Afgaande op twee recente biografieën was Voltaire zo’n tien keer belangrijker voor Catharina de Grote van Rusland dan zij was voor hem. In de index van Pearsons biografie van Voltaire staat Catharina althans slechts vier maal vermeld, terwijl het in de biografie Catharina door Simon Dixon wemelt van de verwijzingen naar Voltaire, al met al bijna veertig. Toch is hun briefwisseling, waarvan recent de vertaling van Hannie Vermeer-Pardoen verscheen, harmonieus te noemen. Het werd in elk geval geen ruzie, zoals met Frederik de Grote wel gebeurde. Voltaires briefwisseling met de Pruisische koning was veel tumultueuzer, zoals hun relatie dat was. De relatie tussen Voltaire en Catharina blijft op afstand, letterlijk: ze ontmoeten elkaar nooit, maar worden wel ‘penvrienden’. Ze draaien elegant om elkaar heen, delen elkaar plaagstootjes uit en kankeren natuurlijk gezellig op hun gezamenlijke vijanden: de Paus, de Turk, de Pool… ach wie eigenlijk niet? Door pieter hoexum.
De briefwisseling, die zo’n vijftien jaar omspant, begint voorzichtig in 1763, kort nadat Catharina de Russische troon heeft bestegen – beter gezegd: nadat ze de macht heeft gegrepen. Als zestienjarig Duitse prinses was ze in 1744 naar Moskou gehaald als bruid voor de kroonprins. De kroonprins bleek een dwaas en behandelde Catharina slecht; ze vluchtte in boeken en buitenechtelijke verhoudingen. Ze las vooral graag de werken van les philosophes en dan met name Voltaire. Als haar man eenmaal tsaar is, krijgt Catharina het voor elkaar naast hem als tsarina erkend te worden. Kort daarna sterft haar man onder verdachte omstandigheden…
Kortom, haar status als alleenheerseres van Rusland was bepaald niet onomstreden. Catharina zoekt in binnen- en buitenland steun en erkenning van haar gezag. Wat dat laatste betreft zet de lijn van de grootvader van haar echtgenoot, Peter de Grote, door: Rusland moet volgens hem een grote rol gaan spelen op het Europese toneel. Dat was precies naar de zin van Voltaire, die in verschillende geschriften al hoog had opgegeven van Peter en zelfs aan een biografie was begonnen.
Catharina is in 1763 vierendertig jaar oud, en Voltaire al negenenzestig; zij staat aan het begin van haar ‘openbare leven’, de laatbloeier Voltaire (zie Steenhuis, Voltaire als vrolijk antwoord op de vergrijzing) staat er middenin. Voltaires roem bereikt in die jaren een hoogtepunt, hij is de ongekroonde koning van de Europese republiek der letteren. Bovendien is Voltaire een spin het intellectuele web. Een briefwisseling met hem is een briefwisseling met Europa.
Natuurlijk gaat het in de brieven vaak over tolerantie. Er is toch ook niets heerlijkers dan vanuit je luie stoel in een Zwitsers kasteel te filosoferen over verdraagzaamheid? Die ongelikte beren moet maar eens een beetje beschaving bij gebracht worden! Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks: soms moet je de verdraagzaamheid er gewoon in rammen. Ach, soms wordt het Voltaire gewoon te veel, al die onverdraagzame barbaren met hun belachelijke bijgeloof! Voltaire zegt: gaan! Trek op naar Istanboel, oh Catharina, en hak die Turken in de pan.
Voltaire als oorlogshitser – het is weer eens wat anders. Niet dat Catharina dat nodig heeft, maar Voltaire hitst haar nog verder op tegen de Turken:
‘Het is niet voldoende om een succesvolle oorlog te voeren tegen die barbaren, en die dan te beëindigen met een vrede die niet veel oplevert; het is niet genoeg om hen te vernederen, ze moeten vernietigd worden.’
De vertaalster noemt het in haar inleiding ‘amusant’ om te zien hoe de als vredelievend bekendstaande Voltaire zich in deze brieven van zijn meest bloeddorstige kant laat zien. En hoe raar het ook klinkt, amusant is en blijft het ook. Zelfs als hij bloeddorstig is, blijft Voltaire elegant. In dezelfde brief waarin hij schreeuwt om de vernietiging van de Turken, wijdt hij er een aandoenlijk versje aan:
'Zijn er vooroordelen, u ruimt die uit de weg, De waarheid jaagt u na, u haat fanatici, U overwint, wat ik u zeg, Beiden, de paus en de moefti.'
Het is niet te ontkennen dat er voor de hedendaagse lezer iets wringt in de verhouding tussen Voltaire en Catharina, en daarmee in hun briefwisseling. Het is een vreemde paradox: ze lijken beiden oprecht genoegen te scheppen in het contact, maar kunnen het geen van beiden laten elkaar zo veel mogelijk te gebruiken. En dan heb ik het nog niet over hun beider oorlogszuchtigheid én enthousiasme voor verdraagzaamheid.
Maar misschien ligt dat aan onze, aan mijn, kortzichtigheid? En zijn Catharina en Voltaire wat dit betreft echt kinderen van hun tijd, is hun briefwisseling als een menuet. In de achttiende eeuw beleefde die hofdans zijn grootste populariteit. Oorspronkelijk was het een Franse dansvorm in driekwartsmaat uit de baroktijd die in zwang kwam onder Lodewijk XIV, zelf een fervent danser. Het is een uiterst elegante dans met dito muziek, waarbij de partners met kleine pasjes om elkaar heen lijken te draaien. Ze dansen half voor hun eigen plezier en half voor de omstanders.
Het bekendste menuet is ongetwijfeld het zogenaamde Boccherini-menuet, uit Boccherini’s strijkkwintet in E. Boccherini stierf in 1805 in armoede, bij gebrek aan beschermheer. Zoiets zou Voltaire zich nooit laten gebeuren.
Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen verscheen in 2003.