Het korte verhaal zou onverkoopbaar zijn, het zorgenkind van de uitgever en nu ook buitengesloten van mededinging naar een van de forsere literaire prijzen in Nederland. Hoe anders is het gevoel dat de nieuwe, begeerlijke reeks van Penguin oproept! Om het vijftigjarig bestaan van de Penguin Modern Classics te vieren startte het onvermoeibare Britse uitgevershuis dit voorjaar een blijvende nieuwe serie Mini Moderns, met korte verhalen en novellen van de allerbeste schrijvers wereldwijd. De kleine, zeer verzorgde boekjes – formaat paspoort plus 2 cm, zilveren typografisch omslag met flink schrijversportret op de achterkant – wekken grote hebberigheid op, en bewondering voor de slimmerds bij Penguin die verleiden met kwaliteit: het zijn bepaald geen restjes die geserveerd worden. Door esther wils.
Tony Godwin, ‘an unconventional editor at Penguin’, bedacht in 1961 dat schrijvers als Kafka, Orwell, Joyce en Forster onderhand ook de status van ‘klassiek’ verdienden en begon de Modern Classics. Het is een reeks die, net als de Classics en de zeer verteerbare wetenschappelijke topuitgaven die Penguin uitbrengt, generaties heeft gevormd in hun algemene ontwikkeling en smaak, en die, zoals de uitgever terecht stelt, heeft bijgedragen aan ‘shaping the very concept of great fiction’.
De voorbeeldige manier van uitgeven die de Classics kenmerkt, met mooie omslagen en uitstekende inleidingen op de tekst, is in de Mini Penguins voortgezet op kleine schaal: in het beperkte bestek van zo’n zeventig pagina’s per boekje is ook ruimte gevonden voor de basisgegevens van de schrijver en een zeer beknopte typering van zijn of haar toon en thematiek.
‘They approached; Ferdinand and I greeted each other lustily, trying to crowd into handshake and backslap as much fervor as possible, knowing by experience that actually that was all but pretending it was only a preface; and it always happened like that: after every separation we met to the accompaniment of strings being excitedly tuned, in a bustle of geniality, in the hubbub of sentiments taking their seats; but the ushers would close the doors, and after that no one was admitted.’
Wie niet van korte verhalen houdt, had deze schitterende zin van Vladimir Nabokov kunnen mislopen. Terra incognita, de Mini Penguin, staat er vol mee en laat de lezer na twee uur – ondanks de wrangheid die de verhalen aankleeft, vrolijk achter. Waar vind je zoveel onderkoelde passie, zoveel door intelligentie gestuurde fantasie in zo’n geconcentreerde vorm? Waarlijk ‘a satisfying shot of storytelling’, om nog een rake formulering uit de koker van Penguins copywriters te citeren.
Dat geldt ook voor de bundeltjes van Woolf, McCullers, Calvino en Capote die als test moesten dienen: zijn er omwille van het format van de serie concessies gedaan? Komt de schrijver goed uit de verf en wordt de lezer aangezet tot het lezen van meer uit het lijstje Also published by Penguin Books?
Tim Parks vertaalde twee verhalen van Italo Calvino in The Queen’s Necklace die een soort tweeluik vormen; de onwaarschijnlijke hoofdpersonen Pietro en Tommasso, fabrieksarbeiders, raken verstrikt in een ongelukkige samenloop van omstandigheden waarbij een kostbaar parelsnoer en een onschuldige kip betrokken zijn. Het Engels van Parks is net zo knapperig vers als het Italiaans van Calvino, en met de verhalen zijn sterke karakteristieken van diens werk getroffen: het bedrieglijk simpele en exemplarische van het volkssprookje, gepaard aan subtiele, humoristisch verbeelde maatschappijkritiek en een soort basic mensenkennis.
'The Lady in the Looking-Glass', het titelverhaal van Virginia Woolfs Mini, valt op het eerste gezicht tegen maar neemt dan een verrassende wending waarin Woolf haar eigen zienersneigingen ridiculiseert. Ook in ‘The Mark on the Wall’ wordt de zogenaamde stream of consciousness die haar romans doordrenkt op ongewoon humoristische wijze ingezet, maar in ‘Solid Objects’ toont ze de andere kant van haar gevoelige talent in een ontroerende schets van een man die fataal bezeten raakt van zijn eigen, schijnbaar onaanzienlijke vondsten:
‘The meeting was held without him. But how had the piece of china been broken into this remarkable shape? A careful examination put it beyond doubt that the star shape was accidental, which made it all the more strange, and it seemed unlikely that there should be another such in existence. Set at the opposite end of the mantelpiece from the lump of glass that had been dug from the sand, it looked like a creature from another world – freakish and fantastic as a harlequin. It seemed to be pirouetting through space; winking light like a fitful star. The contrast between the china so vivid and alert, and the glass so mute and contemplative, fascinated him, and wondering and amazed he asked himself how the two came to exist in the same world, let alone to stand upon the same narrow strip of marble in the same room. The question remained unanswered.’
Carson McCullers en Truman Capote zijn vertegenwoordigd met verhalen over de wereld die ze van jongs af aan kennen: het diepe Zuiden van Amerika. McCullers stond me nog scherp voor de geest van het adembenemende The Heart is a Lonely Hunter maar Capote had ik al lang niet gelezen. Te lang, bleek nu: zijn miss Bobbit uit het titelverhaal van Children on Their Birthdays kan zonder blozen naast Pippi Langkous staan, even autonoom en hartveroverend is ze. En Kay, de studente die in het slotverhaal ‘A Tree of Night’ op reis onder de onheilspellende hoede van een morbide stel wordt genomen, en haar weerstand met het voortsnellen van de trein en het dieper worden van de nacht voelt wegsmelten, zal ik nooit vergeten.
De andere vijfenveertig titels van de eerste lichting Mini Moderns kan ik ongezien aanbevelen. Ik ga nu zelf het intrigerende Canon Alberic’s Scrap-Book van de mij onbekende M.R. James proberen, veilig aan de zwart-witte hand van Penguin.
Esther Wils is redactiesecretaris van algemeen cultureel en literair tijdschrift De Gids.