Leesfragment: Darko’s lessen

17 december 2017 , door Michelle van Dijk
|

In november verscheen Darko's lessen, de debuutroman van Michelle van Dijk. Wij brengen een fragment.

Darko (20) reisde op zijn elfde met zijn ouders vanuit Servië naar Nederland. Hij heeft een relatie met Janna, die bijna vijftien jaar ouder is en als niet zo happy happy single vooral last heeft van 'first world problems', zoals keuzestress en verveling. Sinds ze Darko kent, is haar probleem vooral dat zij een lerares ís en dat hij haar leerling wás. Darko werkt zich intussen te pletter om genoeg te verdienen, een diploma te halen.

De tegenstellingen maken hun liefde niet zozeer onmogelijk of verboden, maar wel kansarm.

In deze rauwe roman wordt Darko volwassen in het heden van de Rotterdamse working class. Grijpen de pijn van een ongelijke liefde en de herinneringen aan het Servische slagveld van de jaren '90 Darko op fatale wijze naar de keel? Of gaan hij en Janna het redden in de smeltkroes Rotterdam?

 

[...]

Mijn moeder heet Marina. Ze trouwde toen ze achttien was met de liefde van haar leven, Artúr. Hij moest de vader van haar kinderen worden. Op de trouwfoto’s lijkt het of de grootste man ter wereld met de kleinste vrouw is getrouwd, alsof ze samen een circusact zijn. ‘Ik hou van grote mannen,’ zegt mijn moeder nog steeds wel eens, alsof ze zich moet verdedigen. ‘Een man moet zijn vrouw kunnen optillen. Een man moet zijn vrouw dichter bij de hemel brengen.’ In de tijden dat wij geen man in huis hadden, kon je haar horen zuchten in de keuken, ‘God, geef me nou een man, geef me nou een man.’ En als je vroeg waarom, dan zei ze: ‘Dan had ik nooit een trapje nodig,’ en in een vlugge beweging klom ze dan op het aanrecht om een pan van de bovenste plank te pakken. Artúr was 1,93 meter, mijn moeder 1,55, of zoals ze in het dorp altijd zeiden: één meter en een bosaardbei groot. Ze waren even oud, ze kwamen uit hetzelfde dorp, ze hadden dezelfde droom: het goede leven. Een simpel leven, een kleine boerderij waar mijn moeder de moestuin deed, waar Artúr elke dag thuiskwam uit zijn werk, de pannenfabriek, met zwarte handen en een licht gebogen rug. Mijn moeder zou zeggen ‘ga je wassen,’ en daarna zou ze hem bier geven en zijn rug weer recht stompen in een hardhandige, maar liefdevolle massage, elke dag opnieuw. Er zou een baby komen, ik bijvoorbeeld. En nog één en nog één. Mijn moeder zou prijzen winnen met de mooiste tomaten en de grootste meloenen. Artúr zou zijn rug stukwerken, maar volhouden voor het gezin. Marina droomt deze droom nog steeds wel eens, denk ik. Maar Artúr sloot zich aan bij het leger nog vóórdat er een baby onderweg was. Veel mannen in hun dorp lieten zich overhalen om soldaat te zijn: het was niet verplicht, maar hoe kon je nee zeggen als iedereen ja zei, voor het vaderland of misschien ook voor het geld? Later zouden zij dan hun droom laten uitkomen, later, na de oorlog, ze waren immers nog jong, ze hadden alle tijd. En Marina bleef de tomaten en meloenen kweken en alleen opeten tot ze er misselijk van werd, misselijk van de tomaten, misselijk van eenzaamheid. Artúr kwam sneller terug dan verwacht. Zijn rug was iets meer gebogen, zijn hoofd hing wat lager, maar hij zou niet meer naar het leger gaan: met alle energie die hij had, zou hij mijn moeder liefhebben. Met alle energie die hij had. Artúr was zwaar, zwaar depressief. Hij was altijd al een man geweest van pieken en dalen, maar Marina had het niet eerder opgemerkt. Hysterische blijheid, zware depressies. Zij was altijd meegegaan in zijn manische liefde, maar kon niet meegaan in die depressies. Hij begon te drinken. Hij duwde haar opzij als hij geen mensen om zich heen wilde. Ze zou hem nooit in de steek laten, ze geloofde in hun crazy love, maar toen hij haar die eerste duw gaf, wist ze dat er geen liefdesbaby mocht komen. Dit was geen vader, zij waren geen gezin, zij waren overlevenden van een gezonken schip met de koppies net boven water. Elk moment kon een van hen verzuipen. Artúr had angstdromen, at niet meer gewoon, dronk steeds meer en op een dag liep hij het land in en het duurde drie dagen voordat ze de boom vonden waaraan hij zichzelf verhangen had.

[...]

 

© 2017 Michelle van Dijk

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum