Recensie: De mysteries van Westhoek en Congo

27 juni 2017 , door Daan Stoffelsen
| |

Waarom heeft nog geen Nederlandse krant of weekblad Koen Peeters (Turnhout, 1959) geïnterviewd? De lof stapelt zich op voor de auteur die al eerder de Du Perronprijs en de F. Bordewijkprijs ontving, en wiens Grote Europese roman op de shortlist van de Librisprijs stond, en dit verhaal overstijgt het boek. In zijn nieuwste roman, De mensengenezer, gaat een jongen van de Vlaamse Westhoek - boerenland op de slagvelden van de Grote Oorlog - naar het seminarie, en vervolgens naar Congo, op zoek naar de stemmen van voorouders. Een coming of age, ja, maar goed geschreven en met stevige filosofische en antropologische inzichten, en nimmer zweverig: de klei en het stof overheersen, en de nieuwsgierigheid.

Een geest

Anders opgesomd: De mensengenezer gaat over de Eerste Wereldoorlogslagvelden van de Belgische Westhoek, de stille natuurwereld van boeren, de leer van de jezuïeten, de theorieën van antropologen, Freud, Lacan, en de rituelen van de Yaka in Congo. Peeters brengt het ons in kleine porties, via de levensloop van Rémi, een ouddocent van de verteller - hij vertelt hun beider verhalen parallel -, chronologisch. Die chronologie wordt nergens saai, wat wil je met zo'n levensloop, en dat komt ook door Peeters' stijl, die het poëtische en filosofische niet mijdt. Zo begint de roman:

'Het wezen, er bestaat misschien zoiets als het wezen van de Westhoek. Misschien is het een geest, een daimon, een genius, die niet bestaat als lichaam maar toch sluipt en heerst in het West-Vlaamse landschap. Altijd opnieuw lijkt deze geest te verschijnen: in de huizen, de dorpen en langs de wegen. Het is alsof die geest de hele tijd opstijgt en neerdaalt in het vlakke landschap. Op ijle wijze. Misschien gebeurt de beweging via zonnestralen, lijsters en leeuweriken, of als een haast onhoorbare tamtam, of via een andere stofwisseling of circulatie. Men kan hem horen hijgen tussen de woorden die de mensen zeggen, in het corpus van zinnen en verhalen die men elkaar vertelt.'

In het daaropvolgende hoofdstuk spreekt de verteller uit wat ik als lezer meteen denk: 'Een geest, een genius, een daimon? Wat de oude professor daarmee bedoelde? De opsomming leek wel een dichtregel, een vers uit een klassiek gedicht, een poëtisch lijstje van drie verschillende mythische wezens.' Het lijkt wel zinledig gezweef. Maar Peeters' professor Rémi wordt concreter:

'In alles wat in de Westhoek wordt gezegd klinkt die galm. Het is een klein gonzend geroffel, alleen opgemerkt door een gevoelige observator. Misschien wordt het ritme, de resonantie via de sporen van hazen in de aarde gelegd. Hazenprenten. Dat zou een mooie theorie zijn: dat oude geschiedenissen per hazenpoot neerdalen en weer opstijgen in al wat groeit. Veelsoortig, onuitroeibaar, elk jaar opnieuw. Deze verhalen verliezen zichzelf in bloemblaadjes. Zachte rode, bloedrode bloemblaadjes. Ik bedoel klaprozen.'

Ook deze opeenstapeling van beelden mag wat veel zijn, maar er zit een onnadrukkelijke alliteratie in, en een cadans die je overtuigt toch door te lezen.

Een geroepene, een wetenschapper

En dat wordt beloond. De jonge Rémi, die in zijn jeugd hoorde zeggen dat hij mensen kon genezen, geeft een ongewone invulling aan zijn priestersopleiding en vindt zijn bestemming in de Congo. Daar wordt hij wetenschapper, en krijgt hij grip op de geesten en daimons die zijn eigen geboortegrond bepalen. Hij achterhaalt de geschiedenis van een zwarte soldaat die in de oorlog meestreed aan Belgische zijde. Hij komt naar huis. Dat de verteller, in wie we Koen Peeters zelf mogen herkennen, de jonge Rémi achterna reist, geeft een extra dimensie aan het verhaal. Deze ik is al helemaal niet geneigd tot spiritualiteit, maar zijn nieuwsgierigheid en bewondering is aanstekelijk.

Dus naast de coming of age - het perspectief dat Kees 't Hart in De Groene Amsterdammer koos op dit boek - is De mensengenezer een 'onderzoeksroman' - Rob Schoutens term in Trouw - die heel abrupt eindigt, waarvoor Peeters zich verontschuldigt in de roman. We maken Rémi's studie en de eerste ontmoeting tussen hem en de verteller niet mee in deze roman. Dat geeft niet. Dit boek ademt geest, genius, daimon - het ademt, en het doet precies wat literatuur moet doen: mysteries oproepen, ze de jouwe maken, en je ontredderd achterlaten.

Daan Stoffelsen is recensent, redacteur van Revisor (waar een eerste leesindruk van deze roman verscheenen boekverkoper. Hij is verantwoordelijk voor Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum