Recensie: Herleefd verdriet om Tonio

03 maart 2014 , door Anna Moerbeek
| |

In 2011 verschijnt A.F.Th van der Heijdens indrukwekkende requiemroman Tonio, geschreven voor en over zijn omgekomen zoon. Fragmentarisch van opzet, een zwaar document waar het verdriet vanaf druipt. Maar daarmee is Tonio nog niet klaar. In de periode na het uitbrengen van het requiem wordt Van der Heijden meerdere malen geïnterviewd. Schriftelijk, want zijn huis komt hij nauwelijks nog uit. Uitverkoren is een bundeling van zes interviews en de novelle die aan de wieg van Tonio stond. De pijn is nog altijd overduidelijk, het verdriet herleeft.

Meester in stijl

De interviews verschenen onder andere in de Volkskrant, Vrij Nederland en De Standaard der Letteren. Het onderwerp is natuurlijk: de totstandkoming van Tonio en het verdriet van A.F.Th van der Heijden. Omdat ze schriftelijk zijn afgenomen en Van der Heijden altijd meester is over zijn stijl, lezen ze prettig, als essays bijna. Je krijgt het gevoel beter te begrijpen waarom de romangeschreven moest worden en hoe dat in zijn werk ging. Van der Heijden verwoordt zijn verdriet als een vakman en weet de gevoelige snaar te raken.

‘Zo zat voortdurend dat beeld van de nog kleine, intensief op de grond spelende Tonio in mijn hoofd. Ik luisterde naar de elfde symfonie van Sjostakovitsj. Op zeker moment valt het grote orkest stil, en dan opeens die roffel op de slagtrom, die een paar keer herhaald wordt. Tonio sprong op, hief zijn wijsvinger, en riep: “Daar komen de ridders!”
Toen ik in mijn boek toe was aan de beschrijving van hoe een afvaardiging uit de operatiekamer Mirjam en mij kwam vertellen dat Tonio niet te redden was, besloot ik op die plaats zijn reactie op de slagtrom van Sjostakovitsj in te lassen. “Daar komen de ridders!” De kinderlijke uitroep krijgt daar met terugwerkende kracht iets profetisch, dat hij zelf uiteraard niet bedoeld had.’

Bij het lezen van zulke fragmenten bevindt de lezer zich direct weer in het oorspronkelijke verhaal. Het grote mankement echter is dat er zes interviews zijn opgenomen in Uitverkoren. En natuurlijk stellen alle interviewers de grote, belangrijke en moeilijke vragen. Van der Heijden beantwoordt ze even minutieus en goed geformuleerd, maar herhaling ligt op de loer. Dat is jammer, want er worden ook inzichten geboden die de lezing van Tonio kunnen veranderen.

Schrijversblik

Zo vertelt A.F.Th. van der Heijden dat de roman losjes gebaseerd is op een Griekse tragedie, bestaande uit drie delen. Ook vertelt hij waarom de zoektocht naar het meisje Jenny zo belangrijk was. Dat is informatie die de vorm van de roman beter verklaart en bepaalde keuzes duidelijker maakt. Het nodigt uit tot herlezen en zoeken naar nieuwe structuren en inzichten. Tonio is rauw en fragmentarisch van opzet. Het verhaal lijkt zo vanuit het verdriet neergepend te zijn en nauwelijks geredigeerd. Dat maakt het document zo direct en hartverscheurend. Toch blijkt dat Van der Heijden wel een idee in zijn hoofd had over de structuur van de roman en dat hij ook bij het beschrijven van zijn pijn zijn schrijversblik niet uit kon zetten.

‘Ik heb de schaal, waarvan niemand een koekje nam, vermeld omdat hij zo opdringerig stond te geuren, net zo lang tot de roomboterlucht iets ranzigs kreeg. Als ik de scène dan achteraf teruglees, denk ik: Het is de ongemakkelijke geur van de dood, van een nog warm lijk, die zich daar aan ons opdringt.’

Gids

De toegevoegde novelle Uitverkoren, waar de bundel naar vernoemd is, is net als de requiemroman fragmentarisch van aard. Het is duidelijk dat het verhaal ten grondslag ligt aan het boek. Soms doet het daardoor aan als een opzetje. Het roept een gevoel van herkenning op, een herinnering aan scènes die in de roman verder zijn uitgewerkt. De thema’s die we uit Tonio kennen komen ook hier naar voren: verdriet, schuldgevoel, woede, liefde. Maar alles beeldend beschreven, met gevoel voor detail en sfeer. Misschien voel je in Uitverkoren nog wel meer de directheid en de noodzaak om over het verdriet te schrijven.

Toch krijg je bij het lezen van de bundel vooral zin om Tonio weer eens op te pakken en door te bladeren. Het rauwe verdriet weer te voelen. Dat is precies hoe we Uitverkoren moeten zien, als een appendix. Als achtergrond en herleving van het verhaal. En misschien als gids, om ons de verborgen plekken en structuren van de roman te tonen en met andere ogen naar het verhaal te laten kijken.

Anna Moerbeek studeerde literatuurwetenschap en is stagiaire bij Athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum