Recensie: Wij zijn friemelaars

24 maart 2017 , door Esther Wils
| |

De smartphone is de opvolger van de waaier, de sigaret en het breiwerk, stelt psychoanalyticus Darian Leader. In Handen verkent hij de onderschatte menselijke behoefte om letterlijk iets om handen te hebben. Geen dik boek, wel zeer inspirerend: Leaders observaties drukken de lezer met de neus op deze menselijke eigenaardigheid.

Een eeuw geleden werd de psychoanalytische praktijk in Nederland geïntroduceerd met de oprichting van een vakvereniging. Dat jubileum wordt uitvoerig gevierd (zie www.100jaarpsychoanalyse.nl), maar in de media moet de psychiater zich anno 2017 stevig verdedigen. Is de psychoanalyse niet achterhaald? is steevast de vraag. Als dat iets demonstreert, is het dat de journalistiek niet goed oplet. Dat psychoanalyse niet meer door de verzekeraar wordt vergoed, is een symptoom van intellectuele armoede bij de beleidsmakers, geen teken van zwakte van de school zelf. Zie het succes van de Vlaamse psychiater Paul Verhaeghe en zijn visie op de kwalen van de samenleving, zie ook het verheugende feit dat De Bezige Bij alweer een boek publiceert van de Britse psychoanalyticus Darian Leader. Geen van beiden schrijft makkelijke lectuur, maar psychoanalyse is dan ook geen zelfhulp.

Freud

Leader is – net als het hechte Britse denkersgezelschap waarin hij zich beweegt, zie het interview van Jacob Zwaan bij De Gids - een overtuigd Freudiaan, en nog interessanter: een overtuigend Freudiaan. In zijn eerdere boeken – in het Nederlandse verschenen Het nieuwe zwart (2011), Wat is waanzin? (2012) en Manisch (2013) [alle drie door ons besproken, de links leiden naar de stukken] – toont hij zich een creatieve leerling en bouwt hij voort op het psychoanalytisch begrippenkader.

Ook uit Handen blijkt zijn gemak in de omgang met Freud, alsof hij er dagelijks over de vloer komt. Bij de vroegste reflexen die een baby vertoont, is grijpdrift, of Greiftrieb, naast zuigen de belangrijkste en staat daar niet los van – Leader wijst op de etymologische verwantschap van ‘taste’ en ‘touch’. Ook als een baby aan een tepel, een speen of op zijn duim zuigt, grijpt hij met zijn handjes naar iets om vast te pakken. Vaak is dat eerst de borst of de hand van zijn moeder, later komen er ‘transitieobjecten’ in beeld: de klassieke safety blanket is een vast punt in het continuüm tussen moeder en kind: ‘Niet zij, niet ik. Het biedt een manier, die we het grootste deel van ons leven verder zullen ontwikkelen, om door middel van wat we in onze handen hebben ergens anders te zijn.’

Ergens anders

Wat voor velen een steen des aanstoots is, dat mensen zo afgeleid zijn door hun telefoons, is voor Leader dus normaal en goed te verklaren. Het tobberige bewegen tussen de verlangens naar versmelting (‘zij’ – of ‘hij’) en autonomie (‘ik’) wordt afgeleid door deze derde die aan- en afwezigheid ideaal combineert. Contact op bestelling, maar niet te opdringerig; buiten de lastige kluts der lichamen, maar wel binnen handbereik.

We leven met een ‘teveel’: onrust die wordt veroorzaakt door de primaire driften (of drijfveren, in de vertaling van Van der Werf) en de wens ons van dat ‘lichamelijke overschot’ te ontdoen. Historisch werden tandextracties, amputaties of aderlating medisch ingezet. Exorcisme had eenzelfde reinigende functie als later meditatie, ontgifting en de sportschool – die tot ware obsessies kunnen leiden.

‘Handtechnologie legitimeert dit woeste regime van de drijfveer. Waar onze vingers kunnen tikken, swipen en scrollen zijn we niet beperkt tot sportschooltijden […]. We kunnen het overal, en voor velen betekent dat het “kan” ook dat het “moet”.’

Leader maakt dergelijke, volgens psychoanalysehaters vergezochte ideeën zeer aannemelijk; hij geeft herkenbare voorbeelden en een eigen, nooit dogmatisch aandoende, vaak grappige draai aan zijn redeneringen. Hij gaat uit van een reëel mensbeeld en overschat onze vermogens niet, wat in tegenspraak is met de verwachtingen van de moderne tijd, die een totale (keuze)vrijheid oplegt – tot en met de vrijheid te sterven uit eigen keus. Zoals Leader stelt: ‘Hoe hoger autonomie en zelfbeschikking worden gewaardeerd, des te meer gedrag dat we niet volledig onder onze controle hebben wordt gepathologiseerd.’

Daarom breidt het arsenaal aan zogenaamde ‘verslavingen’ zich sterk uit, maar ‘de werkelijke, onderliggende verslaving is die aan autonomie: de illusie dat we onszelf altijd de baas kunnen zijn. Hoe meer we daarvan overtuigd zijn, des te meer stoornissen er zullen zijn’.

Civilisatie

Aantrekkelijk aan het verhaal is dus ook dat Leader zijn nuchtere observaties in een algemeen, cultuur-historisch perspectief plaatst; hedendaagse tendensen krijgen een tijdgebonden, minder absoluut karakter, en historische praktijken lijken meer onderdeel van een continuüm, minder gedateerd. Zo blijkt het voorgeschreven gebruik van de rozenkrans ook de tegemoetkoming aan een behoefte – verstandig dus, werkelijk verlichting biedend: ‘De mens is, zoals de Kerk erg goed begreep, een friemelende soort.’ Het vermanende ‘Ledigheid is des duivels oorkussen’ is aan een herwaardering toe.

Leader wijdt ook een flinke passage aan Norbert Elias’ civilisatietheorie, aan Erasmus’ De civiltate en de ontwikkeling van etiquette ter beteugeling van de neiging te plukken, wrijven en krabben, en bespreekt de opeenvolgende attributen die de rusteloze friemelaar een uitweg boden: handschoenen, waaiers, snuifdozen, rookwaar, de stok en de paraplu, maar ook het eigen haar. ‘Het aanraken van de baard en de bakkebaarden kan wel eens een van de meest gebruikelijke manieren zijn geweest om de handen bezig te houden, tot diep in de twintigste eeuw. Charles Dickens schreef zelfs dat “het leven [zonder snorren] oneindig saai zou zijn”.’

Ook de psychoanalyticus, die uren luisterend doorbrengt, moet zijn handen ergens laten; Freuds dochter Anna breide en beval het weefgetouw aan, Freud zelf rookte en speelde met zijn antieke beeldjes en amuletjes.

Patent

Toch zijn er ook dingen die met de digitale revolutie wezenlijk anders zijn geworden: Leader wijst erop dat behalve de communicatie en de informatievoorziening ook het gebruik van onze handen ingrijpend is beïnvloed.

‘Apple heeft al patenten aangevraagd voor bepaalde handbewegingen. Patentaanvraag nr. 7844915 uit 2007 omvat het scrollen van documenten en het in- en uitzoomen met een knijpbeweging, terwijl de aanvraag 7479949 een aantal bewegingen met verschillende aanrakingen betreft. Beide werden afgewezen: niet omdat bewegingen niet kunnen worden gepatenteerd, maar omdat ze al onder bestaande patenten vielen.’

Dat is inderdaad frappant: voor we het weten is ‘aaien’ iets ouderwets geworden. Bij de betreffende beweging denkt een kind van de toekomst misschien als eerste aan ‘swipen’. Leader haalt ook het voorbeeld aan van het moderne doktersbezoek; dat is al deels vervangen door digitaal contact en zal zich vast nog verder in die richting ontwikkelen. Terwijl onderzoek toont dat patiënten teleurgesteld zijn als de dokter ze niet heeft aangeraakt, minimaal door zijn hand op hun schouder te leggen.

Goed dat zulke zaken onder woorden worden gebracht. Geen robots maar echte dokters, echte katten voor oma’s, en breiwerken! Goed dat er psychoanalytici als Darian Leader zijn, die de wereld tegelijk normaler en interessanter maken.

Esther Wils is freelance recensent voor het AD, Focus en indisch-anders.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum