Leesfragment: Het regeren van precairen

16 oktober 2016 , door Isabell Lorey
| |

Op 19 oktober verschijnt Het regeren van precairen van Isabell Lorey. Lees bij ons alvast een fragment.

Alle met precair verbonden begrippen verwijzen naar situaties die kwetsbaar maken en onzekerheid of gevaar met zich meebrengen. De fundamentele onzekerheid over inkomen en levensonderhoud – een realiteit voor uiteenlopende groepen in de samenleving – is onder invloed van het neoliberalisme een regime geworden, een allesoverheersende manier van hoe we geregeerd worden en onszelf regeren. Isabell Lorey laat zien dat precarisering niet alleen onzekerheid en bedreiging impliceert, deze conditie opent ook nieuwe perspectieven op leven en werken.

 

Een inleiding

Wanneer we precarisering niet begrijpen, begrijpen we de hedendaagse politiek en economie niet. Precarisering is binnen Europa geen randverschijnsel. In de grote westerse industriestaten laat zij zich onder het neoliberalisme niet langer wegzetten in een sociaalgeografische periferie, waar ze slechts betrekking heeft op anderen. Precarisering is geen uitzondering, maar regel. Ze breidt zich uit tot plekken die lange tijd zeker leken. Ze is een instrument van regeren geworden en tegelijk een fundament onder kapitalistische accumulatie dat in dienst staat van sociale regulering en controle.

[...]

Dit leidt tot een regeringsvorm die zeker sinds Thomas Hobbes niet meer voor mogelijk werd gehouden: een regering die zich niet legitimeert door bescherming en veiligheid te beloven. In tegenstelling tot de oude machtsregel waarbij in ruil voor bescherming gehoorzaamheid werd verlangd, kenmerkt het neoliberale regeren zich vooral door sociale onveiligheid, door het regelen van een minimale afscherming bij een tegelijkertijd alsmaar toenemende onzekerheid. In het proces van reorganisatie en afbraak van de verzorgingsstaat en de hiermee verbonden rechten heeft men, met een beroep op het ontbreken van een alternatief, een regeringsvorm weten in te richten die op maximale onzekerheid berust. Precarisering is een regeerinstrument geworden en dit betekent ook dat de mate van precarisering een bepaalde drempel niet mag overschrijden: ze mag de bestaande orde niet werkelijk in gevaar brengen; haar omvang mag net niet tot oproer leiden. De kunst van het besturen bestaat tegenwoordig uit het uitbalanceren van dit grensvlak.
Tegen deze achtergrond is het niet zozeer de vraag hoe het gevaar van precariteit, het verval van de bestaande orde, kan worden voorkomen en beëindigd. Eerder gaat het erom te begrijpen hoe we juist door precarisering geregeerd worden en onszelf regeerbaar maken. Bij het analyseren van deze regeringstechnieken brengt een denkwijze die om diverse redenen het uiteenvallen van de samenleving, wetteloosheid en burgeroorlog voor zich ziet ons niet veel verder. Het gaat veeleer om de vraag waar in dit soort regeringsmechanismes een zwakke plek, een potentie tot verzet kan worden gevonden.

(Zelf)regeren

In de analyse van het precaire die ik hier ontwikkel, staat de notie van 'regeren' centraal. Michel Foucault heeft laten zien dat de westerse bestuurspraktijken teruggevoerd kunnen worden op de christelijk-pastorale macht. Bij dit krachtige voorspel op de moderne 'gouvernementaliteit' draaide het al om de kunst van het besturen van mensen en niet van dingen of van grondgebied. Onder de pastorale machtsvorm zijn specifieke vormen van individualisering, de wording dus van een westers-modern subject, tegelijkertijd voorwaarde en resultaat. Individualisering betekent afzondering en bij een dergelijke isolering gaat het er allereerst om zichzelf vorm te geven via verbeelde verhoudingen tot het zelf, tot het 'eigen' innerlijk en pas in tweede instantie en in mindere mate via relaties tot anderen. Deze innerlijkheid, dit op zichzelf betrokken zijn, is echter geen teken van onafhankelijkheid, maar een essentieel element van de pastorale gehoorzaamheidsrelatie.
De hierop afgestemde bestuurspraktijk heeft dus als kenmerk dat we in ons eigen gedrag door anderen worden gestuurd en wel op zo'n manier dat er een verhouding tot het zelf ontstaat die in het beste geval wordt ervaren als onafhankelijk en autonoom. De kunst van het besturen bestaat in zijn algemeenheid uit 'het sturen van handelwijzen' door invloed uit te oefenen op het gedrag van anderen via hun individualisering. Maar dat hoeft niet zonder meer te betekenen dat deze individuen opgesloten zitten in een circulus vitiosus van zelfsturing en aansturing van buitenaf. Al in de middeleeuwen zijn er tal van voorbeelden van 'tegen-gedrag in de zin van strijd tegen de aangewende procedés om anderen te sturen'.
In de achttiende eeuw onderging de pastorale macht een essentiële verandering: de wetten waaraan de mensen zich moesten onderwerpen, waren niet langer de wetten van de koning of van de kerk, het waren de wetten van de burgers zelf. Deze moderne burgersoevereiniteit (alleen voor mannen) vereiste subjectivering in een spanningsveld tussen zelfbeschikking en onderwerping, tussen zelfvormgeving en gehoorzaamheid, tussen vrijheid en serviliteit. Wanneer de moderne burger de sociaal-politieke verhoudingen en het eigen leven opvat als door eigen (mede)besluitvorming vorm te geven en te beïnvloeden, zal hij zich vrijwillig aan de maatschappelijke verhoudingen onderwerpen - in het geloof dat zijn eigen soevereiniteit, autonomie en vrijheid impliciet deel uitmaken van een collectieve soevereiniteit.
Maar wijzen van zelfregeren dienen niet alleen om zichzelf en anderen regeerbaar te maken. Er ontstaat ook een potentieel om niet op de bestaande manier en zelfs steeds minder geregeerd te worden. In de analyse van het regeren door onzekerheid, van het regeren van precairen, draait het erom te doorgronden hoe actueel deze tweevoudige ambivalentie van gouvernementaliteit onder neoliberale condities is geworden. De ambivalentie van zelfregeren en geregeerd worden door anderen, maar ook de ambivalentie binnen het zelfregeren: een gedienstig regeerbaar-maken en het afwijzen daarvan, het niet langer op zo'n manier geregeerd willen worden. Wanneer in dit boek de vraag wordt gesteld waarom het protest tegen regeren door onzekerheid zo moeizaam en zelden van de grond komt, betekent dat het ter discussie stellen van de duidelijke dominantie van de gedienstige kant van het precaire zelfregeren. Deze gedienstigheid is niet los te zien van de momenteel dominant wordende vorm van arbeid die heel de mens opeist, die vooral op communicatie, kennis en affect berust en die als virtuoze arbeid op nieuwe manieren voor iedereen zichtbaar wordt.

Crisis van het collectieve, kansen voor het gezamenlijke

Vanaf het ontstaan van kapitalistische productieverhoudingen betekende de vrijheid om de eigen arbeidskracht te verkopen, voor velen geen garantie tegen de kwetsbaarheid van het bestaan. Loonarbeid bracht afscherming noch onafhankelijkheid. Pas nadat er in de verzorgingsstaat instellingen voor collectieve sociale zekerheid waren bevochten, kon relatieve onafhankelijkheid worden gerealiseerd, met name voor de man die zijn gezin moest onderhouden. De op de relatie tot anderen gerichte reproductie- en zorgtaken werden bij deze vorm van zekerstelling gefeminiseerd, aan huis gebonden en als arbeid in waarde verminderd. De afscherming van de voornamelijk mannelijke onafhankelijkheid had evenwel als voordeel dat degenen die van loondienst afhankelijk waren, ingezet konden worden voor collectieve strijd.
Met de neoliberale reorganisatie en afbraak van systemen voor collectieve sociale zekerheid en de alsmaar groeiende onzekerheid als gevolg van tijdelijke arbeidscontracten, nemen ook de mogelijkheden af voor collectieve organisatie in fabriek of beroepsgroep. Door tijdelijke contracten ontstaan nieuwe vormen van individualisering die steeds minder en vaak helemaal niet te organiseren zijn door traditionele instellingen voor belangenbehartiging. Maar hoe kunnen in onze tijd nieuwe organisatiepraktijken worden bedacht die deze vormen van individualisering doorbreken? Hoe kan een perspectief op sociale en politieke verhoudingen worden ontwikkeld dat relaties, verbindingen en afhankelijkheid tussen individuen niet afwijst, een perspectief dat denkt in vormen van zelfstandigheid die gebaseerd zijn op verbinding met anderen en deze in praktijk brengt? Dat kan wanneer we precarisering niet louter als bedreiging opvatten, maar het precaire vanuit zijn gehele samenstel benaderen en de huidige machtsbevestigende werking en subjectieve ervaringen van precarisering als uitgangspunt nemen voor politieke strijd.
Om precarisering op deze manier te begrijpen moeten we het begrippenveld van het precaire weer losmaken uit de beperkte betekenis die de Franse sociale wetenschap er sinds het begin van de jaren tachtig aan heeft gegeven. Wanneer precarisering niet langer alleen met gebrek, dwang en angst verbonden wordt, verliest de eis van een simpele 'deprecariseringspolitiek' zijn zin, aangezien die slechts streeft naar herinrichting van de traditionele systemen van sociale zekerheid.

[...]

Voor de verscheidenheid aan precairen bestaat geen vorm van belangenbehartiging of representatie, maar dat moet niet alleen als tekortkoming worden begrepen. Het biedt ook kansen om vanuit precaire leef- en arbeidsomstandigheden nieuwe, passende vormen van politiek handelen uit te vinden. De Mayday-bewegingen probeerden geen collectief subject van precairen te representeren maar juist vormen van niet-representatie in praktijk te brengen. In dat opzicht zijn deze bewegingen de voorlopers van de universiteitsbezettingen in de jaren 2008 en 2009, maar vooral ook van de huidige protestbewegingen met hun nadruk op vormen van democratie voorbij de vertegenwoordigende.

[...]

Alle met precair verbonden begrippen laten zich in de ruimste zin van het woord omschrijven als onveilige, kwetsbare situaties die onzekerheid veroorzaken of gevaar met zich meebrengen. Het pendant van precair is doorgaans een situatie van bescherming, waarin elk onderkend gevaar politiek en sociaal immuun wordt gemaakt. Politieke ideeën over bescherming tegen onveiligheid hebben we in de geschiedenis niet enkel te danken aan het staatsconcept van Hobbes, waarbij de macht wordt overgedragen aan een soeverein die in ruil daarvoor bescherming biedt tegen de zogeheten natuurtoestand waarin eigendom en leven door een gevaarlijke ander worden vernietigd. Ook de sociale welvaartsstaten van de twintigste eeuw beogen bescherming tegen onveiligheid, tegen het precaire. Tegelijkertijd weten noch Hobbes' Leviathan noch de sociale welvaartsstaat het precaire te voorkomen en veroorzaken beide steeds weer nieuwe historische vormen van precariteit, nieuwe onzekerheden waartegen ze dan weer bescherming moeten bieden.
Wie veiligheid wordt beloofd, zal zich in de regel niet vrij kunnen ontplooien zonder zich zorgen te maken over de dreiging die uitgaat van anderen die geprecariseerd zijn; hij of zij is verplicht tot gehoorzaamheid en ondergeschiktheid. Het precaire is op historisch uiteenlopende manieren dus zowel de voorwaarde voor als het resultaat van macht en veiligheid.
Maar als macht in de postfordistische samenleving niet langer via (sociale) veiligheid wordt gelegitimeerd en wij in onze eigen tijd een regeren door onzekerheid beleven, dan zijn precair en immuun, onveiligheid en zekerheid/bescherming steeds minder een absolute tegenstelling en vormen ze steeds vaker een gradueel verschil binnen een gereguleerd grensvlak, de drempel van het (nog net) regeerbare.

[...]

Met mijn onderzoek naar het regeren van precairen wil ik een politiek- en sociaal-theoretisch perspectief ontwikkelen dat gebaseerd is op verbondenheid met anderen en rekening houdt met de onderscheiden dimensies in het precaire. De nadruk op sociale relationaliteit betekent voor het existentieel precair-zijn van elk (levend) wezen niet dat ik ervan uitga dat alle mensen op eenzelfde manier iets gezamenlijk hebben. Erkenning van sociale relationaliteit kan enkel het begin vormen van een studie naar processen van gezamenlijk-worden, van onderzoek naar een - bij alle verschillen tussen precairen - mogelijk gezamenlijk belang, van weigeren gehoorzaam te zijn en met elkaar nieuwe vormen van organisatie en ordening uitvinden, die breken met de huidige wijze van regeren.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum