Recensie: Het eksteroog beloond

30 november 2015 , door Pieter Wybenga
| | | |

Glimmen met inhoud. Althans, dat lijkt de doelstelling van het Amerikaanse Vanity Fair en de Nederlandse evenknie, Hollands Diep. Bij beide glossies gaat het over, zoals Hollands Diep-hoofdredacteur Robbert Ammerlaan het formuleert, ‘het avontuur bij uitstek: cultuur.’ Bij bewust gebrek aan definitie van dat begrip kunnen uiteenlopende zaken, van mode tot politiek de pagina’s bevolken. pieter wybenga onderwierp zijn gekoesterde argwaan tegen tijdschriften die de schappen uitglimmen aan een test. Bestaat dat, glossies met hersens?

Het is overigens alleen het nieuw leven ingeblazen seventies tijdschrift Hollands Diep dat daadwerkelijk diepgang claimt met zoveel woorden (behalve de titel prijkt er een toelichting van de hoofdredacteur op de website waar de strijd met vervlakking wordt aangekondigd). Vanity Fair hoeft geen moeite meer te doen om haar positie in de branche te bepalen. Dit tijdschrift dat sinds begin jaren ’80 weer actief is en meerdere Europese edities kent, heeft veel vooraanstaande journalisten en fotografen voor zich werken die het blad met hun reportages door de jaren heen van een keurmerk hebben voorzien.

Er dient wel gegraven te worden naar die reportages. Zoals bij elk blad zijn de advertenties belangrijker bij Vanity Fair dan de lezers voor de inkomsten, dus die moeten zich eerst 90 pagina’s parfums, schoenen en horloges laten aanleunen, slechts onderbroken door enkele losse items tussendoor. Wat volgt, is inderdaad zo gek nog niet. Na een artikel waarin de aanslagen in India van vorig jaar, door de ogen van lokale politiemensen en hotelmedewerkers wordt herbeleefd, en alvorens het levensverhaal van grootfraudeur Marc Dreier uit eerste hand te horen, belandt de lezer bij mediamagnaat Rupert Murdoch, die de oorlog aan internet en haar gratis nieuws verklaart. Het artikel roept de vraag bij de lezer op - maar gaat er zelf niet op in - hoe het anno nu met de financiële positie van bladen zoals deze gesteld is…

Tijd voor lichtere zaken. Zij die vanwege de cover het blad kopen worden beloond: meer foto’s van Penélope Cruz, geschoten door Mert Alas en Marcus Piggott. Maar de balans slaat nergens door naar te licht. En natuurlijk is er ook weinig tijd om stil te staan. Het ene artikel rolt over in het andere zonder enig verband, bij Vanity Fair én Hollands Diep. In bladen, gevuld door teams auteurs van wisselende samenstelling, met sterk uiteenlopende onderwerpen kan dit ook nauwelijks de bedoeling van de redactie en de verwachting van de lezer zijn. Je leest het juist om die veelzijdigheid. Niet omdat een tijdschrift voor elk wat wils brengt, dus ook voor deze lezer, maar omdat het bij vanalles opinie en achtergrond biedt. Een tijdschrift biedt ruimte tot verdieping en verbreding, iets wat de hedendaagse zaterdagkranten hebben overgenomen, en wat, net als die dikke kranten, uitnodigt tot uren in de luie stoel.

Wat wel wat stoort bij Vanity Fair – er kleeft een zweem van sensatie aan veel artikelen (aanslagen, filmsterren en economische misdadigers)- , lijkt bij Hollands Diep afwezig. Ook komen hier de losse items tussendoor beter uit de verf: ze zijn er minder en fungeren niet als onderbreking van de minder omnipresente reclame, maar om daadwerkelijk iets toe te voegen. Zo schrijft Tommy Wieringa over F. Scott Fitzgerald en Victor Schriferli over zijn eerste geletterde liefde: de poëzie van Hans Lodeizen. Geïnteresseerden in literatuur lijken sowieso goed te zitten bij Hollands Diep. Het voor dit artikel geraadpleegde nummer (november/december 2009) beschikt zelfs over twee nog niet eerder gepubliceerde brieven van Gerard Reve.

Toch ontkomt ook de Hollands Diep redactie niet aan snelle blikvangers. In dit geval siert Marilyn Monroe de cover en wordt een artikel over film en erotiek aangekondigd. Dat de voorkant het blad moet verkopen lijkt de gulden regel bij elke glossy. Het is dan ook wat flauw om al te veel aanstoot te nemen aan deze noodzaak om de eksters onder de bladenkopers te lokken. Het bewuste artikel blijkt overigens een aardige vergelijking te zijn tussen Lars von Triers taboevernietiger Antichrist en Bright Star, een film van Jane Campion over het liefdesleven van John Keats. Met o.a. bijdragen van Kees van Kooten, Milan Kundera, tekst en uitleg over het nieuwe fenomeen Voetballende Vrouwen en onwaarschijnlijke artikelen over de Hongaarse aristocratie van weleer door Jaap Scholten, wordt het ekstersoog rijkelijk beloond.

Pieter Wybenga is historicus en politicoloog. Hij is werkzaam in de culturele sector en bespreekt literatuur voor Recensieweb.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum