Recensie: Hitler serieus genomen

06 april 2017 , door Esther Wils
| | | |

Bij grondige lezing blijkt Mein Kampf behalve weerzinwekkend ook sluw, en biedt het reden tot nadenken. Historicus Ewoud Kieft ondernam de lastige taak en daar mogen we blij om zijn: hij komt met een fenomenale analyse. Die duidt Hitlers naargeestige talent en plaatst de opmars van het nazisme in zijn tijd, maar onderscheidt ook zin en onzin van eigentijdse vergelijkingen en wijst aan waar de pijn zit.

'Ach nee hè?' zei vader Kieft toen zijn zoon Ewoud hem vertelde dat hij zich op uitnodiging van het NIOD met Mein Kampf ging bezighouden. Het is een boek dat, zacht uitgedrukt, veel weerstand oproept en Kieft junior had zich voorgenomen na zijn boek Oorlogsenthousiasme een poos niet meer over geschiedenis te schrijven. Maar in Mein Kampf en de (receptie)geschiedenis van het nazistisch gedachtegoed komen veel eerder door Kieft blootgelegde thema's samen. Daarbij was hij geërgerd en bezorgd over de simplistische manier waarop er in Nederland veelal met de Tweede Wereldoorlog wordt omgegaan, met name in de politiek; de opdracht bood een kans iets recht te zetten. Kieft wil voorkomen wat hij steeds ziet gebeuren: dat het nazisme tot een symbool wordt gemaakt en zo op afstand wordt gehouden, zonder na te gaan waarom het werkte.

Voorgeschiedenis

Spreken was zijn ware roeping, Hitler begon pas met schrijven toen hij in het gevang zat na zijn mislukte machtsgreep van 1923. Kieft bespreekt kort zijn voorgeschiedenis: Hitler was geen oorlogsheld, zoals hij zichzelf graag etaleerde, maar wel verslingerd aan zijn oorlogskameraden en de heroïek van de strijd. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog had hij 'heimwee' en niemand om naar terug te keren.

Wat de Duitse bevolking in haar algemeenheid betreft: op de vernedering van het verlies en het gevoel van vergeefsheid dat dat met zich meebracht - waren al die doden voor niets gestorven? - kwam nog het Verdrag van Versailles dat de burgers economisch het mes op de keel zette: zij kregen eenzijdig de schuld van de oorlog en kregen ook de complete financiële 'onkosten' te dragen. De uitzinnige inflatie die volgde bracht grote groepen tot wanhoop en haat jegens het internationale kapitalisme. Daarbij kwam de angst voor communisme dat aan de andere kant oprukte, het geweld onder Lenins bewind en de misdragingen van het Rode Leger drongen in het nieuws tot de Duitse burgers door. Ook wie al met die feiten bekend was, staat de werking pas goed voor ogen na de compacte maar indringende schets die Kieft ervan geeft.

In feite kon Hitler eenvoudig aansluiten bij de retoriek die al eind negentiende eeuw, ruim voor WO I sterk opgang maakte; de 'oorlogsromantiek' was ontstaan binnen de radicale vakbondsbeweging. Hoewel zij door de nazi's tot vijand werd uitgeroepen, stond de socialistische beweging wel model voor het nazisme. Zij was 'streng gedisciplineerd en georganiseerd, en [staat] in haar geheel onder leiding van één enkele toporganisatie,' citeert Kieft uit Mein Kampf. Van haar kopieerde Hitler zijn straatpropaganda, de massabijeenkomsten, het marcheren met vaandels, en zelfs de kleur rood, die irriteerde en uitdaagde.

Het 'oorlogsenthousiame', onderwerp van Kiefts vorige al even scherpe en boeiende studie (zie hier mijn bespreking), had al in de eerste decennia van de twintigste eeuw bijna de hele Europese bevolking in zijn greep gekregen. De ontberingen en de massaslachting die tussen 1914 en 1918 plaatsvonden hadden weliswaar een enorme dreun uitgedeeld, maar de bereidheid tot strijd smeulde nog sterk - zeker bij de vele gefrustreerde oorlogsveteranen. Hitler hoorde tot die groep, net als een van zijn maten van het eerste uur, het kopstuk generaal Ludendorff, die de laatste twee jaren het oppercommando over de Duitse troepen had gevoerd en in zijn memoires dezelfde grondgedachten ontwikkelde als Hitler later gebruikte.

Kieft besteedt veel aandacht aan het proces dat in 1923, na hun putsch in München, tegen de twee en hun directe handlangers werd gevoerd. Hij ontwaart hier al veel van wat later nog sterker terugkwam: het vermogen van Hitler zijn luisteraars - tijdens zijn verdediging - urenlang te boeien en de retorische middelen die hij daarvoor gebruikte: het poseren als underdog, het benadrukken van zijn verdienste in WO I, het voorstellen van de zaak als een gerechtvaardigde correctie op het funeste Verdrag van Versailles en de door het volk ongewenste Weimarrepubliek. Hij verklaarde, aldus Kieft, 'de oorlog aan alles wat on-Duits was: marxisme, internationaal kapitalisme, en bovenal, de Joden.'

Extreem en openlijk

Hitler kon zich in extreme bewoordingen uitlaten, en extreme maatregelen voorstellen, omdat hij zijn politieke strijd als oorlog presenteerde, betoogt Kieft, zijn ideeën als een levensovertuiging. De gevestigde orde moest worden bestreden: Hitler bepleitte vormen van geweld die legitimiteit suggereerden, zoals volksrechtbanken. Hij legde zich erop toe structuur en richting te geven aan het bestaande politieke geweld van ettelijke fanatieke knokploegen.

Niet alleen was de voedingsbodem rijp, zijn strategie was gehaaid. 'Sluw,' noemt Kieft hem, en een bepaald type doelmatige intelligentie kan hem inderdaad niet worden ontzegd. Het grote verschil tussen Hitler en anderen met dezelfde denkbeelden was zijn begrip van de massa en hoe die te bereiken: met propaganda, show en rituelen. Kieft vat de stelregels samen die Hitler zelf zeer openlijk in Mein Kampf besprak - en voegt eraan toe hoe typisch het is dat zijn publiek dat pikte; de krankzinnige oplage van 12,4 miljoen exemplaren (lang niet alleen te verklaren doordat het van overheidswege aan pasgetrouwde stellen cadeau werd gedaan) betekent dat ook het grote publiek gefascineerd was door het boek, terwijl hun zwakheden er breed in worden uitgemeten. Misschien is de verklaring dat zij niet konden beschikken over de heldere analyse van Kieft; van de notoire slordigheid, wolligheid en moeizame stijl is in de gekozen citaten niet veel terug te vinden.

Onder de regels die Kieft onderscheidt zijn de volgende opvallend in hun herkenbare eenvoud:

  • de enige maatstaf voor propaganda is succes, niet juistheid
  • het publiek heeft genoeg aan een gering en onveranderlijk aantal onderwerpen, ook als die gedateerd raken
  • het heeft aan één vijand genoeg; bij meer kan de twijfel toeslaan: ze kunnen toch niet allemaal ongelijk hebben?
  • massasuggestie is een machtig middel en een groot goed (al was het door tijdgenoten die het gethematiseerd hadden als gevaarlijk aangemerkt)
  • de boodschap moest noodzakelijkerwijs eenvoudig zijn: simpele partijvrijwilligers moesten de strooibiljetten kunnen toelichten
  • een grote leugen is beter dan een kleine: schaamte weerhoudt de mensen ervan te geloven dat het niet waar kan zijn (het publiek durft zelf alleen kleine leugens aan), en van brutaalste leugens blijft altijd iets hangen.

Katholieke streken

Eén van de fascinerendste kronkels, verbijsterend en tegelijk ontegenzeggelijk overtuigend, is Hitlers omgang met het dogma, een principe dat hij van het geloof heeft afgekeken. Kieft citeert uit Mein Kampf onderstaande passages.

'Want hoe wil men mensen vervullen met blind geloof in de juistheid van een leer, wanneer men zelf voortdurend veranderingen aanbrengt in de uiterlijke vorm en zodoende zelf onzekerheid en twijfel verbreidt? […] Ook hier kan men leren van de katholieke kerk. Hoewel het geheel van haar leerstellingen op ettelijke punten, en gedeeltelijk zelfs volkomen zonder noodzaak, in botsing komt met de exacte wetenschap, is ze toch niet bereid maar een tittel of jota van haar dogmata af te doen.'

'Het gros van het volk bestaat niet uit professoren, en ook niet uit diplomaten. Het luttele beetje kennis waarover het beschikt, bewijst dat het meer voor emotionele dan voor mentale ervaringen vatbaar is.[…] Het geloof is moeilijker te vernietigen dan het weten, liefde standvastiger dan eerbied, haat is sterker dan wrevel, en het was altijd de bezieling van het fanatisme, soms de zweep van de hysterie, welke de geweldige omwentelingen dezer aarde deden ontstaan, en zo goed als nooit een, door de gehele massa gedeeld, wetenschappelijk inzicht.'

De zweep van de hysterie; hier zien we de kers op de taart in het recept van die talloze redevoeringen die de hedendaagse toeschouwer klamme handen geven van afschuw.

Hitler kon op deze wijze, net als de katholieke kerk, ongerijmdheden goedpraten - sterker nog: dat moest hij vooral niet doen! Zo konden Joden eenvoudig tegelijk even schadelijke marxisten als kapitalisten zijn. Een volksdeugd die hij in aansluiting op gelovigheid propageert, is het vermogen te zwijgen, ook als je getuige bent van onrecht. Praktisch, en ook typerend voor het leger als staatsmodel: door en door gedisciplineerd en van bovenaf geregeerd.

Naast het dogma wordt de onverdraagzaamheid van het geloof aangehaald als ingrediënt van effectief populisme: heidense altaren moesten vernietigd. Met het religieuze accent op herrijzenis - denk aan de oorlogshelden van WO I - en regeneratie is de onsmakelijke cocktail compleet.

Zoals Kieft herhaaldelijk schrijft: je zou er melig van worden. Toch heeft hij prachtig zijn hoofd erbij gehouden en met zijn grondige aanpak laten zien hoe het nazisme zo groot en gevaarlijk heeft kunnen worden. Die grondigheid houdt hij vol, tot en met zijn genuanceerde reflecties over de actualiteit en de parallellen die er al dan niet te trekken zijn met de Tweede Wereldoorlog..

Het NIOD heeft uiteindelijk besloten geen nieuwe Nederlandse vertaling van Mein Kampf uit te brengen, omdat de gewenste wetenschappelijke annotatie te veel tijd en dus geld zou kosten, omdat er veel protest werd verwacht en omdat er inmiddels toch al een geannoteerde Duitse versie op de markt is. Dat gaf Kieft de mogelijkheid niet slechts een voorwoord maar een compleet en geweldig boek te schrijven, een pageturner die ongetwijfeld veel meer lezers zal boeien en bedienen dan het oorspronkelijke project had gekund.

Esther Wils is freelance recensent voor het AD, Focus en Indisch-anders.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum