Recensie: De vuurdoop van de mens

30 november 2015 , door Valentijn van Dijk
| | | | |

Het broeikaseffect kun je als technologisch en ecologisch probleem zien, maar het heeft ook een lange geschiedenis. De relatie van de mens met vuur gaat terug tot in de oude Steentijd, en onze hoogenergetische economie is het eindpunt van een langdurig cultureel proces. Dit standpunt is voor het eerst uitgewerkt door professor Joop Goudsblom in het veelvertaalde Vuur en beschaving uit 1992, dat nu heruitgegeven is. Goudsblom, inmiddels emeritus hoogleraar, organiseert komende week een congres over de rol van vuur in de menselijke evolutie, geschiedenis en cultuur. Hier zullen onder andere twee auteurs spreken die recentelijk een boek publiceerden over het onderwerp, Richard Wrangham en Frances Burton. Het blijkt dat je het onderwerp behalve vanuit het historisch-sociologisch perspectief van Goudsblom ook kunt benaderen vanuit de evolutionaire biologie en de biologische antropologie. Door de drie boeken naast elkaar te leggen, ontstaat een beeld van een boeiend interdisciplinair veld. Door valentijn van dijk.

Goudsblom laat Vuur en beschaving beginnen op het moment dat de mens een sociaal wezen werd. Hij denkt dat vuur hierbij een rol speelde, omdat de (zelf)beheersing die nodig was voor het temmen en beheersen van vuur een zekere civilisatie nodig maakte. Dit thema vormt de rode draad van het boek, want het blijkt dat de mens hiermee een soort doos van Pandora had opengemaakt. Van vuur kwam bijvoorbeeld landbouw, dat pas echt nuttig is als je de producten ervan kunt koken of bakken. Dit leidde weer tot een bevolkingexplosie, tot het ontstaan van steden, inclusief grote stadsbranden. Georganiseerde legers gingen elkaar met vuur bestrijden, zoals de Byzantijnen, die eeuwenlang met een mysterieuze brandende substantie vijandelijke vloten tot zinken brachten. De opkomst van vuurwapens was een nieuwe etappe in het gecontroleerd inzetten van vuur, dat met fossiele brandstoffen uitmondde in een economie aangedreven door bijna onzichtbare vuurbronnen. Goudsblom beschrijft dit proces in een breeduitwaaierend verhaal in de beste filologische traditie. Aan het eind wordt duidelijk dat zijn keuze om onze beheersing van vuur tot thema te maken, ook een uitnodiging tot reflectie is. Vuurbeheersing moet zelf namelijk ook beheerst worden, aldus Goudsblom, en de boodschap is duidelijk: hier ligt een taak voor de historische sociologie.

Fire. The Spark That Ignited Human Evolution van Frances Burton benadert ons gebruik van vuur vanuit de evolutionaire biologie. Burton is primatologe, en geeft een grote hoeveelheid vrij specialistische gegevens over gedrag van apen in het wild en in laboratoriumsituaties. Zij formuleert een stelling die onder paleoantropologen, specialisten in de menselijke evolutie, als vrij extreem zal gelden. Volgens haar was het niet de mens maar een verre aapachtige voorouder, die zo’n 6 miljoen jaar geleden leerde vuur te gebruiken. Met als gevolg dat de aap mens werd, en dit omdat het licht van het vuur een sterke invloed had op zijn bioritme. Door rond het vuur te zitten en te slapen veranderde de duur van de lichtimpulsen die ons dag-nachtritme reguleren, wat een fysiologische verandering in gang zette. Ook schiep de situatie die zo ontstond ruimte voor sociale interactie, wat weer leidde tot de ontwikkeling van taal en cultuur. Er is wel eens opgemerkt dat, door de schaarsheid van data, wetenschappelijke theorieën over het ontstaan van de mens altijd noodzakelijkerwijze speculatief zijn, en daarom een soort oorsprongsmythen blijven. En inderdaad, de (goddelijke) vonk die de mens het licht liet zien, kenden we natuurlijk al. Waar de grens ligt tussen wetenschap en mythe bij Burtons theorie, zal ongetwijfeld ook aan bod komen op het congres.

Richard Wranghams Koken. Over de oorsprong van de mens (Catching Fire. How Cooking Made Us Human), biedt weer een andere verklaring van de oorzaken van onze menswording. Zijn hypothese dat wij al erg vroeg vuur gingen gebruiken om ons voedsel te koken, is nieuw, en Wrangham betoogt dat dit een goede verklaring biedt voor bepaalde snelle veranderingen die zich ongeveer anderhalf miljoen jaar gelden in onze voorouders voltrokken. De rechtoplopende kleine aap Australopithecus, met grote tanden, sterke kaken en waarschijnlijk een groot spijsverteringsstelsel, evolueerde vrij snel tot de veel grotere Homo erectus, met bescheidener gebit, kaken en ingewanden. De gangbare verklaring dat dit kwam door de omschakeling naar een dieet van vooral vlees lijkt Wrangham onwaarschijnlijk, en hij weet dit vrij geloofwaardig te onderbouwen. Behalve naar archeologisch bewijs van oeroud vuur en naar gedrag van primaten, kijkt hij ook naar hoe zowel dieren als mensen voedsel verteren.

De geestige passages gewijd aan de Raw food-beweging zijn de sterkste van dit sowieso vlotgeschreven boek. Wrangham laat weinig heel van de evolutionair geïnspireerde claims van deze dieetadepten, dat de mens ‘ontworpen’ is voor een dieet van rauw voedsel. Rauw voedsel is veel moeilijker verteerbaar, wat energie kost, en leidt tot vermagering. Ook dieren floreren op gekookt voedsel en kiezen ervoor als ze de kans krijgen, en menselijke culturen die niet koken bestaan eigenlijk niet. Al met al lijkt gekookt voedsel een efficiëntere bron van energie, wat een evolutionair voordeel kan hebben opgeleverd. Deze energiewinst kon de vroege mens investeren in groei, vooral van de hersenen, met alle gevolgen van dien. Het is een helder verhaal, dat laat zien hoe onzeker onze kennis over onze oorsprong nog is.

Kortom – de wortels van een ecologische crisis, menselijke evolutie en diëtiek, de vraag wat ons tot mensen maakte – de focus op mensen en vuur biedt stof genoeg voor discussie en is niet zonder maatschappelijke relevantie. Het schijnt dat Wil Roebroeks, paleoantropoloog en winnaar van de Spinoza-prijs, op het slotsymposium, 18 december, tegen zowel Wranghams als Burtons hypothesen in zal gaan: ga vooral luisteren.

Valentijn van Dijk is wetenschapsjournalist. Hij doet onderzoek naar de evolutie van erfelijke ziekten.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum