Recensie: Twintig jaar Historisch Nieuwsblad: 'de Nederlander' en andere verhalen

30 november 2015 , door Joop Hopster
| | | | | | | | | | | | | | | |

Het geschiedenistijdschrift Historisch Nieuwsblad viert haar twintigjarig bestaan met het dikste nummer totnogtoe. En dat betekent niet uitpakken met iets radicaal anders, maar juist met meer van hetzelfde – en goddank, want bij Historisch Nieuwsblad is dat een zegen. In dit nummer vertellen twintig bekende Nederlandse historici elk een ‘verrassend verhaal’ over de Nederlandse geschiedenis, zoals over Hollandse hufterigheid in de zeventiende eeuw en het uitblijven van de Friese socialistische revolutie. Door joop hopster.

De auteurs zijn veelal bekende namen uit de Historisch Nieuwsbladstal: Maarten van Rossem, Fik Meijer, Geert Mak, Luc Panhuysen, Anton van Hooff, James Kennedy en Jolande Withuis. Elk van hen koos één verhaal om te vertellen over de Nederlandse geschiedenis – letterlijk van nul to nu. Of ze stuk voor stuk zo verrassend zijn als de redactie betoogt is te bezien, maar samen vormen ze een aardige greep uit tweeduizend jaar vaderlandse geschiedenis.

De verhalen

Zo legt Marco Mostert uit dat ‘de Nederlander’ (die ook prinses Maxima niet kon ontwaren) in de vroege middeleeuwen al helemaal nog niet bestond. Onder anderen Friezen, Franken en Saksen bevolkten ons land, en zelfs die bevolkingsgroepen hadden in verschillende eeuwen steeds weer een heel verschillende samenstelling. Zelfs ‘de Frank’ of ‘de Fries’ bestond dus niet. Geert Mak vertelt waarom een breed gedragen enthousiasme voor het socialisme in Friesland toch nooit tot een revolutie heeft geleid, en Piet de Rooij hoe de katholieke minister Piet Aalberse (mede uit angst voor de socialisten) aan de basis stond van de verzorgingsstaat.

Luc Panhuysen neemt de (ook in de zeventiende eeuw al) befaamde ‘Hollandse hufterigheid’ onder de loep (‘Of stak achter alle kritiek eigenlijk afgunst?’). Doeko Bosscher behandelt de aanleg van de metro in Amsterdam en concludeert dat het stadsbestuur in de jaren zestig ‘werd bevangen door een bekrompen zucht naar kleinschaligheid’. Bestaat de Nederlander toch?

De Tweede Wereldoorlog ontbreekt natuurlijk niet: Johannes Houwink ten Cate brengt de problematiek van de Joodse Raad tot leven en Cees Fasseur vraagt zich af waarom Wilhelmina weinig enthousiast was over het opvangen van joodse vluchtelingen in de jaren dertig. Niek van Sas betwijfelt de spontaniteit van de rellen die uitbraken in Brussel in 1830, na een opvoering van de opera La Muette de Portici, die zou leiden tot de afscheiding van België. En waarvan was Boerhaave ook alweer zo bekend? Luuc Kooijmans schrijft erover als voorschot op zijn nog te verschijnen biografie.

Mooi zijn ook de drie ‘beeldverhalen’, waarin grote afbeeldingen de pagina’s vullen en de tekst slechts als begeleiding fungeert. Hans Blom laat zien dat de Republiek dankzij een langdurige oorlog is ontstaan en dat ons verleden lang niet zo vredelievend is geweest als we vaak geneigd zijn aan te nemen. Willem Melching toont de industrialisatie in de negentiende eeuw in schilderijen en foto’s. ‘De begintijd van de industrie was tegelijkertijd de heroïsche eerste fase van de fotografie,’ stelt hij vast. En Gert Oostindië laat zien wat de Nederlandse bevolking nou eigenlijk helemaal merkte van onze overzeese gebiedsdelen (niet zo heel erg veel).

Bij de tijd

De recensies in Historisch Nieuwsblad zijn keurig actueel (zeker in vergelijking met tijdschriften als de BMGN en de Academische Boekengids, die geregeld 1 of 2 jaar na verschijnen nog recensies plaatsen): in dit nummer bijvoorbeeld besprekingen van Tocquevilles Over de democratie in Amerika, Parlementaire geschiedenis van Nederland, Amsterdam voor vijf duiten per dag , Métronome, Emo’s reis, de Den Doolaard-biografie Dronken van het leven en Eva Braun. Leven met Hitler.

Aardig is ook dat er liefst drie geheel uiteenlopende stukken gaan over het Nationaal Historisch Museum (NHM): een kort artikel over de open brief van 15 prominente historici in de Volkskrant om het NHM in Paleis Soestdijk te vestigen, de stelling voor het lezersforum (‘Het is goed dat de subsidie voor het Nationaal Historisch Museum is stopgezet’) en tot slot een enthousiaste bespreking van de huidige tentoonstelling 100m2NL in de Zuiderkerk.

Zo zou je het zelf bedacht hebben

De opzet is van Historisch Nieuwsblad is eigenlijk heel eenvoudig. Het blad bevat altijd een aantal langere en korte verhalen, wat artikelen over historische kwesties die in het nieuws zijn en daarnaast columns, stellingen en recensies (van boeken, films en tentoonstellingen). Al met al tamelijk voor de hand liggend. Als het niet bestond, zou je het zo bedacht hebben.

Historisch Nieuwblad begon twintig jaar geleden met een paar honderd betalende lezers, had er na tien jaar zo’n vijfentwintighonderd en nu maar liefst 25.000. Geleidelijk aan veranderde het blad van een insiders-blaadje voor vakhistorici in een steeds fraaier tijdschrift voor een breed publiek: alle mensen die enige interesse hebben in geschiedenis. En de laatste jaren wordt het blad mooier en mooier: steeds dikker, fraaier vormgegeven en uitbundiger geïllustreerd. Maar de kern blijft hetzelfde: verhalen over geschiedenis, die waar mogelijk aansluiten bij actualiteiten, maar waarin de geschiedenis centraal staat en de actualiteit niet geforceerd wordt.

Geen verrassingen dus. Of juist wel: elk nummer weer.

Joop Hopster is redacteur van het Historisch Café en werkzaam bij Athenaeum Boekhandel als rubrieksbeheerder Geschiedenis en Politiek.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum