Recensie: De raadselachtige psychologie van Corbijn

30 november 2015 , door Fabian Takx
| | |

Achterin het even fraai als sober vormgegeven Inwards and Onwards – verschenen bij de expositie in FOAM – lezen we in het dankwoord: ‘I am incredibly grateful to all the people in this book for their willingness to spend time with me in order to create these images. thank you thank you thank you!’
Dat klinkt wel erg onderdanig, al die ‘thank you’s’ zonder kapitalen of interpunctie. Het geeft schijnbaar blijk van de geestesgesteldheid van een verlegen fotograaf die zichzelf ooit ‘een gefrustreerde schilder’ heeft genoemd: Anton Corbijn, want hij is het, ziet de celebrities die hij heeft mogen portretteren als genieën waarbij zijn eigen talenten in het niet vallen. Of hij doet alsof. Door fabian takx.

Beroemd, melancholisch, dramatisch

Anton Corbijn uit Strijen, een zeer landelijk dorpje in de buurt van Dordrecht, heeft het bijzonder ver geschopt. Zoals inleider Francis Hodgson het formuleert: ‘In Holland, Corbijn is a major star on a level with many of the people he has shot.’ Nou ja, gefotografeerd dan. Maar dat doet hem tekort. Misschien is ‘onze eigen’ Anton Corbijn niet zo beroemd als Annie Leibovitz of Richard Avedon, maar hij is wel ‘huisfotograaf’ en videoclipmaker geweest van wereldacts als U2, Joy Division, Depeche Mode en Nirvana.

Zijn semidocumentaire zwart-witstijl heeft veel navolging gekregen en al jaren heeft hij het commerciële werk voor het uitkiezen, al is hij daar zeer selectief in. De laatste jaren krijgt hij ook eerbewijzen als regisseur van Control, over het tragische lot van Ian Curtis van Joy Division, en The American, waarin George Clooney een emotioneel gemankeerde huurmoordenaar speelt tegen de achtergrond van het weergaloos ‘gefotografeerde’ berglandschap van de Abruzzi.

Als fotograaf werkt Corbijn altijd in zwart-wit, en stelt hij technische perfectie in de schaduw van expressie. En ook de sfeer van deze foto’s is onmiskenbaar Corbijn: melancholisch en dramatisch, met een grote ‘suspense’. Maar waar ik mee worstel is: wat wil de fotograaf nu eigenlijk zeggen?

In het verleden was een van zijn handelsmerken het onscherp houden van de geportretteerde en het scherp stellen op de achtergrond, zoals op de beroemde foto’s van U2 in de woestijn van New Mexico. Dat doet hij in deze portrettenreeks weer met schilder Peter Doig, wiens karakteristieke kalende kop zich out of focus aftekent voor een van zijn naakten. Wil Corbijn hiermee zeggen dat het werk belangrijker is dan de man? Maar waarom dan die foto ernaast van diezelfde Doig tamelijk scherp en ten voeten uit, met hetzelfde werk achter hem?

Argwaan en grote reserve

Intrigerend is de iconografie van Corbijn zeker. Maar is het gebakken lucht of raakt Corbijn aan een wezenstrek die ik nog niet kan bevatten? Nelson Mandela heft overbelicht de handen in de lucht, lachend. Als een goddelijke verschijning? Het is overigens vrijwel de enige foto van de zesendertig waarbij de geportretteerde werkelijk contact lijkt te hebben met de fotograaf. Op verreweg de meeste portretfoto’s is er op zijn minst sprake van argwaan of grote reserve. Zoals het portret van Johnny Cash uit 1994, die Corbijn vanuit zijn auto aankijkt alsof die uit St. Quentin is ontsnapt.

De fotograaf zelf heeft gezegd dat hij groot ontzag heeft voor de creatieve worstelingen van de door hem bewonderde kunstenaars, en misschien drukken deze foto’s geen achterdocht, maar een in zichzelf gekeerdheid of zelfs het Grote Creatieve Lijden uit.

Waarom kruipt Iggy Pop naakt op halfhoge laarsjes door een bos? Waarom balt Lucian Freud een vuist? Waarom draagt Kate Moss een masker? Waarom heeft Alexander McQueen – de modeontwerper die in 2010 zelfmoord pleegde – een monddoek voor? En waarom zien we alleen het achterhoofd van schilder Gerhard Richter? De man wil liever nooit op de foto, dat is bekend, maar moet dat zo letterlijk worden verbeeld?

Het resultaat van Corbijns bezoek is esthetisch altijd interessant. Maar of we nu werkelijk iets te weten komen over de psychologie van Mick Jagger, die zich met een pruik op in drag laat vastleggen, Lance Armstrong die met zijn hoofd boven een stil water uitsteekt terwijl twee boompjes uit zijn hoofd groeien, of Tricky die een mooie vlinder op zijn borst heeft laten tatoeëren en bijna devoot de ogen neerslaat... Wel zien we op iedere foto een spannende ontmoeting tussen een verlegen man en een trotse beroemdheid die bereid is geweest hoofdrolspeler te worden in een verhaal.

Noch de geportretteerde, noch de fotograaf geven werkelijk iets van zichzelf bloot, en toch word je geboeid. Zelfs de titel van het boek en de expositie suggereert inhoud, en vergroot uiteindelijk alleen maar het mysterie.

Fabian Takx is freelance journalist en auteur.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum