Recensie: Kleurgrens in de liefde

20 april 2017 , door Esther Wils
| | |

'Verliefdheid, relaties en seks in het Zuid-Afrika van na de apartheid,' zo luidt de ondertitel van het onderzoek dat journalist Niels Posthumus deed naar een thema dat zich in de praktijk aan hem opdrong. Hij verbleef vanaf 2008 lange periodes in Johannesburg, waar hij werkte voor het lokale The Star, en als correspondent voor dagblad Trouw en andere Nederlandse media. Van daaruit maakte hij uitstapjes naar Durban, Kaapstad en Stellenbosch om wetenschappers en ervaringsdeskundigen aan de tand te voelen: waarom blijven gemengde relaties zo zeldzaam en opzienbarend, en wat is de oorzaak van het extreem hoge aantal seksuele geweldsdelicten in Zuid-Afrika?

Ontugwet

In de loop van zijn Liefdes verdriet schetst Posthumus losjes de ontwikkeling van de verschillende wetten waarmee de architecten van de apartheid hun naargeestige stempel drukten op het leven in al zijn facetten, van werkgelegenheid en woonplaats tot en met de seksuele zeden. Ruim voordat de apartheid in 1948 officieel met die naam werd ingesteld, was in 1927 de Immorality Act of Ontugwet ingevoerd, die aanvankelijk - curieus - alleen buitenechtelijke verhoudingen tussen mensen van verschillende huidskleur verbood. In 1949 werd die wet nog aangescherpt en werd in een nieuwe ook het gemengde huwelijk verboden, tot president Botha de wetten in 1985 weer afschafte.

De Engelstaligen en Afrikaners die de regels bedachten, waren erop gespitst het 'blanke ras' - ondanks de kennelijk gangbare promiscuïteit - 'zuiver' te houden; een christelijke inspiratie. Die notie van 'hygiëne' leeft, deels onbewust, nog steeds voort onder witte mensen in Zuid-Afrika; Posthumus laat enkele personen aan het woord die uitleggen hoe ondenkbaar het voor hen was een oogje te krijgen op een kleurling, laat staan een zwart persoon.

Sugar daddies en golddiggers

De auteur blijkt zelf zeer gevoelig voor de schoonheid van vrouwen en heeft een flinke verzameling vriendinnen van verschillende etnische achtergronden, met wie hij verschillende graden van intimiteit onderhoudt en die hij voor zijn verhaal raadpleegde. Als niet onknappe maar ook niet erg rijke witte man is hijzelf niet direct het slachtoffer van een tendens die hij signaleert: zwarte meisjes en kleurlingen zoeken tijdens hun studie een man om ze te onderhouden, of minimaal enige luxe in hun leven te brengen. De mannen die daar graag op ingaan - en er vaak actief naar op zoek zijn - zijn zowel wit als zwart: ook onder de nieuwe black diamonds, de kleine rijke minderheid die in de laatste jaren haar plek op de markt heeft veroverd, zijn er die dergelijke maintenées voor hun rekening nemen.

Posthumus is onaangenaam getroffen door het materialisme dat deze jonge vrouwen drijft, ook degenen die het niet nodig hebben - ze ontvangen tenslotte een studiebeurs, of hebben een eigen inkomen. Begrijpelijker is misschien de pijnlijk goedkope variant die in de townships vigeert: meisjes verkopen zich in ruil voor een drankje of wat beltegoed. Waar niets is en het leven weinig waard is, ligt zulke handel wellicht meer voor de hand.

Koloniale knechting

Het cliché wil dat Zuid-Afrika een land is van grote contrasten, en dat klopt. De tegenstelling tussen arm en rijk is gigantisch en nauwelijks overbrugbaar, en ook tussen conservatisme en de hippe stadscultuur gaapt een kloof. Posthumus woont in de swingende wijk Mobaneng in Johannesburg, waar - net als in Kaapstad - een bloeiend uitgaansleven met design koffietenten, boetieks en disco's te vinden is. Hij geniet daar leesbaar van, en brengt zijn enthousiasme voor de plek en zijn bewoners duidelijk over. Net als zijn verbazing over de hardnekkigheid van raciale grenzen; als men buren, collega's en vrienden kan zijn, waarom dan geen bedgenoten? Hij en zijn vriendinnen worden ook in Mobaneng met een scheef oog aangekeken. En waarom is er zoveel seksueel geweld in het land? Is er een verband tussen beide zaken?

Voor een mogelijke verklaring bezoekt hij deskundigen van wisselend pluimage, onder wie historici, psychologen, activisten en journalisten. Een aantal factoren komt onherroepelijk terug, als het om geweld gaat: bepaalde inheemse, nog zeer actuele tradities gebieden de vrouw de man ter wille te zijn - en vice versa, wat evengoed wordt gebruikt als argument voor verkrachting -, sanctioneren 'correctie' van lesbiennes, en zelfs de verkrachting van maagden op zeer jonge leeftijd. De nadruk ligt op de knechting die het kolonialisme en de apartheid meebrachten: dat heeft de emancipatie tegengehouden, en nu die doordringt zijn de mannen daar boos en gefrustreerd over - wat ze ook al waren door de vernedering die ze hebben ondergaan door het racisme en het afknijpen van levenskansen. De samenleving is door en door gepolitiseerd en gepolariseerd; het lijkt erop dat geen enkel terrein vrij is van de lading, de bijsmaak. En dus ook de liefde niet.

Politiek correct

Soms vraag je je af of het politiek correcte ook niet deels een gemakzuchtig antwoord is. Het is niet moeilijk te begrijpen hoe onderdrukking en een gewelddadige behandeling mensen aantast en voorziet van een reservoir aan agressie die nauwelijks te beteugelen valt. Maar dat verklaart nog niet het specifiek seksuele karakter van het geweld zoals dat in Zuid-Afrika veel meer dan elders heerst. En daarbij hebben de meeste seksueel actieve mannen inmiddels de apartheid niet meer aan den lijve ondervonden.

Posthumus haalt als gezegd kort de gevolgen aan van bepaalde traditionele overtuigingen; al zijn dat misselijkmakende ideeën die niet uitnodigen tot nadere inspectie, in die relatief onbekende en van de hedendaagse tendensen afwijkende seksuele constellatie ligt misschien meer verklarende waarde dan nu uit de verf komt.

Dat neemt niet weg dat Liefdes verdriet belangrijke en intrigerende thema's aansnijdt en een stevige en veelzijdige aanzet geeft tot dieper inzicht. Posthumus' voorzichtige conclusie, dat 'het idee van de regenboognatie de liefde alleen nog maar lijkt te belemmeren,' dat die vlucht naar voren nu vooral werkt als een ontkenning en loochening van de feiten - zowel van het racisme als van het seksisme -, lijkt me een waardevolle boodschap, die niet alleen voor Zuid-Afrika relevant kan zijn.

Esther Wils is freelance recensent voor het AD, Focus en Indisch-anders.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum