Recensie: Hoe de wolf terugkeerde

17 augustus 2015 , door Daan Stoffelsen
| |

Hoe komt de wolf terug in Engeland? Hier struint hij zo de grens over, maar in Engeland moet je hem invliegen. Het is een bizar plan dat Sarah Hall geweldig uitwerkt in haar nieuwe roman De komst van de wolven (Wolf Border, vertaald door Wim Scherpenisse). Daarin geeft de elfde graaf van Annerdale aan Rachel Caine de opdracht om het wild terug te brengen in de beschaafde wereld. Wolven zijn wild, Rachel is geen lieverdje, de graaf is onvoorspelbaar en er zijn politieke en maatschappelijke tegenkrachten. Maar de wolven worden teruggeplaatst. Ze komen thuis.

N.B. Deze recensie verscheen eerder in NRC Handelsblad. We publiceerden ook voor uit de roman en vroegen de vertaler om een toelichting.

Hall (1974) komt zelf uit Cumbria: ze gebruikt de leegte van het landschap, de ruwheid van mens en natuur als een vanzelfsprekendheid. Maar niet als een cliché – ze is een oorspronkelijk schrijver. Hall kan een bijzonder verhaal overtuigend brengen: ook in De komst van de wolven is haar dat gelukt. Ze houdt de spanning erin, met een ongewenste zwangerschap, een verslaafde broer, protesten, vandalisme. Maar alles komt goed. De twee bizarre plannen – wolven in Groot-Brittannië, Rachel Caine als alleenstaande moeder – slagen. Bijna.

Het verhaal wordt chronologisch verteld, met natuurlijke sprongetjes in de tijd en is geschreven in afgemeten lyriek wanneer de wolven vrijgelaten worden, maar elders effectief in staccato: ‘Mammmmam. Hij zegt het al bijna, een variant ervan, waarmee hij haar nieuwe identiteit bevestigt. Ze tilt hem op. Hij past naadloos tegen haar zij. Zijn rechtmatige plaats. Onaanvechtbaar.’

Onaanvechtbaar? Hall stelt zulke vragen: over de microkosmos van een moeder, maar ook over de ecologische en politieke werkelijkheid rond de herintroductie van wolven, die de politiek graag wil, maar de boeren niet. In De komst van de wolven blijft alles onder controle, zelfs als aan het slot die controle wegvalt. Maar dat klopt, juist bij wolven. De individuele, zwervende wolf die Rachel zelf lijkt te zijn, gaat zich heel voorspelbaar gedragen, net als de Roemeense wolven. Hun gedrag is uit te tekenen, en als het project mis lijkt te gaan, ligt dat niet aan de ‘wilde’ dieren, maar aan hun beschermers.

Zo is er aan deze ongewoon realistische roman nog een diepere vraag te ontlenen: als er een wolvengrens is, een absolute grens tussen beschaving en wildernis - waar wil je dan staan?

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van Revisor

pro-mbooks1 : athenaeum