Recensie: Herkenning en verrassing

30 november 2015 , door Daan Stoffelsen
| | |

Het Leidseplein zal niet heringericht worden. Nieuws? Voor de inmiddels ex-Amsterdammer die ik ben, wel. Het vertrek van Job Cohen als burgemeester daarentegen… Nee, Ons Amsterdam moet het niet van het nieuws, maar van nieuwe inzichten in het verleden hebben: opgedoken stadsfoto’s uit 1957, getraceerde mulatte voorouders en 45 jaar ‘de barbier van Amsterdam’. Ons Amsterdam biedt een grotendeels historische en kunsthistorische blik op de hoofdstad, met een gretig oog voor trivia en persoonlijkheden. Door daan stoffelsen.

Het aprilnummer opent met een groot stuk over de honderdjarige draad- en kabelfabriek (en later ook van kunststoffen) Draka in Noord. M. van Melle brengt nette, ietwat droge bedrijfsgeschiedenis, met aardige inkijkjes: ‘Met de leus “U slaapt wel op Drakacel” werd de schuimplastic matras gepromoot. “Stofvrij, licht in gewicht.” Maar ook brandbaar: de matrassenfabriek in Noordwijkerhout ging in 1963 een half jaar na de start in walmende vlammen op.’

Het hoofdartikel van het aprilnummer is misschien niet minder droog – de beschrijving van de procedees die Benjamin Brecknell Turner (1815-1894) hanteerde om zijn fotonegatieven op papier te maken is bijna technisch – maar de foto's zijn spectaculair. Ze werden gemaakt in 1857, en zijn met andere heel oude foto's te bekijken in het Stadsarchief (t/m 27 juni). Om niet ver van huis te gaan: de huidige Spuistraat was destijd een 'stinkend slootje', de Nieuwezijds Achterburgwal. Turners foto, met het watertje, een ophaalbrug en nog steeds bestaande pakhuizen, is tegelijk vreemd en herkenbaar, zoals de beste geschiedschrijving.

Wat sappiger zijn de artikelen over een verijdelde chantagepoging van de toenmalige kroonprins Willem (later Willem II) in 1819, op de Nieuwendijk, en een stuk over de vestiging van half-Surinaamse Nederlanders in Nederland in de achttiende en negentiende eeuwen ('Zijn enige en algehele erfgenaam was: “mijne vreijgemaakte Mulatte Jongen, genaamt Cornelis.” De jongen bevond zich op dat moment al in Amsterdam. Hij zou er worden opgeleid voor de handel en in 1829 in zijn woning aan de Oudezijds Achterburgwal overlijden, 69 jaar oud.') . Ook Annemarie de Wildts stuk over de interieurs van peeskamers, naar aanleiding van haar tentoonstelling in het AHM rond The Hoerengracht is ongewoon en interessant: '“Bij sommige bordelen gaan ze er 's ochtends met de brandspuit door,” vertelt Willy van der Sloot, die een paar ramen op het Singel exploiteert. [...] Willy is een van de weinigen die “ouderwets gezellige” kamers verhuurt met losse bedden met rode lakens, veel frutsels en lampjes.'

Met een stuk over Frederik van Eeden in Amsterdam (dat met enige aanpassing ook in Ons Haarlem had gepast), een portret van Figaro Pasquale, herenkapper, de 'barbier van Amsterdam', en enkele vaste rubrieken met nieuws (het Leidseplein dus en Cohen), nieuwe boeken en Amsterdam zoveel jaren geleden, is deze beschrijving volledig. Ons Amsterdam weet te laveren tussen het academische en het gretige, bijna sensationele, tussen tijdsgeest en trivia. Mag deze grote schrijver of zo'n fabriek dan niet typisch Amsterdams zijn (waar werd die matrassenfabriek herbouwd? In Emmen) – de rest van deze onderwerpen zou je in geen ander stadshistorisch tijdschrift tegenkomen. Voor zowel de verrassingen - is dit nu Amsterdam? - als de herkenning moet je in dit tijdschrift zijn: ja, dit is Amsterdam.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum