Recensie: De ondergang van onze beschaving

30 november 2015 , door Leonhard de Paepe
| | |

De titel van de nieuwe studie van Slavoj Žižek laat er geen twijfel over bestaan; met Living in the End Times geeft de Sloveen een grondige analyse van het feit dat het wereldwijde kapitalistische systeem stilaan haar apocalyptische nulpunt bereikt. Aan de hand van de vijf psychologische stadia van rouw (ontkenning, boosheid, marchanderen, depressie en acceptatie) van de Zwitsers psychologe Elisabeth Kübler-Ross beschrijft hij dit proces. Door leonhard de paepe.

N.B. Living in the End Times, van € 29,35 voor € 23,50, Everything You Always Wanted to Know About Lacan But Were Afraid to Ask Hitchcock, van € 25,65 voor € 19,95, en The Idea of Communism, van € 29,35 voor € 23,50, zijn nu een stuk goedkoper bij Athenaeum.

Het is Žižek wel toevertrouwd om een veelvoud aan problemen terug te brengen tot conceptuele abstracties, die hij vervolgens vat in slogans of beelden die hij terugvindt in de cultuur. Of het nu gaat om een reclamecampagne van Pepsi Cola, een toneelstuk van Brecht, een reality show uit Indonesië of pornografie, overal bespeurt Žižek de paradoxen van het menselijk bewustzijn en het maatschappijtype dat dit schizofrene bewustzijn voorbrengt.

In Geweld schreef de filosoof eerder over de misleiding van de vele massale hulpacties op tv. Die zijn als chocolade met laxeermiddel erin: een gif dat zijn eigen tegengif bevat. Soortgelijke reflexieve acrobatiek is te vinden in Living in the End Times. Zoals de vraag: wat is het geheim van het kapitalisme? Dat is er namelijk niet. Žižek vertelt een anekdote over medicijnfabrikant Hersey die het gewicht van zijn tabletten verminderde en de prijs handhaafde. Daarna werd het gewicht een beetje verhoogd, evenals de prijs. Als dat soort ontwikkelingen voortduren, koop je uiteindelijk verpakte lucht voor een hoge prijs. 'This is the profit: the price of the 'nothing' we pay for when we buy something from a capitalist.'

Ongelooflijk? Neem Nike, dat productie, distributie en design uitbesteedt en niets anders meer is dan een bureau dat een 'merk' beheert. Dat is het geheim van kapitalisme. Filosofisch gesproken: het Griekse logos is verworden tot logo, het louter denkbare dat financieel uitgevent kan worden en juridisch gezien bezit is. Al wat het is, is een woord: een lifestyle waarvoor je betaalt.

Maar dit boek is geen galerij vol spitsvondigheden; het bevat zeer technische analyses van de sleutelconcepten van Karl Marx en Jacques Lacan. En het is een woedend boek. Žižek stelt voor François Mitterrand postuum voor het Haagse tribunaal te brengen voor de Franse hulp aan de Hutu´s in de genocide tegen de Tuti´s en hij stemt in met de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago, die kort voor zijn dood voorstelde om de verantwoordelijken voor de financiële crisis te behandelen als misdadigers tegen de mensheid. Dat lijkt vergezocht, maar, aldus Žižek: vergis je niet. Wat besloten wordt in de vergaderkamers van banken en multinationals kost mensen hun baan en maakt hen overbodig. Het gaat ten koste van natuur en het ontheemt reële personen, die onzichtbaar blijven in alle rapporten vol goede bedoelingen. Dé les van De Crisis is dat de multinationals zich opwierpen als creatieve titanen die de lijnen uitzetten voor 'de gewone luie mensen', maar dat het die gewone belastingbetaler is die decennialang zal kromliggen na de 'bailout' van de banken waarover in een mum van tijd werd beslist. De les: onze overheden zijn er niet voor ons, maar voor het kapitaal. De consequenties van dat gegeven probeert Žižek te begrijpen, zoals de opkomst van rechts populisme en de legalisatie van marteling in culturen die we beschaafd noemen. Vijftien jaar geleden hadden we zoiets niet voor mogelijk gehouden, nu vinden we het normaal.

De crux is dat de vrijheid die het liberalisme zijn bevolking gunt mogelijk is omdat in het kapitalisme exploitatie 'genaturaliseerd' is in het functioneren van de economie. Ze is niet het resultaat van geweld buiten de economie. Er is geen extra (culturele) disciplinering nodig, stelt Žižek, omdat dominantie al een impliciete structuur van het productieproces is. Anders gezegd: alles mag, zolang je je hypotheek maar afbetaalt. Er is volgens Žižek sprake van een vreemde paradox in het huwelijk tussen het liberalisme dat alle (keuze)vrijheid belooft, en het universele kapitalisme dat mensen hun mogelijkheden weer ontneemt. Het liberalisme, dat oppervlakkig gezien zo redelijk en gematigd is, kan, zo zegt de filosoof, niet zelfstandig bestaan. Het heeft een reeds bestaand cultureel systeem nodig. Kortom: beschaving, datgene waarop je terugvalt in de sociale omgang als ‘gewone’ omgang niet helpt en wat je ervan weerhoudt om een ander volledig uit te buiten. Die beschaving, het membraam dat ons scheidt van het beestachtige, is wat er op het spel staat. Wat wij meemaken is de ondergang van de beschaving als zodanig.

Žižek is een pessimist. We denken ten diepste dat ons neoliberale systeem eeuwig is, maar dat is niet zo, stelt hij. Er kan niets in de plaats van beschaving komen; als er geen beschaving is, vallen we terug op onze primaire impulsen en vervallen in een dog-eat-dog-wereld waarin de sterken rücksichtlos misbruik maken van de zwakken. De wereld zal niet vergaan, er zal wel leven blijven, maar het zal niet meer zo georganiseerd worden. Dat denkbeeld is reëel, maar gek genoeg nog niet denkbaar. Living in the end times is geen boek dat oplossingen biedt, want dat is precies wat Žižek duidelijk wil maken: een oplossing is er niet.

Leonhard de Paepe studeerde aan de kunstacademie en is filosoof. Hij schrijft voor NRC Handelsblad en werkt voor het Nexus-instituut.

pro-mbooks1 : athenaeum