Recensie: Het kastje, het keuzemenu en het onderzoek

28 oktober 2010 , door Arjen van Meijgaard
| |

Voor de liefhebbers van Les Âmes grises, Le rapport de Brodeck of Quelques-uns des cent regrets (Alles waar ik spijt van heb, zijn meest recent vertaalde roman) zal het misschien even wennen zijn. L’Enquête is geen relaas dat zich afspeelt in een realiteit die voor iedereen herkenbaar of makkelijk voorstelbaar is. De sfeer en het decor van Philippe Claudels nieuwste roman deed mij nog het meest denken aan de film Brazil van Terry Gilliam. In een stad als een ondoordringbare stenen jungle waar bovendien iedereen door de overheid in de gaten wordt gehouden, vecht de held tegen een ongrijpbare, onredelijke en onwrikbare bureaucratie. Door arjen van meijgaard.

De hoofdpersoon, een man met slechts zijn functie als naam (L’Enquêteur), moet van zijn meerdere op onderzoek uit naar een plotselinge golf zelfmoorden bij een groot bedrijf in een andere stad. Als in een verhaal van Kafka lukt het hem niet de juiste persoon te spreken en zijn onderzoek uit te voeren.

Na lang dwalen komt hij eindelijk bij de hoofdingang van het bedrijf, maar hij is te laat. Het is na negenen; hij moet de volgende dag terugkomen. Bij het hotel dat hij na lang zoeken vindt, moet hij zijn identiteitspapieren inleveren omdat het al middernacht is. Hij krijgt een immense kamer, maar met een minuscule badkamer waar hij zich met moeite in kan wurmen en waar alleen ijskoud water uit de douche komt.

Claudel parodieert met prachtige vondsten en op een lichtvoetige manier de moderne maatschappij waarin burgers van het kastje naar de muur worden gestuurd, nooit de juiste persoon te spreken krijgen en ridicule regels de orde van de dag bepalen. Zoals wanneer de Enquêteur in een café een grog bestelt:

‘“Un grog”, finit-il par lancer.
Mais le Garçon lui répondit aussiôt:
“Je suis désolé, ce n’est pas possible.”
“Vous ne savez pas faire un grog?” s’étonna l’Enqueteûr.
Le Garçon hausa les épaules.
“Bien sûr que si, mais cette boisson n’est pas répertoriée dans notre listing informatique, et la caisse automatique refuserait de la facturer.”’

Bij het bedrijf is het al niet veel anders. Als hij eindelijk de juiste persoon te pakken lijkt te hebben, Le Responsable, je mag toch aannemen dat die enige verantwoordelijkheid draagt, is het een tragisch figuur dat in tranen uitbarst omdat hij ook maar toevallig doet wat hem is opgedragen. Deze Responsable knijpt er bovendien stiekem tussenuit en laat de goedgelovige en plichtsgetrouwe Enquêteur uren wachten voor niets.

Is het dan allemaal de schuld van de moderne maatschappij, de onbereikbare overheid of enorme multinational met haar doorkiesmenu’s waardoor de bellende burger in een doolhof verstrikt raakt? Of mag je het individu ook aanspreken op zijn verantwoordelijkheid en hem oproepen tot verzet tegen zo’n overweldigende bureaucratie?

Claudel laat terecht de Enquêteur in verzet komen: hij slaat uit woede de inboedel van zijn hotelkamer kort en klein, trekt vrouwenkleren aan omdat zijn koffer verwisseld is en hij niet anders heeft en meldt zich voor de derde keer bij het bedrijf, vastbesloten zijn onderzoek door te zetten.

‘Il avait décidé de reprendre en main la situation quelle qu’elle fut. Il avait un enquête a mener. Il la mènerait. Et ce n’etaient pas quelques individus passablement deranges, un hotel impossible […] un ville hostile et une entreprise, fût-elle l’Entreprise, qui aillent triompher de lui. Saccager sa chambre, c’était affirmer sa liberté. L’Histoire, songea t’il, ne broie que ceux qui veulent bien l’être.’

De stijl direct en vlot leesbaar, zoals we gewend zijn van Claudel. Geen lange filosofische verhandelingen, maar dichtbij het verhaal, dichtbij de hoofdpersoon die worstelt met zijn opdracht, zoals in bovenstaand citaat.

De zoektocht eindigt uiteindelijk op een terrein vol containers waarin mensen blijken te zitten. De zon staat bovenaan de hemel en het is er bloedheet. Daar heeft de Enquêteur een laatste ontmoeting. Is dit de man die hij hebben moet?

L’Enquête las als het indringende verslag van een lange en spannende nachtmerrie van iemand anders en tegelijk besefte ik dat Claudel ons een maatschappij voorspiegelt waarin we soms al met een half been rondlopen. En dat is misschien nog wel beangstigender.

Arjen van Meijgaard schrijft korte verhalen en bespreekt Nederlandse en Franse fictie, voor onder andere NBD/Biblion en derecensie-web.log.

pro-mbooks1 : athenaeum