feitelijk gewoon werk is, is het iedere keer buitengewoon traumatisch. De twee medewerkers van het uitvaartcentrum die in de regio het lijk verwijderen, moesten in dit geval op deze koude morgen de uiteengereten lichaamsdelen loswrikken van de rails waaraan ze waren vastgevroren. 'Als je er te veel bij stilstaat ga je er zelf aan onderdoor,' zegt een van hen.

Door het lezen van Een botsing op het spoor raak je er zonder meer van overtuigd dat maatregelen nodig zijn om het zelfmoordenaars moeilijker te maken. Van hoge boetes voor lopen op het spoor tot waarschuwingsborden die mogelijke daders hulp beloven. En natuurlijk moeten onbewaakte spoorwegovergangen dicht, zoals onlangs bij Winsum is gebeurd na een aantal opzienbarende ongelukken. Het is bewonderenswaardig hoe Van Casteren het beleid van de NS logenstraft, die hierdoor hopelijk inziet dat zwijgen in dit geval problemen eerder verergert dan voorkomt.

Het enige wat je de auteur eventueel kan verwijten is dat hij niet nóg dieper heeft gegraven. Als Van Casteren op een gegeven moment over de vloer komt bij de nabestaanden, daar stuit op moeizame familieverhoudingen en je je afvraagt wat er precies is voorgevallen (incest?), doet Van Casteren geen moeite meer dat te ontrafelen. Zo sla je Een botsing op het spoor dicht met een gevoel van misschien ongepaste onbevredigde nieuwsgierigheid. Maar dát verhaal viel natuurlijk buiten de scope van deze schitterende reportage die het verdient de reputatie van een klassieker te krijgen.

Maarten Dessing is freelance journalist voor onder meer Knack, De Standaard,Boekblad, Bibliotheekblad en Schrijven Magazine. Zie ook zijn blog maartendessing.blogspot.com.

pro-mbooks1 : athenaeum