Recensie: Granta 108: Chicago

In een filmpje op de website van Granta belooft acting editor John Freeman voor het septembernummer, dat als thema 'Chicago' heeft, een rijk geschakeerde verzameling bijdragen die vooral ingaat op de stad als een 'exciting cultural space', waar het typisch Chicagoaanse zich vermengt met wereldculturen. En het 108ste nummer van Granta stelt zeker niet teleur: het is een sprankelende en spannende mix geworden, waarin het unieke perspectief van nieuwkomers wordt afgewisseld met scherpe inzichten van geboren en getogen Chicagoans.

Zo is er een fascinerend verhaal van de dichter Bei Dao over de broers Shan Zuo en Da Huang, die vanuit een klein dorpje in China terecht zijn gekomen in Chicago en daar het middelpunt vormen van een levendige Aziatische kunstenaarsgemeenschap. De uit voormalig Joegoslavië afkomstige Aleksander Hemon schrijft over het bonte gezelschap van immigranten waar hij jarenlang in het weekend voetbal mee speelde: een troost en een verbindende factor in het grotendeels van voetbalcultuur gespeende Chicago. Ook vooral niet over het hoofd te zien is de bijdrage van de Chileense fotograaf Camilo José Vergara, wiens foto's van de housing projects een uniek document hebben opgeleverd van de veranderingen die daar over de afgelopen twintig jaar hebben plaatsgevonden.

Naast deze verrassende invalshoeken is er ook aandacht voor zaken die traditioneel sneller met Chicago geassocieerd worden. Journalist Neil Steinberg vertelt vanuit eigen ervaring over de beruchte vriendjespolitiek en handjeklap-praktijken die naar zijn mening de stad tegelijkertijd groot hebben gemaakt en klein hebben gehouden. Van Elaine Showalter komt een stuk over activiste Jane Addams, Ben Ratliff schrijft over Bo Diddley, en de bijdrage van Wole Soyinska is een origineel en diepgravend stuk over de manieren waarop de multiculturele opvoeding van Barack Obama van invloed zou kunnen zijn op zijn presidentschap. In een hartstochtelijk (en hartbrekend) stuk doet Alex Kotlowitz verslag van de effecten van het straatgeweld dat de arme, zwarte bevolking van Chicago al decennialang teistert:

'Let me state the obvious: Murder of a loved one or friend can sap the life out of an otherwise spirited person. It depletes the soul. How can one try to make sense of the nonsensical? Last year, shortly after two students at the Community Christian Alternative Academy in North Lawndale were killed on the streets within six weeks of each other, the school's principal, Myra Sampson, told me she was at a loss as to what to do. "I can't tell you the number of kids who have stopped me in the hallway and told me, 'I'm going to be next'," she said. (…) One boy had to be hospitalized; he was having auditory hallucinations that one of the deceased students was talking to him. "What's going to be the impact of having a group of young adults who shut off?"'

Al met al komt Chicago naar voren als een stad die zowel het hoofd als het hart flink aan het werk zet. Het strekt Granta tot ere dat dit nummer op onbevooroordeelde wijze aandacht schenkt aan een veelheid van meningen over de stad, soms ingegeven door gekoesterde herinneringen en soms door teleurstellingen en desillusies. De stad en zijn inwoners worden niet met de mantel der liefde bedekt, maar in al hun verscheidenheid eerlijk geportretteerd. De vraag waardoor de samenstellers zich hebben laten leiden lijkt niet te zijn geweest wat Chicago tot een mooie stad maakt, maar wat er voor interessants over te zeggen valt. Het antwoord: heel veel.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Inhoud

James Schuyler: ‘Coming Night’
Aleksander Hemon: ‘If God Existed, He’d be a Midfielder’
Neil Steinberg: ‘Driving with Ed McElroy’
Stuart Dybek: ‘Seiche’
Alek Kotlowitz: ‘Khalid’
Don Delillo: ‘Remembrance’
Nelson Algren: ‘The Lightless Room’
Elaine Showalter: ‘Saint Jane’
Wole Soyinka: ‘Chicago’s Great Expositor’
Tony D’Souza: ‘Mr Harris’
George Saunders: ‘The View from the South Side, 1970’
Bei Dao: ‘Once Upon a Time the Zhou Brothers’
Dinaw Mengestu: ‘Big Money’
Richard Powers: ‘Soaked’
Camilo José Vergara: ‘The Projects’
Maria Venegas: ‘Bulletproof Vest’
Rich Cohen: ‘Winter’
Sandra Cisneros: ‘An Ofrenda for my Mother’
Thom Jones: ‘Easter Island Noodles Almondine’
Anne Winters: ‘Knight with Lady’
Ben Ratliff: ‘Domp-Domp’
Peter Carey: ‘Parrot’