Recensie: Gewaagde ode aan Europese samenwerking

30 november 2015 , door Pepijn Corduwener
| | | | | |

Weinig is de afgelopen jaren zo sterk gepolitiseerd en gepolariseerd als het debat over de toekomst van de Europese Unie. Dat debat verloopt al tijden volgens voorspelbare lijnen: voorstanders van meer integratie die met ‘nooit meer oorlog’ of ‘economische noodzakelijkheid’ het argument van de ‘aanval op de natiestaat’ proberen te weerleggen. Anthony Giddens probeert hieraan een einde te maken met Turbulent and Mighty Continent: What Future for Europe?, een intelligente en toegankelijke interventie die het debat verbreedt tot meer dan euro en immigranten. Door pepijn corduwener.

Turbulent and Mighty Continent is een uitgesproken en daarom moedig pro-Europees essay over een Europa dat door de eurocrisis niet ziet welke andere problemen voor het continent spelen. Op het eerste gezicht lijkt het vreemd dat bij uitstek een Brit nodig is om het pro-Europese kamp van intellectuele back-up te voorzien. Maar Giddens plaatst zich met het boek – en diens titel – in een Britse traditie die teruggaat tot Churchills speech uit 1946 waarin hij pleitte voor een United States of Europe. Waar Churchill deze nog zonder Groot-Brittannië zag, gelooft Giddens dat de Britten beter af zijn ‘inside looking out, than ouside looking in’. Voorwaarde hiervoor is wel dat de EU drastisch hervormd wordt. De economische crisis is namelijk slechts een teken van structurele problemen, en in die zin een kans, een noodzakelijkheid om de bevoegdheden van de EU op alle beleidsterreinen te vergroten.

Een legitieme Verenigde Staten van Europa is mogelijk

Een Verenigde Staten van Europa is daarom ook de richting waarin de EU zich moet bewegen. Het openingshoofdstuk ‘The EU as a Community of Fate’ zet uiteen hoe dit moet gebeuren. Ten eerste omhelst dit Europa een idee van ‘lean federalism’, met een gekozen Europese president, een Europese Raad die wordt omgevormd tot Europese Senaat en een Europees parlement met verregaande bevoegdheden. Tegelijk moeten zaken als onderwijs, zorg en sociale voorzieningen juist op het terrein blijven van de afzonderlijke lidstaten. Deze duidelijke afbakening van bevoegdheden en een sterker en machtiger supranationaal leiderschap, versterken zo ook het democratisch karakter van de EU.

Burgers moeten nu ‘deeply involved’ raken in het proces van democratische hervorming en het proces moet ‘bottom up’ verlopen. Engels moet hiervoor als ‘Europese taal’ worden bevorderd om wat Jürgen Habermas het gebrek aan een publieke sfeer noemde, te ondervangen. Verder gelooft Giddens in vormen van digitale democratie, die niet slechts meer transparantie brengen, maar een structurele overbrugging kunnen vormen van de brug tussen kiezers en gekozenen.

Een groot Europa is nodig voor vijf grote problemen

Een dergelijke EU kan de problemen waar de afzonderlijke Europese staten voor staan wel aan – op een legitieme manier. Het biedt allereerst een oplossing voor het democratisch tekort, dat in de ogen van Giddens vooral te wijten valt aan de ondoorzichtige beslissingen die genomen worden door wat hij met EU2 aanduidt: het handjevol regeringsleiders dat achter de schermen de lakens uitdeelt, Merkel voorop. Maar het biedt bovendien een effectieve manier om de vijf grote problemen waar Europa voor staat aan te pakken: de toekomst van de verzorgingsstaat, klimaatverandering, immigratie, de eurocrisis en defensie- en veiligheidsbeleid.

Het zijn deze vijf thema’s die het boek structureren en die iedere keer volgens een zelfde patroon verlopen. Het probleem wordt eerst geagendeerd met nationale voorbeelden, vervolgens worden eurosceptici, conservatieven en populisten bekritiseerd, waarna Giddens wetenschappelijk materiaal bespreekt, eventueel ondersteund met grafieken en tabellen, om een richting aan te geven waarin de oplossing gevonden moet worden. Verhelderend voorbeeld is in dit verband het hoofdstuk over immigratie en integratie. Giddens gaat eerst in op de hoofddoekjesproblematiek in Frankrijk, vervolgens op het minderhedenbeleid in Nederland en dan op het stof dat Sarrazins Deutschland schafft sich ab deed opwaaien. Daarna bepleit hij aan de hand van de Canadese filosoof Charles Taylor en de Brit David Goodhart wat multiculturalisme wel is en hoe Europese waarden en integratie samengaan. Het gaat erom om ‘een discursieve ruimte’ te creëren waarin ‘verschillende narratieven’ over wat Europese waarden zijn naast elkaar kunnen bestaan.

Maar kunnen we de burger daarbij betrekken?

Het voorbeeld laat tegelijk de kracht en de zwakte van Giddens werk zien. Giddens staat bekend als een ‘utopisch realist’ en hoe goed onderbouwd, gefundeerd en retorisch sterk zijn pleidooi ook is, het blijft de vraag of het werk in zijn opzet slaagt: burgers betrokken maken bij het Europese project en een progressief, tolerant en verbonden Europa aan de man brengen.

Aan zijn schrijfstijl zal het niet liggen. Giddens schrijft niet alleen met gezag, maar ook met swing en hij schuwt de scherpe one-liners niet: tegen de critici van het verlies van staatssoevereiniteit aan Brussel stelt hij bijvoorbeeld simpel: ‘You cannot surrender something that you have largely lost anyway’.

Noch ligt het aan de wetenschappelijke onderbouwing of Giddens eruditie. Uiteindelijk is vooral het feit dat Giddens meer utopist dan realist blijkt debet aan de tegenstrijdigheden van het boek. Het lijkt nogal bevoogdend om enerzijds het woord aan de burgers te willen geven in het Europese project, maar tegelijk al voor te schrijven hoe hun antwoord zou moeten zijn. Ook rijzen er twijfels over het doel van al deze hervormingen van de EU. Voor Churchill was dat, zoals hij bijna zeven decennia terug zei, zodat gewone mensen wederom van de simpele geneugten van het leven konden genieten. Maar waar Giddens het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk nostalgie voor verloren koloniale grandeur verwijt, gaat het redden van het Europese project hem ook in belangrijke mate om de ‘zoektocht naar relevantie’ voor het oude continent – waarmee Europa een mondiale speler kan worden op defensie, economisch en politiek gebied.

Een gewaagd en dapper essay

Hoewel Mighty and Turbulent Continent daarom met zijn pleidooi voor meer democratie en meer samenwerking wellicht niet de meest originele impuls aan het debat is, is het wel zeker een van de meest intelligente. Het is prijzenswaardig dat een wetenschapper van de statuur van Giddens, een van de meest vooraanstaande sociologen sinds de Tweede Wereldoorlog, het publieke debat ingaat met een gewaagd en dapper essay waarin hij pleit voor een federaal Europa. Waar hij eerder de ideologische grondslag legde voor de sociaaldemocratische Derde Weg van de jaren negentig, probeert hij dit nu te doen voor een nieuwe EU.

De belangrijkste bijdrage van het boek ligt echter niet in het pleidooi voor meer integratie, maar in de herinnering dat de eurocrisis slechts een van de uitdagingen is waar Europa voor staat – en in de gedachte dat onderbouwde vergezichten in plaats van makkelijke antwoorden het begin van een oplossing zijn.

Pepijn Corduwener is als docentpromovendus verbonden aan het Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht.

pro-mbooks1 : athenaeum