Recensie: Een roman als een volmaakt probeersel

25 november 2015 , door Claudia Zeller
| | |

Vijf jaar na zijn goed ontvangen debuut De vernietiging van Prosper Morèl en slechts anderhalf jaar nadat Ouariachi 25, het eerste deel van Querido's literaire erotische trilogie voor zijn rekening nam, krijgt hij voor zijn alweer vierde roman van bijna alle kanten lof toegezwaaid. Terecht, want met Een honger heeft Ouariachi een slim geconstrueerde en boeiende roman geschreven die vooral door zijn meerstemmigheid weet te bekoren.
Door claudia zeller.

N.B. Zie ook onze voorpublicatie uit Vertedering en onze bespreking van Querido's erotische trilogie.

Een honger begint in huiselijke sfeer, met een in westerse landen typische situatie. Er wordt eten weggegooid, en niet zo'n beetje ook: 'Vier porties, minstens. Dat is de gedachte, terwijl ze de pan rijst leegkiepert boven de vuilnisbak. Aan elkaar geklonterde korrels, te klef gekookt.'

Schijnbaar achteloos introduceert Ouariachi hiermee meteen de twee voornaamste pijlers onder het overigens fraai in elkaar gestoken verhaal: liefde en ontwikkelingshulp. Deze twee thema's worden met elkaar verweven door de levensverhalen van Aurélie Lindeboom, redacteur bij een DWDD-achtig televisieprogramma, en Alexander Laszlo, voormalig weldoener turned pedofiel. Uiteraard delen ze een amoureus verleden. Maar de tegenstelling tussen deze jonge, succesvolle vrouw in de bloei van haar leven en de oude, verbitterde man is slechts een schijnbeweging, een afleidingsmanoeuvre en aanleiding voor Ouariachi om alles uit de kast te trekken om te reflecteren op onze omgang met pedofilie, onze kijk op ontwikkelingshulp, en vooral ook de manier waarop verhalen vorm krijgen.

Slim verpakt

Daarbij gaat het niet alleen om oorlog, honger en hulpverlening. Via allerlei omwegen, door heden en verleden, in weelde en ellende, langs zijpaadjes en hoofdlijnen formuleert Ouariachi zijn diagnose van de staat van de wereld. Zo stipt hij bijna elke relevante en urgente politieke kwestie aan. Over het belang van het vrije woord schrijft hij bijvoorbeeld:

'Het vrije woord was het grootste goed, hoorde je vaak, bij ons thuis in het vrije Westen. Want woorden waren nog altijd minder vernietigend dan fysiek geweld. Maar dat was onzin. Het waren de woorden die het geweld aanzwengelden, het waren de woorden die het geweld aan de gang hielden, en het waren de woorden die er achteraf smoesjes en uitvluchten voor bedachten. Het vrije woord was het gevaarlijkste wapen denkbaar: niet voor niets was dát het eerste wat in een dictatuur werd verboden.'

Hoewel Een honger zonder meer geëngageerd genoemd kan worden, is deze typering niet toereikend want naast de inhoudelijke urgentie springt ook de stilistische speelsheid in het oog. En voor een dikke pil van bijna 600 pagina's zit er ook behoorlijk veel vaart in. Het taalgebruik is beeldend en zintuiglijk, de wereld rot en stinkt en maakt ook nog eens flink lawaai.

Bijvoorbeeld in de reportageachtig aandoende, in de stijl van literaire non-fictie geschreven hoofdstukken die in Ethiopië spelen. In deze delen van het boek, waarin het levensverhaal van Laszlo wordt opgetekend door Aurélie, worden de zaken rondom humanitaire hulp allesbehalve geromantiseerd. Eerder lijkt het een op alle fronten bureaucratische hel bevolkt door ambtenaren. De beschrijvingen van die bureaucratische rompslomp doen denken aan de beslommeringen van Asterix en Obelix rondom vrijgeleide A38:

'[…] urenlang wachten in kantoortjes van mannen in nu eens groene en dan weer blauwe communistentuniekjes, formulieren invullen, wachten op een stempel ter goedkeuring, afschriften van de formulieren meenemen naar het volgende loket, waar ook weer gewacht moest worden voor we de formulieren konden indienen, voor we nieuwe stempels kregen, voor we nieuwe afschriften ontvingen waarmee we - enzovoort, je had er een dagtaak aan, al waren er ook dagen dat bepaalde overheidskantoren op onbegrijpelijke tijdstippen sloten, en dan zat er niets anders op dan te wachten tot de volgende dag.'

Vervang de communistentuniekjes door Romeinse tuniekjes en je waant je in het befaamde Maison qui rend fou.

Jamal Molenaar

Een honger zit vol met dit soort verwijzingen en knipoogjes. Ouariachi kent de kneepjes van het vak en past die ook meesterlijk toe. Het boek-in-boek-procédé kan hiertoe worden gerekend, maar ook de stukjes metatekst die blootleggen hoe een verhaal nou eigenlijk tot stand komt. Ook de pastichestukjes, bijvoorbeeld de imitatie van internetfora waar de rancuneuze burger de scepter zwaait, zijn hilarisch, schrikbarend en daarom vrij briljant, een fantastisch commentaar op de onderbuik van Nederland, verpakt als rant om u tegen te zeggen:

'[…] en wij maar dokken sinds wanneer wordt honger beloond ik zou er maar niet te trots op wezen terwijl de hoge heren ondertussen de verzorgingsstaat afbreken en onze eigen oudjes in vuile luiers in hun bedden laten wegrotten dat is pas echt een schande en dan zouden wij van onze belastingcenten hun daar dat is gewoon mijn mening want ik heb het recht om mijn mening vrij te uiten want toevallig hebben wij hier in nederland vrijheid van meningsuiting en jij met je mening moet gewoon je bek houden want jouw mening is ook gewoon maar een mening zo is het toevallig ook nog eens […]'

Enzovoorts. Ouariachi maakt dankbaar gebruik van wat hij aanduidt als zijn 'Literaire Gehaktmolen'. Die molen werkt uitstekend. Allerlei fragmenten uit de westerse canon worden erdoorheen gehaald, er zit zelfs een alineaatje geheimschrift in. Deze trucjes vertragen het leestempo en zijn ook nog eens vermakelijk voor wie van puzzelen houdt. Je kunt deze experimenteerdrift met verschillende stijlen afdoen als literaire uitspatting in de geest van OuLiPo maar terwijl OuLiPo zich richtte op het verkennen van een 'potentiële literatuur', staan de verschillende fragmenten bij Ouariachi in dienst van de polyfonie van het verhaal.

Smakelijk

Een honger is daarom niet alleen een gedurfde stijloefening, maar ook inhoudelijk sterk. Het is een commentaar op de liefde, een reflectie op wat het betekent om een gezin te zijn. De roman hinkt telkens op ten minste twee gedachten maar Ouariachi presenteert deze overdaad aan onderwerpen en stijlen met de grootste vanzelfsprekendheid. In die zin is Een honger net een pan aan elkaar geklonterde korrels rijst, precies goed gekookt. Respect, chef.

Claudia Zeller studeerde Nederlandse Letterkunde en Cultural Analysis aan de Universiteit van Amsterdam. Nu is ze lectrice aan de Sorbonne.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum