Recensie: De wetenschap boven alles

13 februari 2019 , door Maarten Asscher
| |

Onder de titel Leonardo literair vertaalde Patrick Lateur een selectie uit de duizenden vellen met aantekeningen van de hand van Leonardo da Vinci. In al hun thematische en stilistische verscheidenheid worden deze teksten en fragmenten bijeengehouden door een rotsvast vertrouwen in de wetenschap als bron voor alle doordachte menselijke activiteit, inclusief de kunst. En de literatuur? Die komt erachteraan.

Het pure denken

Wie schrijft, moet in onze tijd precies bepalen wat voor soort tekst hij wil maken. Een column, een roman, een proefschrift, een kort verhaal of een wetenschappelijk artikel: elk van deze soorten tekst stelt heel specifieke eisen en elk richt zich tot een andere uitsnede van het publiek.
In feite levert dit een zeer kunstmatige vervorming van ons gedachtenleven op, want de menselijke nieuwsgierigheid of het menselijk denken laat zich niet in soorten of subgenres onderverdelen. Als je dus kennis zou willen nemen van de pure werkzaamheid van een briljante geest, dan moet je al die indelingen opzij vegen en telt alleen het pure denken als resultaat van ervaringen, proefnemingen of zelfbespiegelingen.

Duizenden vellen

Welkom in de wereld van Leonardo da Vinci (1452-1519), de geniale uitvinder, kunstenaar, wetenschapper én schrijver. Gedurende zijn leven publiceerde hij niets, maar hij schreef wel vele duizenden vellen vol, met invallen, theorieën, beschrijvingen van uitvindingen, aforismen, fabels, voorspellingen en raadsels. Van die levenslange schrijfarbeid zijn ongeveer 7.000 met de hand beschreven vellen over, die tezamen een onnavolgbare neerslag van Leonardo's geestelijke activiteit vormen.
De Vlaamse meestervertaler Patrick Lateur, die eerder onder andere tekende voor veelgeprezen versies van zowel de Ilias als de Odyssee van Homerus (uit het Grieks) en van het Pervigilium Veneris (uit het Latijn), maakte onder de titel Leonardo literair een Nederlandse vertaling uit het Italiaans van een selectie uit deze omvangrijke aantekeningenbladen.

Geen Latijn

Eigenlijk is het verrassend dat Leonardo da Vinci, tegelijkertijd geboren met de uitvinding van de boekdrukkunst, zozeer het prototype is geworden van de Renaissance-kunstenaar. Zijn Mona Lisa is zo ongeveer het beroemdste schilderij uit de Renaissance. Toch hoort hij niet echt thuis in het rijtje van de typische humanisten als Erasmus, Montaigne of Thomas More. Ook met de beroemde humanistische uitgever-drukker Aldus Manutius, die in bijna exact dezelfde periode leefde en in hetzelfde Noord-Italiaanse land, had hij geen contact.
Waarom niet? Om te beginnen omdat Leonardo geen Latijn beheerste, de taal waarin bij uitstek het onderlinge verkeer van de Europese humanisten plaatsvond. En verder, zo blijkt ook duidelijk uit de in Leonardo literair bijeengebrachte teksten, droegen zijn intellectuele belangstellingen bijna uitsluitend een bètakarakter.

Vivisectie

Als Leonardo het over de mens heeft, dan is hij het meest geïnteresseerd in de spieren en het hart, de gelaatsuitdrukkingen en hoe die blijk geven van de innerlijke gemoedsbewegingen. Bij Leonardo geen filosofie maar fysiologie, geen poëzie maar osteopathie, geen vlucht van de geest maar ontwerpen voor en theorieën over een vlucht van het lichaam, met schetsen voor hefschroefvliegtuigen en vogelachtige vleugelcontructies.
Al deze gedachten van Leonardo die uitmonden in verslagen, aantekeningen en voorspellingen, zijn steeds gebaseerd op experimenteel onderzoek, op beproefde waarnemingen, met behulp van vivisectie, observaties in de natuur en laboratoriumonderzoek. Met wat wij de alfakant van de menselijke geest noemen, had Leonardo geen vanzelfsprekende affiniteit. Hij schrijft bijvoorbeeld: 'Het is heel wat moeilijker de werken van de natuur te begrijpen dan een bundel van een dichter.'

Vijfhonderdste sterfdag

Wie deze bundel leest, waarvan het karakter dus minder 'literair' is dan de titel doet vermoeden, raakt het meest onder de indruk van de teksten over onderwerpen als 'kennis' en 'schilderkunst'. Dat zijn onderwerpen die Leonardo als schilder, beeldhouwer, uitvinder en ontwerper in zijn zeer veelzijdige beroepspraktijk het meest direct bezighielden. In dat opzicht vormen Lateurs vertalingen een interessante aanvulling op de teksten over schilderkunst die Leonardo-specialist Michael Kwakkelstein vorig jaar in het Nederlands presenteerde, onder de titel Boek over de schilderkunst. Het is verheugend dat de viering van Leonardo's vijfhonderdste sterfdag op 2 mei 2019, aanleiding geeft tot deze Nederlandse publicaties, die zicht bieden op wat Leonardo schreef, naast alle aandacht voor wat hij schilderde, tekende, uitvond en ontwierp.

Überbèta

Wat er na lezing van deze bundel voor beeld van de schrijver Leonardo da Vinci achterblijft is in feite een dubbele persoonlijkheid. Aan de ene kant een überbèta, die eigenlijk alleen vertrouwen heeft in wat hij zelf heeft onderzocht en waargenomen. In dat opzicht was hij zijn tijd vooruit, als een soort Verlichtingsmens avant la lettre. Maar wie de raadsels en voorspellingen van Leonardo in deze bloemlezing leest - zijn bestiarium of wat 'Grappige anekdoten' wordt genoemd - die leest een latter day Plinius of Aulus Gellius, iemand die nog leefde, las en dacht in een laat-Romeins wereldbeeld. Als auteur wilde Leonardo met zijn schrijfsels ook geenszins literatuur voortbrengen, in welk genre dan ook. Met alles wat hij deed, dacht en schreef wilde hij de wetenschap dienen, de wetenschap als 'wettige dochter' van de natuur en de wetenschap als basis voor de schilderkunst.
Het is fascinerend om al in de vroege zestiende eeuw het verschil tussen een alfageest en een bètageest zo treffend geïllustreerd te zien door Leonardo's instructies voor het schilderen van een storm, de zondvloed of een veldslag. Vanaf de eerste tot de laatste zin lijkt het alsof je een technische gebruiksaanwijzing leest, in plaats van esthetisch-kunstzinnige adviezen. En dat was ook precies de bedoeling van deze tijdloze zestiende-eeuwse wetenschapskunstenaar, voor wie de schilderkunst duidelijk boven de letteren ging, en de wetenschap boven alles.

Maarten Asscher is schrijver en oud-directeur van de Athenaeum Boekhandel. In maart verschijnt zijn nieuwe boek, de columnbundel Kort geluk (Atlas Contact).

pro-mbooks1 : athenaeum