Recensie: Portret van een grootvader

30 november 2013 , door Jerker Spits
| | | | |

Na de dood van zijn grootvader erfde Stefan Hertmans de cahiers waarin hij zijn herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog had opgeschreven. Meer dan dertig jaar deed Hertmans - onder meer bekend van de roman Naar Merelbeke en de essaybundel De mobilisatie van Arcadia - niets met de schriften. Nu, aan de vooravond van herdenkingen van die 'groote oorlog', verschijnt Oorlog en terpentijn. Het is een prachtige roman, rijk aan gevoel, aan geschiedenis en aan herinneringen. 'Het is het leven dat hij me vroeg te beschrijven door me die cahiers toe te vertrouwen.'

Hertmans is de auteur van een rijk en veelzijdig oeuvre. Hij debuteerde in 1981 - het jaar waarin zijn grootvader stierf - met de roman Ruimte. Daarna verschenen de romans Naar Merelbeke en Harder dan sneeuw. In zijn essaybundels Fuga's en pimpelmezenSteden en De mobilisatie van Arcadia toonde Hertmans zich een fijnzinnige observant, met een grote kennis van de Europese geschiedenis.

Leraar en mentor

Oorlog en terpentijn bestaat uit drie delen. In het eerste en derde deel is de kleinzoon aan het woord. In het tweede deel vertelt de grootvader, de soldaat en schilder Urbain Martien, zelf over zijn herinnering aan de Eerste Wereldoorlog. Al vanaf de eerste bladzijde weet Hertmans je als lezer te raken met dit levendige en gevoelvolle portret van zijn grootvader. In het leven van de kleinzoon speelt de grootvader de rol van leraar en mentor - een overeenkomst met een andere literaire herinnering aan een grootvader, Ein Kind van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard.

De grootvader geeft de kleinzoon schermles en leert hem hoe je de ontelbare blaadjes van een boom weergeeft zonder ze allemaal te tekenen - 'het ware geheim van de kunst, zoals hij zei.' Als schilder moet Martien niets hebben van de moderne schilders die terpentijn gebruiken alsof het water is en niets weten van 'eigenhandig fijngestampt pigment, van fijne lijnolie of het aanblazen van siccatief.' Door Hertmans' beeldende stijl en oog voor detail ontstaat een rijk portret van de tijd waarin zijn grootvader opgroeide:

'Een planeet van dorpen, veldwegen, paardenkoetsen, glaslampen, wasteilen, bidprentjes, oude wandkasten, een tijd waarin vrouwen bejaard waren op hun veertigste, een tijd van almachtige pastoors die naar sigaren en ongewassen ondergoed roken, van weerspannige burgermeisjes in nonnenkloosters, een tijd van grootseminaries, bisschoppelijke en keizerlijke verordeningen […].'

De kleinzoon staat ook stil bij zijn eigen worsteling als schrijver. Hij kan onmogelijk de 'ouderwetse zwier' in de stijl van zijn grootvader navolgen, zonder in gemanierdheid te vervallen. Hij moet de omslachtige stijl van Martien overbrengen naar hedendaagse taal. Maar terwijl hij dat doet, krijgt hij het gevoel hem 'te verraden'. Waarom Hertmans het verhaal van zijn grootvader pas nu vertelt? Hertmans heeft ook lang geaarzeld een boek over zijn grootvader te schrijven:

'[D]e jaren gleden voorbij, en de dagen naderden waarin er, omwille van de onvermijdelijke honderdjarige herdenking van het rampjaar 1914, een stortvloed aan boeken zou gaan verschijnen die aan de schier onoverzichtelijke berg reeds bestaand historisch materiaal nog een dam van boeken zou toevoegen, boeken even talloos als de zandzakken in de IJzervlakte, ijverig gedocumenteerde, historische, verzonnen romans en verhalen, terwijl ik, die over het privilege van zijn memoires beschikte, deze schriften angstvallig gesloten hield, zelfs de eerste bladzijde niet durfde op te slaan, wetend dat dit mijn afrekening zou worden met een stuk van mijn eigen kinderjaren […].'

De loopgraven

Met de grootvader ervaar je de chaos en het zinloze sterven in de zomer en herfst van 1914, aan het front van Tienen en Schiplaken. De indringende stijl waarin Oorlog en Terpentijn het leven in de loopgraaf beschrijft kan wedijveren met bekende romans als In Stahlgewittern van Ernst Jünger en Goodbye to All That van Robert Graves. Hertmans beschrijft de modder, het mosterdgas, 'de minachting van de Franstalige officieren, de openlijke vernedering en benadeling van Vlaamse soldaten.' De soldaten plegen uit wanhoop zelfmoord door zich voor de vijandige linies te werpen. Hun lijken worden teruggehaald, zodat ze als 'gesneuveld op het veld van eer' kunnen worden geboekstaafd.

Af en toe verliest Hertmans zich in het eerste en derde deel een beetje in de details: 'Was het Zuidpark geënt op de geometrische, classicistische aanleg van parken, dan liet men zich voor het Citadelpark inspireren door de romantische filosofie van het natuurlijk ogende landschap…' Net iets te encyclopedisch. Maar dat is een kleine kanttekening. Oorlog en terpentijn is een prachtige roman, rijk aan geschiedenis, aan gevoel, aan herinneringen.

Jerker Spits is germanist.

pro-mbooks1 : athenaeum