Marita Mathijsen over De hang naar historie II

26 januari 2016
|

Verdeeld over twee avonden geeft Marita Mathijsen een hoorcollege getiteld De hang naar historie, over de obsessie met het verleden in de 19de eeuw: 11 en 26 januari.

Verdeeld over twee avonden geeft Marita Mathijsen een hoorcollege getiteld De hang naar historie, over de obsessie met het verleden in de 19de eeuw. 11 januari sprak ze over de Geschiedenis van de geschiedenis en Schrijven over geschiedenis. 26 januari, in de Rode Hoed is de tweede avond, over Geschiedenis monopoliseert de kunsten en Geschiedenis in de openbare ruimte.

In heel Europa verandert rond 1800 de omgang met geschiedenis. Geschiedenis wordt bij wijze van spreken gedemocratiseerd. Ze is niet meer iets van de adel en enkele geleerden, maar ze is van iedereen. Dat betekent dat veel meer mensen kennis maken met geschiedenis. Dat komt omdat ook de kunsten zich de geschiedenis toe-eigenen: de muziek, de schilderkunst, de literatuur, de architectuur. Bovendien dringt ze door in het openbare leven en de openbare ruimte, door de oprichting van musea en monumenten en doordat het een vak op scholen en universiteiten wordt.

Hoorcollege 26 januari
Thema 3: Geschiedenis monopoliseert de kunsten
De literatuur was geen vrijblijvend vermaak. Haar werd een functie toegekend. Zo werd de literatuur gebruikt om het nationalisme aan te kweken. Maar de Romantiek had ook de aandacht voor het mysterieuze van het verleden aangewakkerd. De historische romans waren daar uitingen van.
Ook de schilderkunst wordt vooral historisch. Weer is er een dubbele houding. Enerzijds zijn er de voorstellingen van belangrijke momenten uit vaderlandse geschiedenis, anderzijds is er ook een vaag soort verbeelding van de historie. Beide kanten zijn populair.
Om de schilderkunst te kunnen bewonderen, zijn musea nodig. Voor het eerst komen er in allerlei naties nationale musea die toegankelijk zijn zonder beperkingen. 

Thema 4: Geschiedenis in de openbare ruimte
De openbare ruimte krijgt ook een historische functie toebedeeld. Dat blijkt niet alleen uit de historisende architectuur van de negentiende eeuw, maar ook aan de andere opvatting van de natuur. De natuur wordt een bron van historische herinneringen. Dat heeft zijn invloed op de tuinarchitectuur: de Engelse tuinen ontstaan.
Tegelijk ontstaat het besef dat historisch erfgoed behouden moet blijven. Er worden oudheidkundige kamers opgericht, de vroege verzamelingen krijgen een officiële status, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap komt van de grond.
De herinnering moet ook levend gehouden worden: monumenten moeten opgericht worden om momenten uit de geschiedenis dagelijks te kunnen herdenken. Aan het einde van de negentiende eeuw is er een enorme verandering wat betreft de infrastructuur voor geschiedeniskennis. 

Marita Mathijsen
Marita Mathijsen is emeritus hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is gespecialiseerd op het gebied van de negentiende-eeuwse literatuur en cultuur. Voor haar werkzaamheden ontving zij de Prins Bernhard Fonds Prijs voor de Geesteswetenschappen. Haar boek De geest van de dichter (1990) werd bekroond met de Multatuliprijs. In 2002 verscheen De gemaskerde eeuw, over de mentaliteit van de negentiende eeuw. Haar cultuurhistorische studie Historiezucht verscheen op de lijst van beste historische boeken van 2013. Ze is ook bekend om haar essays en columns, o.a. in NRC Handelsblad.

pro-mbooks1 : athenaeum