Leesfragment: Voorbij waren al die dagen gegaan

14 april 2016 , door Sophie Kurpershoek
| |

Vandaag verschijnt Voorbij waren al die dagen gegaan, de debuutroman van Sophie Kurpershoek. Bij ons een uitgebreid fragment.

Een jonge filmmaker wil, Wim Wenders' Paris, Texas in gedachten, naar een plek reizen waar nooit iemand heen gaat en koopt een ticket naar Oklahoma City. Ze wil couchsurfen, maar kan er een maand op een huis passen. Ze wordt opgenomen in de vriendenkring van Kevin, die zijn carrière als chef in een sterrenrestaurant moest stopzetten na een ongeluk. In de broeierige hitte slijten ze dagen en avonden op het trapje voor het huis en praten over hun dromen en idealen.

Voorbij waren al die dagen gegaan leest als een roadmovie: vrienden, het landschap, de sleur, eenzaamheid en verslaving - het levensgevoel van twintigers die tezamen naar de sterrenhemel kijken.

 

Felgroene uitgestrekte landschappen met verlaten trucks en houten, vervallen huizen. Paarden en koeien grazen in het gras. In een voorbijrijdende auto zitten twee jongens, de een heeft zijn schoenen uitgedaan en zijn voeten op het dashboard gelegd. De kentekenplaten van andere auto’s lezen Tennessee, Arkansas, Texas, Louisiana en Oklahoma. Ik zit in de Greyhound op weg naar Memphis, Tennessee. Voor mijn vertrek uit Nederland vroegen mensen wat ik daar in godsnaam ging doen. Zelf weet ik het ook niet zo goed. Deels is het arrogantie: iets doen tegen de stroom in, afwijken van het typische toeristenpad en me niet laten leiden door de Lonely Planet. Op zoek naar inspiratie en nieuwe ervaringen. En deels is het vluchtgedrag: ik heb een zwaar jaar achter de rug op school, en mijn laatste film heeft me emotioneel uitgeput. Ik wil zo ver mogelijk weg van iedereen en alles wat ik ken. Weg van alles wat me tegenhoudt – gewenning, eenzaamheid, een gebroken hart. Stiekem vergelijk ik mezelf graag met mijn favoriete filmmakers Wim Wenders en Werner Herzog, die door hun vervreemding prachtige poëtische films weten te maken. Nuchtere Duitsers die zich hebben laten betoveren door de uitgestrekte landschappen van Amerika. Bij Wenders roept het een poëtisch existentialisme op, een verlangen om te dwalen, om enkel nog te leven in je eigen gedachten. In Paris, Texas wordt een vader die zijn familie heeft verlaten teruggevonden midden in de woestijn. Hij zegt niets meer, en bij terugkeer is alles vreemd en wordt hij overvallen door een gevoel van een onoverbrugbare afstand tussen zichzelf en de rest van de wereld.
Ik moet weg van mezelf en van wat ik ken, mezelf heruitvinden. Grote woorden, grote verlangens. Als ik in een bewegend voertuig zit kan ik onmogelijk wakker blijven, en de hele weg verkeer ik in een half wakende staat, ik sta met één voet in het nu, en met de andere in mijn dromen en herinneringen.

 

Plaatje Kurpershoek

 

Bij het busstation word ik opgehaald door James, de man bij wie ik ga logeren via Couchsurfing, een website waarop mensen hun bank of logeerbed aanbieden aan reizigers. James is kalend, heeft kleine dreadlocks die er meer uitzien als het resultaat van jaren zijn haar niet kammen, dan als een bewuste modekeuze. Zijn behaarde, bleke dunne enkels steken onder zijn driekwartbroek uit en op zijn groene t-shirt staat een wietplant. Als hij zijn auto start springt de radio op een reggae-zender, zijn hond begint in mijn nek te hijgen vanaf de achterbank. Bij hem thuis aangekomen ga ik meteen slapen, moe van de jetlag.
Ik slaap in een kamer zonder deur. ’s Nachts word ik meerdere malen wakker van de hond die me in mijn gezicht likt. En dan van mijn telefoon die een sms-signaal geeft. Het is mijn docent, die vraagt waarom ik mijn eindejaarsfilm niet wil laten vertonen, ‘het is toch een mooi werk?’ Ik stuur haar een berichtje dat het oké is als hij toch wordt vertoond en stop de telefoon weg. Ik wil niet meer herinnerd worden aan die mislukking, waarvan ik juist ben weggegaan.
James slaapt nog, maar door het huis galmt reggaemuziek, zodat het ‘in zijn geest kan doordringen’. Om te douchen moet ik door zijn kamer lopen, waar hij ligt te slapen boven op de dekens met al zijn kleren nog aan. De badkamerdeur gaat niet op slot en de badkuip zit vol met schimmel. Ik zoek tussen de lege flesjes naar shampoo, en kan uit één nog een klein beetje hennepshampoo knijpen.
James is vierenveertig, webdesigner en een overtuigd holist. Internet gebruikt hij als wapen tegen ‘Het Systeem’. Niemand online weet zijn leeftijd of wie hij in werkelijkheid is. Webpagina’s bezoekt hij door eerst door duizenden proxies heen te gaan, zodat ‘zij’ nooit weten welke pagina’s hij bekijkt. ‘Zij’ zijn het Kapitalisme en Het Systeem, waarop hij voortdurend afgeeft. Zinnen spreekt hij uit als een lijfspreuk: ‘Pri-va-cy equals a-no-ni-mi-ty.’ Hij beweert ‘two degrees’ verwijderd te zijn van ‘Julian’ (Assange, de oprichter van Wikileaks). Daarmee bedoelt hij het aantal personen tussen jezelf en iemand anders. Als mijn moeder de koningin van Engeland kent, dan ben ik maar twee graden van de koningin verwijderd. ‘We had some emails,’ zegt hij. Van Obama is hij maar drie graden verwijderd, ietsje verder dus dan van Julian. Ik reken uit hoe ver ik in het systeem van James verwijderd ben van Obama en kom vervolgens uit op hetzelfde getal.

Do you have Facebook in Holland?’ vraagt Chrissy. Chrissy is de scharrel van James. Ze is blond en tien jaar ouder dan ik. Haar iPhone is roze. Ze heeft een seizoenpas voor Graceland, het huis van Elvis, waar hij is overleden. Ze denkt dat Elvis nog leeft, en zo niet, dan leeft in ieder geval zijn spirit. Ze was net zo oud als ik nu toen ze haar eerste kind kreeg. Inmiddels heeft ze er twee. Haar man, zegt ze, heeft vijftigduizend dollar uitgegeven aan zijn echtscheidingsadvocaat. Dankzij dat geld heeft hij de voogdij over haar kinderen gekregen. Zij woont weer thuis, bij haar ouders. De meeste dagen brengt ze joints rokend door op de veranda van James.
Ik ben vandaag vijfentwintig geworden, maar niemand weet het. We zitten in de achtertuin. Het hout van de hekken rondom is verrot, onze campingstoelen vallen uit elkaar. In het gat in de grond voor het vuur liggen zwartgeblakerde bierblikjes. De hond rent door de tuin en plast op afgebroken skateboards.
Chrissy rookt Virginia Slims, ‘vagina cigarettes’, zoals James ze noemt, en kijkt steeds nerveus op haar telefoon. Vandaag hoort ze of ze in aanmerking komt voor voedselbonnen. Als een opgewonden puber ratelt ze maar door; het geheugen van haar telefoon is vol, en ze heeft nu alle berichtjes tussen haar en James gewist, maar weet niet hoe ze de foto’s eraf moet krijgen. De berichtjes van haar ex-man wil ze niet wissen voor het geval er weer een rechtszaak komt. En ja, ze weet waarom ze zich misselijk voelt… ze heeft op haar lege maag een vitaminepil genomen, niet goed toch, en ken je de Urban Outfitters, ze zou daar nooit iets kopen, alleen in de uitverkoop, maar vanochtend heeft ze er ‘panties’ gekocht voor maar ‘one dollar fifty’.
Ze heeft haar nagels zwart gelakt. ‘Look at my nail polish! It looks like a Hitler-mustache!’ En is Engels anders dan Nederlands, wil ze weten. O haha sorry, dom blond vraagje. Ze kijkt me een paar seconden aan met een lege blik. En dan: ‘I’m hungry… did you eat?’ En net zo snel zijn haar gedachten weer ergens anders, totaal vergeten dat ze wat heeft gevraagd.

Fuck Kanye,’ zegt James. ‘I only listen to righteous and conscious music!’ We hebben het over het muziekfestival Bonnaroo, waar Chrissy en James samen heen zijn gegaan en bij het verkeerde podium zijn gaan staan. Voordat ze het wisten zaten ze vast tussen de Kanye West-fans, en moesten het hele concert hun oren pijnigen met zijn muziek.
Vandaag is ‘Day of Novelty’ volgens de kalender die bij James in de keuken hangt. Deze kalender brengt hem in contact met de kosmos. Het is een van de vele alternatieve kalenders, bedacht door aanhangers van new age, een mix van nattevingerwerk en de kalenders van de Maya’s en Inca’s. Want als het oud is, moet het waar zijn. ‘Onze’ kalender, zegt James, is gebaseerd op het kapitalistische systeem en maakt ons lichaam en onze geest ziek, zijn ‘leer’ verkondigend met een indringende en alwetende blik.
Ik luister, knik niet eens ja, blijf voor me uit kijken en doe alsof ik het tot me laat doordringen. James predikt verder vanuit zijn hangmat: ‘Our world is on the edge of disaster. Only five companies exist; Kraft, Axon, and…
Mijn gedachten dwalen af. Als ik een slok van mijn koffie met melk neem begint hij over de groeihormonen die koeien krijgen, dat daardoor pus uit hun tepels komt, dat weer belandt in de melk die ik nu aan het drinken ben. Hij weet ook waarom mijn vader in Syrië werkt: om de Syrische dinar bij de Federale Reserve van Amerika onder te brengen. Syrië en Libië waren volgens hem, voor de invasie van Amerika, ‘secular nations, where all religions could live free!’ Spottend vraagt hij me waarom ik in godsnaam naar ‘zo’n conservatief gat’ als Oklahoma City ga, mijn eindbestemming.
Zijn huid is grauw, hij is ongeschoren en zijn minidreadlocks hangen als drolletjes onder de kale plek op zijn hoofd. Zweetdruppeltjes glinsteren op zijn voorhoofd. Hij doet me denken aan Monie, de goeroe van een ‘eenheidsbewustzijncentrum’, de hoofdpersoon in mijn documentaire van het afgelopen jaar. Monie is een vrouw, maar James heeft net zo’n bleek gelaat als zij, rookt ook shag en heeft een horde volgelingen om zich heen, die heilig geloven dat hij het Antwoord op alle vragen heeft. Alleen als je zijn leer volgt, zal je het Geluk vinden, in een sfeer van sigaretten, bier, joints en mijmerende reggae.
James houdt hof op zijn vergane veranda. Zijn vrienden om hem heen, als trouwe onderdanen. Hij staat buiten Het Systeem, zegt hij. En toen hij mijn Couchsurfing-profiel las, wist hij meteen dat ik een goed mens was: de engelen op zijn schouder vertelden hem dat. Maar natuurlijk zijn dat niet ‘angels made of flesh! You’d think I’m crazy!
Chrissy is een van zijn trouwste discipelen. Ze zitten met hun hoofd dicht tegen elkaar, James als de meester die haar onbestemde leven richting geeft. Hij zegt haar dat ze moet ‘produceren’, niet een slaaf moet zijn van ‘Het Systeem’. Waarom werkt ze niet aan haar kunst? ‘Yeah man, it’s good, you gotta find what you love and go with it. Like… sell it in galleries and stuff. Don’t be a slave!
Chrissy laat zich compleet inpalmen door de hippie speak van James. Ze fronst, denkt diep na, inhaleert stevig. Ze knikt heftig mee met James. ‘Yeah, yeah… I’ll open a gallery, in my parent’s garage. I’ll have my studio there.’ Ze droomt weg. ‘Yeah…

[...]

 

© 2016 Sophie Kurpershoek

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum