Recensie: Spinoza als vehikel voor ideeën

30 oktober 2012 , door Jacob Zwaan
| | | | | | |

Toen Irvin Yalom (van wie nu Het raadsel Spinoza verschijnt in de vertaling van Miebeth van Horn) psychotherapeut in opleiding was, moest hij voor een groep van ervaren psychoanalytici en zijn medestudenten vertellen hoe de therapie met zijn eerste patiënt was verlopen. De andere therapeuten in opleiding grepen verwoed naar vaktermen en haalden uitgebreid psychoanalytische denkers aan in hun spreekbeurten. Maar Yalom vertelde een simpel verhaal: hoe hadden de patiënt en hij elkaar leren kennen, waarover hadden ze het gehad, en hoe ging het nu met haar. Gewoon wat je aan een bevriende leek zou vertellen. Door jacob zwaan.

N.B. Zie ook onze bespreking van de recente verstripping van Spinoza's leven.

De nazi en het genie

De zaal hing aan zijn lippen en de psychoanalytici waren onder de indruk van zijn humane opstelling en zijn gebrek aan afstandelijkheid in de therapie. Yalom begreep dat hij het juiste beroep had gekozen en ontdekte dat hij een getalenteerd verteller was. Sindsdien schreef hij handboeken met case studies, en vrijere verhalende teksten over psychotherapie. In een van zijn boeken geeft hij toe dat hij de diepe overtuiging heeft dat het schrijven van een roman het mooiste is wat een mens kan doen. Ten slotte waagde hij zich een aantal keer aan die onderneming.

Yaloms nieuwste roman is een tweeluik. In de helft van de hoofdstukken volgen we Alfred Rosenberg, een nazi van het eerste uur. Rosenberg was betrokken bij het oprichten van de nsdap en behoorde tot Hitlers intimi. Yalom schetst hem als een angstige, eenzame man die vreselijk op zoek is naar bevestiging en zich uit arren moede vastklampt aan het Anti-Semitisme. Op school confronteert een Joodse rector hem met het genie van de jood Spinoza. Een leven lang blijft hij gefascineerd door de ‘vraag’ hoe een jood zo briljant kon zijn: het raadsel Spinoza.

In de afwisselende hoofdstukken vertelt Yalom het verhaal van de botsting tussen die Spinoza en de Joodse gemeenschap in het zeventiende-eeuwse Amsterdam. Vanwege zijn radicale denkbeelden en zijn kritiek op de religie wordt Spinoza door de joden in de ban gedaan. Per decreet is hij uit de gemeenschap verstoten en mag hij geen jood meer spreken of zien.

Yalom vertelt deze roerige verhalen vrij vaardig. Vooral de eerste helft van het boek is daardoor spannend en afwisselend. Ook is het aantrekkelijk dat Het Raadsel Spinoza een historische roman is. Vooral over het zeventiende-eeuwse Amsterdam biedt dit boek veel interessante en aantrekkelijke details. In een mooi gesprek tussen Spinoza en de rabbijn Saul Morteira schetst die laatste uitvoerig hoe de Portugese joden in Amsterdam met de Nederlanders samenleven en wat de regels zijn waaraan ze zich moeten houden. Het is een mooi vertoog over de Hollandse tolerantie. Maar je ziet ook hoezeer die tolerantie erop rust dat de joden zich geen onruststokers betonen.

Niet de details maar de ideeën

Maar niet alle historische details interesseren Yalom en dat is lastig, omdat hij wel aan zijn verhaal vastzit. Zo heeft Spinoza, naast zijn leraar Franciscus van den Enden, een groep verlichte vrienden die hem opvangt na zijn verbanning. Maar het boek vertelt niet hoe de eenzame filosoof hen heeft leren kennen. Ook wordt nergens uitgelegd hoe Spinoza het ambacht van lenzenmaker heeft geleerd, als opeens blijkt dat hij daarmee de kost gaat verdienen.

Yalom heeft meer aandacht voor het uiteenzetten van zijn eigen ideeën. Dat zijn vooral psychotherapeutische ideeën: een eerlijk en gelijkwaardig tweegesprek is heilzaam; het heden is belangrijker dan het verleden; en het is nodig dat je verantwoordelijkheid neemt voor wie je bent en hoe je de wereld ziet. Het zijn sterke ideeën waar Yalom elders helder over geschreven heeft en waarmee hij in zijn therapeutische werk ook vast veel goeds heeft gedaan. Maar het propageren van die ideeën is niet altijd goed voor zijn romans.

Dialogen als vehikel

Het grootste deel van Het raadsel Spinoza bestaat uit dialogen. Rosenberg spreekt met een jeugdvriend, Friedrich Pfilser, die inmiddels psychoanalyticus in opleiding is. Spinoza houdt contact met de jonge jood Franco, na zijn verbanning zijn laatste connectie met het jodendom. Deze vriendschappen doen kunstmatig aan en lijken op de relatie die een psychotherapeut en een patiënt aangaan.

Ze zijn vooral het vehikel voor wat Yalom ons graag, ternauwernood verhuld door de dialoogvorm, wil meegeven. Wanneer Spinoza en Franco bespreken hoe je de religie zowel van binnenuit al van buitenaf kunt veranderen, is de milde, moraliserende toon van Yalom te aanwezig. Dat geldt al helemaal wanneer ze het aan het eind van het boek ook nog eens over feminisme gaan hebben, en Franco Spinoza een lesje leert.

Soms is Het raadsel Spinoza helemaal niet overtuigend. Rosenberg zit in een bierhal in Estland en hoort hoe een bakker bij een legercommandant een visum naar Duitsland heeft losgepeuterd. Wat heeft hij namelijk gedaan? Hij kwam bij de legercommandant en stopte stukjes brood en appelstrudel in diens mond. ‘Ja ja ja,’ kermde de legercommandant, en gaf hem prompt het visum. Hier laat Yaloms verbeeldingskracht echt te wensen over. De scène is ongetwijfeld realistisch en grappig bedoeld, maar doet absurd en saai aan.

Vertellerstalent in verslagen

Yaloms vertellerstalent blijkt overduidelijk uit de bundels korte verslagen die hij schreef over psychotherapieën die hij zelf afnam, Love’s Executioner (Scherprechter van de liefde) en Momma and the Meaning of Life. Deze memoires, die lezen als korte verhalen, zijn fascinerend. Yalom is bijzonder eerlijk over zijn eigen gevoelens. En het is prachtig om te zien hoe een betrokken therapeut een lijdend, maar niet hopeloos mens probeert te helpen. Yaloms kwaliteiten lenen zich véél beter voor dit genre dan voor een roman. Door zijn enorme zelfkennis en zijn vertrouwdheid met de therapeutische situatie zijn de verslagen eenvoudig en rechtstreeks. Bovendien schrijft hij ze in prachtig Engels proza.

Een roman schrijven, het beste wat er is, is niet het beste voor Yalom. Zijn andere proza is beter, zijn ideeën verdienen meer dan het keurslijf van de roman.

Jacob Zwaan is classicus.

pro-mbooks1 : athenaeum