Recensie: N+1 is intens ambitieus

30 november 2015 , door Emmi Schumacher
| | | | | |

N+1 iis een ambitieus blad. Het is ambitieus begonnen, in 2004, en in het herfstnummer van dit jaar, dat de ondertitel 'Recessional' draagt, is er niets aan inzet ingeleverd. De ambitie ligt in het samenbrengen van literaire kritiek, sociaal-historische observaties en politieke manifesto's; in het onbevangen gebruik van academische termen en literair jargon; en in het bloedserieus nemen van het nut en de kracht van een degelijke intellectuele discussie. Het resultaat is een ongewoon intens tijdschrift, zegt emmi schumacher.

‘Recessional’ verwijst natuurlijk in de eerste plaats naar de wereldwijde recessie, die vooral in de op politiek gerichte bijdragen veel aandacht krijgt. Er is, onder andere, een stuk over Marxisme na de crisis en een nieuwe aflevering in een langlopende serie interviews met een anonieme hedge fund manager. Maar n+1 zou n+1 niet zijn als de titel van dit nummer niet op meerdere manieren uitgelegd zou kunnen worden. Een ‘recessional’ is ook een hymne die gezongen wordt als afsluiting van een kerkdienst: een afscheid, een einde.

Zo is er bijvoorbeeld het afscheid dat Philip Connors probeert te nemen van zijn broer, die op jonge leeftijd zelfmoord pleegde. Hij doet dat in een aangrijpend stuk dat het midden houdt tussen een intiem dagboek en een sociologisch-historisch onderzoek naar de redenen voor en effecten van zelfdoding. En in een litarair-kritische bijdrage van redacteur Marco Roth vraagt deze zich af of het einde van de traditionele psychologische roman in zicht is, nu steeds meer romans een neurologische in plaats van een psychologische invalshoek gebruiken.

Daarnaast zet n+1 zich hartstochtelijk in voor fictie die het zonder een groot podium moet stellen (op de website staan regelmatig recensies van 'the best unpublishable writing by today's best unpublished writers'), en zo is er in dit nummer een bijdrage van de in thuisland Mexico beroemde maar daarbuiten grotendeels onbekende Juan Villoro. Het is een bitterzoet stuk, waarin een Mexicaanse schrijver met tegenzin hulp verleent aan een oppervlakkige Amerikaanse journalist. 'Mexico is a magical country, but also a confusing one. I need you to help me figure out what's horrifying and what's Buñuelian,' merkt deze niet al te fijnzinnig op, maar het is uiteindelijk vooral de schrijver zelf die niet langer vast kan houden aan oude overtuigingen over zijn land.

In een artikel in de New York Times over n+1 en tijdgenoot The Believer merkte A.O. Scott al op dat de overeenkomsten tussen de twee groot zijn. N+1 is net als The Believer opgericht door een groepje jonge, hoogopgeleide, creatieve mensen, met een enorme dosis maatschappelijke betrokkenheid en een afkeer van de meestal nogal negatieve toon van de heersende literaire en sociale kritiek. Ook signaleert Scott in de oprichters van n+1, The Believer en het oudere McSweeney’s een groot vertrouwen in de kracht van het tijdschrift – opmerkelijk in een tijd van weblogs en online sociale netwerken. De redacteuren van n+1 lijken echter niet alleen te geloven in het effect dat een tijdschrift als het hunne kan hebben op de toon in de media, of op de maatschappelijke stemming. Ze roepen niet alleen op tot actie in de wereld buiten de kaft van hun tijdschrift, ze signaleren niet alleen trends en bieden niet alleen een platform voor controversiële meningen: n+1 is op zichzelf al actie.

'What’s remarkable about the recent “end of the world” is how little has changed. We waited our whole lives – not just the Marxists among us, but all of us – for the kings of Wall Street and Midtown to be deposed. And then they grabbed their bonuses and got out, and what happened? Not much.
…]
The more substantial change has to start with us. It would be facile to recommend bringing the red (or economic) left together with the green (or ecological) left, when the task itself is bound to be such a hard one. But the development of some such synthesis has got to count as one of the main intellectual tasks of the coming years.'

Er is, kortom, genoeg intellectueel werk aan de winkel, werk dat essentieel is voor het lot van de wereld. Het zijn noeste arbeiders bij n+1, en door de consistentie waarmee idealen en ambities worden nageleefd - plus natuurlijk de hoge kwaliteit van de bijdragen - krijg je als lezer het gevoel uitgenodigd en uitgedaagd te worden om te delen in die 'intellectual tasks'. Het is een geruststellende gedachte dat er publicaties zijn als deze, die zo van harte bereid zijn om in alle ernst de schouders eronder te zetten.

Emmi Schumacher studeerde Engels en Amerikanistiek. Ze is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum