Teylers Ontmoet Indonesië

10 maart 2019
| | | | | |

Op zondagmiddag 10 maart vindt er weer een nieuwe boekenmiddag plaats in de gehoorzaal van het Teylers Museum. Alexander Reeuwijk gaat om 14.00 uur in gesprek met Kester Freriks, Merel Hubatka en Robert-Jan Wille.

Toegang bedraagt in de voorverkoop € 8 (incl. koffie/thee in de pauze), op de dag zelf € 10. Kaarten zijn vanaf 21 februari verkrijgbaar in de Athenaeum Boekhandel aan de Gedempte Oude Gracht 70 in Haarlem, en online via de website van Teylers Museum. Op 10 maart is de zaal vanaf 13.30 uur open, het programma duurt tot ongeveer 16.00 uur.

 

Het pamflet Tempo Doeloe, een omhelzing bepleit Kester Freriks een eerherstel voor het Nederlands-Indië zoals het eens was. Er is hier weer aandacht voor de betekenis die het land van herkomst voor vele ontheemden heeft.

Nederlanders met een band met Nederlands-Indië hebben hun wereld in de tropen nooit kunnen vergeten. Het land leeft voort als paradijselijke tropische archipel, maar ook als land waar koloniaal geweld heerste. Toch is voor veel mensen, uit diverse bevolkingsgroepen, de eerste herinnering aan Indonesië die van een mooie tijd, de tijd van vroeger, van tempo doeloe. Velen van hen hebben het gevoel dat de geschiedenis hun het verleden heeft ontnomen.

In de roman Norman vertelt Merel Hubatka over de amper twintigjarige Norman Taborsky die naar Nederlands Nieuw-Guinea reist om er bestuursambtenaar te worden. Het is 1959 en het Nederlands gouvernement is hard aan het werk om de Papoea’s op weg te helpen naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Norman krijgt een buitenpost in Akimoega toegewezen. Daar moet hij de Papoea’s overhalen hun boomhutten te verlaten en zich in de moerassige laaglanden te vestigen – een moeizaam proces.

In Mannen van de microscoop schetst Robert-Jan Wille een beeld van de laboratoriumbiologie in Nederland en Indië tussen 1840 en 1910.

Geënthousiasmeerd door Darwin en de Duitse embryologie trokken Nederlandse ontwikkelingsbiologen aan het eind van de negentiende eeuw vanuit hun nieuwe laboratoria naar buiten. Mannen van de microscoop is de biografie van vier biologen (Pieter Harting, Ambrosius Hubrecht, Paulus Hoek en Melchior Treub) en hun lobby voor nationale en koloniale laboratoriumwetenschap. Zonder hen hadden het Nederlandse én het Indonesische wetenschapslandschap er vandaag de dag heel anders uitgezien.

 

pro-mbooks1 : athenaeum