Leesfragment: Buster Kafka

13 mei 2017 , door Martin Schouten
|

18 mei presenteren we de nieuwe roman van Martin Schouten, Buster Kafka. Vandaag publiceren we voor.

Enzo Krijgsman is leraar Duits, schrijver en vader. Hij is gefascineerd door Franz Kafka en Buster Keaton, een komiek en een tragische kunstenaar die volgens Enzo vergelijkbaar waren. Zonder het te beseffen treedt Enzo in hun voetsporen wanneer hij een interview geeft over een nieuwe roman.

De media zien hem aan voor een joodse schrijver. Als Enzo dat niet ontkent, krijgen zijn werk en zijn wereld een andere lading. Een explosieve lading.

Deze op ware gebeurtenissen gebaseerde geschiedenis staat midden in de actualiteit van vandaag, met hernieuwd antisemitisme, pesten op school en een wereld vol onontwarbare werkelijkheden. In Buster Kafka speelt Schouten dit spel met identiteiten op virtuoze wijze, een literair meesterwerk in pocketformaat.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Het Palingoproer. Lees het fragment op Athenaeum.nl.

 

Uit het dagboek van Enzo Krijgsman

‘Ze zijn er weer!’
Met die woorden stormt Lone mijn werkkamer in.
‘Iedereen in Amsterdam heeft muizen,’ zeg ik.
‘We moeten echt een kat,’ zegt ze.
Ze wilde altijd al een huisdier. Wie gaat ervoor zorgen? Kinderen doen dat een week en dan? Zijn onze muizen niet ook huisdieren? Je kunt ze niet aaien, ze schieten meteen weer weg, anders dan in de kinderboeken die Lone zo langzamerhand is ontgroeid.
‘Een kat komt er niet in,’ zeg ik.
‘Oude zak,’ zegt ze.
Dochters van twaalf, zou daar al een bestrijdingsmiddel tegen zijn?

*

De titel blijft goed. Het lege theater, dat brengt de verbeelding op gang. Maar wat ik me er ooit van heb voorgesteld, is het niet geworden. Zoals altijd. Ongeschreven was elk van mijn romans prachtig. Vergeleken bij de eerste ingeving en het vroegste gefantaseer zijn ze altijd bleker. Wanneer is een boek af? Als je het zo vaak hebt doorgelezen en verbeterd dat het lijkt of alle leven er uit is? Afblijven, zegt mijn roman, niets meer aan doen. Over twee weken nog eens kijken.

*

De fase van de romantische wereldhaat, ook wel bekend als puberteit, zou die nu bij Lone zijn aangebroken? Zelf was ik er laat mee. Of vroeg, dat kan ook, zo vroeg dat de haat in een soort verdunning kwam. Heel geleidelijk, zonder heftigheid. Toen mijn vader zijn auto tegen een boom reed, mijn moeder naast zich, was ik de peuterpuberteit nog maar net ontgroeid, de fase van de ontdekking van het woordje nee. De wereldhaat op volle oorlogssterkte, de puberteit dus, valt samen met de ontdekking dat de wereld niet op je zit te wachten. Jullie willen mij niet? Nou, dan wil ik jullie niet! Maar als je, zoals ik, vanaf je vijfde opgroeit in pleeggezinnen werkt dat anders. Je bent een buitenstaander, een indringer die zich moet zien te handhaven in vijandelijk gebied, hoe aardig ze ook voor me waren, de families Van Dam, Klein Essink en Rouwenhorst. Je eet genadebrood, verlegen, zwijgzaam, op je hoede, doen wat je gezegd wordt en niets zeggen wat verkeerd zou kunnen vallen. Daarvan groei je innerlijk een beetje krom. Gebogen. ja, dat is het woord, gebogen ga je door het leven. Dat bevalt niet en inwendig groeit het verzet, maar daar mag je niets van laten merken, anders moet je naar het instituut voor moeilijk opvoedbare jongens, waar ik tenslotte toch ben beland. Nog erger, je moeten handhaven tussen de jongens in Zetten. Zo is mijn wereldhaat gegroeid. En ook weer verdampt toen ik, op mijn achttiende, dankzij de erfenis weg kon uit de Achterhoek. Naar Amsterdam, waar anders? Daar besefte ik dat ik een goede vooropleiding had gehad, dankzij de families Van Dam, Klein Essink en Rouwenhorst en ook het internaat in Zetten. Waarom ik Duits wilde studeren weet ik niet, het moest in elk geval een vreemde taal zijn. Duits was niet populair, misschien was mijn keus een daad van verzet.

*

Afblijven, zegt Het lege theater nog steeds. Verzenden dus naar de uitgeverij, met een paar vriendelijke woorden voor mijn redacteur Annelies.

*

Met Lone naar Artis. Misschien wel voor het laatst, zo samen. Nog even en ze is de dierentuin ontgroeid. Er is een tijd geweest dat ze meteen weg holde naar de klimtoren achterin het park. De dieren zeiden haar weinig, ze was een springding. Nu wil ze naar het aquarium. Duister, geheimzinnig, droomachtig, zoals zij zelf aan het worden is. De middelbare school, dat is de duisternis die zij straks in moet. Weet ze waar haar vrienden en vriendinnen naartoe gaan? We maken een lijstje. Mijn school is er ook bij en ik ben vereerd, maar zou het een goed idee zijn om haar bij mij in de klas te hebben? Een goed cijfer voor Duits zou door leerlingen met slechtere cijfers kunnen worden uitgelegd als voortrekken, wat voor haar het schoolleven er niet eenvoudiger op zou maken. Ze zegt dat ze graag nog eens op mijn schouders zou zitten, zoals vroeger. Zo uit ze zich, met een lachje en berusting.

*

Vasthouden, dit dagboek. Het houdt me aan het schrijven, zonder de dwang dat het een publicatie moet worden. Lone vroeg me in Artis hoe ik haar moeder had leren kennen. In een café, zullen we er even heen gaan? Het Gewicht is nog altijd in bedrijf, onveranderd sinds de jaren dat wij er kwamen, links de bar, rechts kleine tafeltjes onder een muur met speciaal voor het café gemaakte kunstwerken en achterin een grote ronde tafel. Daar zaten we toen vaak met een clubje waarbij ik aansluiting had gevonden, journalisten, kunstenaars, acteurs, studenten. Gretig om de wereld te laten merken dat we er zijn. Het zonnetje aan tafel was Monica, die vaak een camera bij zich had. Ze had een hekel aan haar naam, die vond ze sloom. Wij noemden haar Moon, wat ze nog slomer vond. Ik had een beter idee. Ons clubje vereerde Thelonious Monk en dus ook diens rijke beschermvrouw, een rijke dame die hem hielp met geld en onderdak. Barones Kathleen Annie Pannonica de Koenigswarter, in het dagelijks leven Nica. Je hebt je iPhone, zoek haar op, dan vind je haar naam in jazztitels. Pannonica van Thelonious Monk.
Nica’s Tempo van Gigi Gryce.
Thelonica van Tommy Flanagan.
Nica’s dream van Horace Silver.
To Nica van Kenny Dorham.
Nica van Sonny Clark.
Blues for Nica van Kenny Drew.
Nica steps out van Freddie Redd.
Inca van Barry Harris.
Zo iemand wilde je moeder ook wel zijn, een muze voor jonge kunstenaars.

*

Verlossende mail van Annelies: ‘We zijn er erg blij mee.’ Jarig, zo voelt het, alsof ik een groot cadeau heb gekregen. Als Nica me weleens vroeg wat ik voor mijn verjaardag wilde zei ik: Een gelukkige jeugd. Hoe pathetisch, vol zelfmedelijden! Ja, maar de gelukkige jeugden zijn uitverkocht en nergens meer in voorraad, stel je niet aan, doe liever je best om Lone een gelukkige jeugd te bezorgen. Natuurlijk, Nica, natuurlijk, met de dagboeken van Kafka maak je me ook blij. Door die rare jeugd van me heb ik eigenlijk geen identiteit, voel ik me nergens geworteld. Om daar wat aan te doen heb ik toen voor mezelf een gelukkige jeugd verzonnen in De Heesakkers. Aanleiding was een auto van de firma Heesakkers Beton die me aan het fantaseren bracht over een landschap dat zo heette, de Heesakkers, licht glooiende akkers en weilanden, tussen hagen en bomen, als coulissen in een theater, de Achterhoek dus, hier en daar een boerderij, in de verte een kerktoren en ik stelde me voor dat ik daar kind was gewest. De verkoop bleef steken op 123 exemplaren, maar Annelies hield de moed erin: Doorgaan, je hebt potentie.

[...]

 

Copyright © 2017 Martin Schouten en Gibbon Uitgeefagentschap

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum