Dat er van een succesvol schrijver die al sinds 1960 korte verhalen publiceert nog nooit een verhalenbundel verschenen is, is redelijk bizar. Tot voor kort was dit echter wel het geval met Don DeLillo. Gelukkig is er nu dan toch eindelijk een bundel verschenen. De engel Esmeralda (The Angel Esmeralda: Nine Stories, in het Nederlands vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs) bevat een selectie verhalen geschreven tussen 1979 en 2011, in chronologische volgorde en in drie delen gerangschikt. Door bouke vlierhuis.
Waar die driedeling vandaan komt is moeilijk te zeggen. De overeenkomsten tussen de negen verhalen zijn groter dan de parallellen tussen de delen. Eigenlijk gaat alles wat DeLillo schrijft over hetzelfde: controle. Hoe we ons dagelijks geruststellen met de illusie controle te hebben, en hoe het verlies van deze illusie ons ontreddert. In Vallende man toonde DeLillo dit aan de hand van de aanslagen in New York, in Kosmopolis komt dit verlies tot uiting in het onvermogen de financiële markten te begrijpen, in De engel Esmeralda onder andere in het machteloos getuige zijn van de ontvoering van een kind (en dus maar doorgaan met je hardlooprondjes) en een aardbeving.
In 'De schepping' is het de onmogelijkheid terug te keren naar de eigen wereld. Een echtpaar en een alleenstaande vrouw zitten vast op een eiland, ergens op de Cariben. Ze verspillen keer op keer grote geldbedragen aan de saaie taxirit dwars over het ruige eiland van hotel naar vliegveld, om aldaar te ontdekken dat hun vlucht weer geannuleerd is. De vrouw van het echtpaar heeft een belangrijke afspraak, dus als er dan één vliegtuigstoel beschikbaar blijkt, vertrekt zij en blijft haar man met de alleenstaande vrouw in het inmiddels grotendeels verlaten hotel achter. Het is een omgekeerd scheppingsverhaal: langzaam valt de beschaafde wereld om de hoofdpersonen weg en worden ze, een man en een vrouw, tegen hun wil in het paradijs achtergelaten.
Zo samengevat klinkt het misschien flauw, maar DeLillo is een echte taalschrijver. Hoe het is opgeschreven, daarin ligt de kracht van DeLillo's verhalen. De dialogen - zo realistisch dat ze absurd aandoen - geven een schrijnend gevoel van de onmogelijkheid van menselijke communicatie:
'Waar staan wij op de lijst?' vroeg Jill. 'Deze keer op twee en drie.' 'Hoe laat gaat die vlucht?' 'Om kwart voor zeven. We moeten er om zes uur zijn. Rupert, we moeten er morgenochtend om zes uur zijn.' 'Ik breng jullie.' 'Waar gaan we nu naartoe?' vroeg Jill. 'Hotel.' 'Ja, hotel, weet ik. Maar wat voor hotel?' 'Zag je me daarnet niet springen?' 'Nee, dat heb ik gemist.' 'Ik sprong dus.' 'Geen hotel in Barbados dus?' vroeg ze. 'Lees jij nou maar door,' zei ik.
Ondanks de verschillende karakters is er in de verhalen steeds maar één echte hoofdrolspeler: Amerika. In 'De schepping' speelt Amerika de rol van onbereikbaar ideaal, maar in de meeste verhalen vervult het een actieve rol. Met name New York, de navel maar ook de achilleshiel van de financiële wereld. De plek waar alles mogelijk is en waar je iedereen kan ontmoeten, maar ook, daardoor, een plek waar alles continu ter discussie staat en relaties een netwerk zijn van halfbewuste, inherent problematische keuzes. Niemand kan dat in zijn taal beter laten zien dan Don DeLillo.
Bouke Vlierhuis is schrijver, dichter, columnist en recensent. Zo schrijft Vlierhuis ook voor de website www.hanta.nl, waar deze recensie al eerder gepubliceerd werd.