Leesfragment: Het communisme versus Israël. Interview met Jeffrey Herf

25 april 2017 , door Jasmijn Groot en Tim de Wit
| | |

Skript Historisch Tijdschrift en Athenaeum Boekhandel nodigen u van harte uit voor de uitreiking van de Skriptieprijs en Athenaeum Essayprijs 2016 op dinsdag 25 aprilBegeef u op deze dag naar Athenaeum op ’t Spui en kom erachter wie de historici zijn van wie we de komende jaren nog veel zullen horen. Welke onderwerpen houden hen bezig, en waarom? Vandaag verschijnt ook het nieuwste nummer van Skript. Wij mogen een deel van het interview met Jeffrey Herf, 'Het communisme versus Israël', brengen.

Met zijn onderzoeken naar gevoelige onderwerpen als de Holocaust, nazisme en de staat Israël, is Jeffrey Herf geen historicus die de controverse schuwt. Afgelopen winter was hij in Amsterdam voor een lezing over zijn nieuwste boek Undeclared wars with Israel: East Germany and the West German far left. In dit werk vertelt hij over de pogingen van een aantal politieke bewegingen in de naoorlogse Duitse staten om Israël te ontmantelen. Skript kon de gelegenheid niet voorbij laten gaan en legde de Amerikaanse historicus het vuur aan de schenen. Het resultaat is een gesprek over de onderwerpen die uitgebreid worden behandeld in zijn nieuwe boek en hoe die zich verhouden tot de huidige internationale situatie.

Onze collega’s hebben u al eens eerder geïnterviewd in 2011, maar zou u om onze geheugens op te frissen nog eens willen vertellen over uw academische carrière?

‘Ik heb gestudeerd aan de Universiteit van Wisconsin in Madison en studeerde af in 1969. Ik heb er onder andere college gehad van George Mosse, die onderwijs gaf over het moderne Duitsland. Na mijn studie heb ik me een aantal jaar niet met de academische wereld beziggehouden, maar ik ben uiteindelijk toch naar Brandeis University teruggekeerd om een doctoraat te behalen in sociale geschiedenis en sociologie. In de zomer van 1980 voltooide ik mijn proefschrift, dat Reactionary modernism heet. Het werd in 1984 als boek gepubliceerd en het werd nogal bekend. Inmiddels is dat boek een standaardwerk geworden binnen studies naar de moderne Duitse geschiedenis.
Mijn carrière heeft daarna een aantal onverwachte wendingen genomen. Ik raakte geïnteresseerd in internationale aangelegenheden en Amerikaanse buitenlandse zaken, en ik schreef een boek over de raketcrisis van de jaren tachtig, War by other means. Mijn daaropvolgende boek ging over de herinnering aan de Holocaust in West-Duitsland en Oost-Duitsland, Divided memory: the Nazi past and the two Germanies. Op 49-jarige leeftijd kreeg ik mijn eerste tenure track bij de vakgroep Geschiedenis aan de Universiteit van Ohio. Vier jaar later ging ik naar de Universiteit van Maryland, waar ik sinds 2000 werkzaam ben. Sindsdien heb ik ook mijn derde boek gepubliceerd, The Jewish enemies, en het vierde, Nazi propaganda and the Arab world in 2009. Afgelopen mei heb ik dus mijn nieuwste boek gepubliceerd, Undeclared wars with Israel: East Germany and the West German far left, dat aan beide kanten van de Atlantische Oceaan lovende kritieken heeft ontvangen. Verder heb ik aan de Universiteit van Maryland twaalf promovendi, op wie ik erg trots ben. Het is dus al met al een mooie carrière Het zou best zo kunnen zijn dat er andere historici zijn die net als ik over zowel het naziregime en de Holocaust als de communistische dictaturen hebben geschreven, maar het zijn er maar weinig. Het naziregime en het Oost-Duitse regime zijn niet met elkaar te vergelijken – het naziregime was veel erger – maar dit boek richt zich op de vraag waarom er na de Holocaust een Duitse regering was die de Joden nog steeds kwaad aandeed. Het is een boek dat aanstoot geeft aan mensen die denken dat Oost-Duitsland niet zo erg was, aan mensen die Oost- Duitsland leuk vinden en Israël niet. Maar ik denk dat er hier [in Europa, red.] wel een publiek is voor dit boek en ik hoop dat het wordt vertaald.’

U heeft in eerste instantie geschiedenis gestudeerd en de meeste van uw gepubliceerde werken hebben een historisch karakter. Maar u deed een PhD in sociologie. Zat daar een specifieke reden achter?

‘Dat was een fout. Wel een vruchtbare fout, want ik denk dat Reactionary modernism een belangrijk boek is geworden, omdat het de sociale theorie die ik had gelezen weerspiegelde. Maar de academische markt in de Verenigde Staten was in de jaren zeventig niet geweldig voor historici die een PhD wilden doen in politieke en intellectuele geschiedenis. Ik kwam uit Nieuw Links [nieuwe stroom socialistische bewegingen die opkwamen in de jaren zestig, red.], dus ik was geïnteresseerd in de Frankfurter Schule [een filosofische beweging met een neomarxistische inslag uit de eerste helft van de twintigste eeuw, red.], politieke theorie en sociale theorie: dat was het werk dat ik wilde doen. Maar het bleek dat ik een historicus was die probeerde uit de klauwen van de sociologie te ontsnappen. Het was een soort professionele hindernis en het duurde een tijdje om er overheen te komen, maar uiteindelijk heb ik dat wel gedaan. Waar sommige mensen geïnteresseerd zijn in generaliserende theorieën die een groot aantal fenomenen lijken te verklaren, raakte ik zelf steeds meer gericht op verklaringen voor specifiekere gebeurtenissen.
De algemene strekking van sociale theorieën in de jaren zestig was om proper nouns [eigennamen, red.] te elimineren en te praten over zaken als moderniteit, kapitalisme, democratie, instrumentele rationaliteit, enzovoorts. Dat was erg belangrijk voor mensen van mijn generatie. Het is in Reactionary modernism duidelijk dat ik dat zelf niet aanhing. Als je kijkt naar de eerste paragraaf staat er dat zoiets als moderniteit in het algemeen niet bestaat, maar dat er slechts samenlevingen zijn die modern geworden zijn op bepaalde manieren. Die zin, die vol zit met jeugdig zelfvertrouwen, illustreert de rest van mijn carrière denk ik heel goed. Ik ging me namelijk steeds meer richten op historische specifieke onderwerpen en zag generalisaties, zeker in de Duitse context, als een vorm van apologia: de excessen van zaken als het nazisme of het communisme konden worden toegeschreven aan abstracte processen in plaats van de daders zelf. De afwezigheid van goede naamwoorden en de focus op generalisaties in de naoorlogse periode was een manier om de uniciteit te negeren van specifieke mensen, instituten en gebeurtenissen die te maken hadden met de geschiedenis van nazisme en dictatuur. Ik werd steeds sceptischer over sociale theorieën.’

Uw nieuwe boek, Undeclared wars, is zojuist verschenen als opvolger van Divided Memory. Tussen de twee werken zit een gat van ongeveer twintig jaar. Heeft u dit vervolg altijd gezien als iets dat u uiteindelijk wilde schrijven of bent u recentelijk op het onderwerp teruggekomen?

‘Tussen het uitbrengen van Divided memory en het publiceren van dit nieuwe boek, heb ik The Jewish enemy en Nazi propaganda for the Arab world geschreven. Nadat ik Divided memory had geschreven was ik van plan om een vervolg te schrijven over de effecten van het nazisme, gericht op de geschiedenis van het anticommunisme in West-Duitsland. Ik wilde kijken naar de verschillen en de overeenkomsten tussen enerzijds de naziaanvallen op het joods-bolsjewisme en anderzijds de West-Duitse mobilisatie gericht tegen de Sovjet-Unie. Ik vond dat als ik ging schrijven over anticommunisme, dat ik dan de werken van Hitler en Goebbels moest lezen en erachter moest komen wat zij over het communisme te zeggen hadden. Een van de dingen die me opviel – en dat is erg belangrijk voor jonge historici – is dat je sommige van de belangrijkste documenten, die in de geschiedenis de meest bekende zijn, niet in de archieven zult vinden, maar op de voorpagina’s van kranten. In 2000 en 2001 las ik Hitler en Goebbels nauwgezet en wat ik me realiseerde is dat, ondanks de enorme aandacht die de wetenschap voor de nazi’s heeft gehad, een aantal van deze zeer beroemde documenten niet aandachtig genoeg waren gelezen. Dus in plaats van het schrijven van een geschiedenis over anticommunisme, ging ik een boek schrijven over nazipropaganda, wat The Jewish enemy werd. Bij het schrijven van The Jewish enemy heb ik heel wat geschreven over Amin Al-Husseini, de pro-nazistische grootmoefti [hoogste islamitische wetsgeleerde, red.] van Jeruzalem, waar uiteindelijk Nazi propaganda for the Arab world uit voortkwam.
Ik neem de uitspraak van Theodor Adorno [lid van de Frankfurter Schule, red.] heel serieus: het eerste doel van het onderwijs na Auschwitz is om ervoor te zorgen dat het niet opnieuw gebeurt. Undeclared wars with Israel was een logisch vervolg op mijn vorige twee werken. De periode van de jaren zestig tot het einde van de Koude Oorlog, en eigenlijk tot op heden, is een periode waarin de staat Israël door seculiere linkse groeperingen wordt gedelegitimeerd. Het boek gaat over wat ik de antizionistische linkse brug tussen het Arabische nazisme en de opkomst van het islamisme noem. Antizionisme is dubbelzinnig, maar het nazisme en het islamisme zijn dat niet: het zijn antisemitische bewegingen. Radicaal-linkse bewegingen ontkenden altijd dat ze antisemitisch zijn en verenigden zich rond de term ‘antizionistisch’, die zich alleen op Israël richt. Dus het boek volgt logischerwijs op wat ik eerder deed.’

Zoals u net zei is er een verschil tussen hoe radicaal linkse mensen Israël waarnemen en hoe de nazi’s en de islamisten het beschouwen. Zou u zeggen dat er een element van antisemitisme, in combinatie met antizionisme, aanwezig is in de manier waarop bijvoorbeeld Oost-Duitsland Israël heeft waargenomen?

‘Een punt dat ik wil maken met het nieuwe boek is om een deel van onze discussie te verschuiven. Er is veel discussie over of bepaald beleid wordt ingegeven door antisemitisme, anti-imperialisme of iets anders. Ik kaart die kwesties aan in het boek, maar ik wil de aandacht vestigen op iets anders. Als het Oostblok en Oost-Duitsland succesvol waren geweest in wat zij probeerden te doen in de jaren zestig en zeventig dan zouden zij de staat Israël hebben vernietigd. Mensen die kibbelen over de vraag of deze politiek ingegeven werd door antisemitisme of antizionisme lijken die kwesties te passeren. Voor de burgers van Israël was het echt niet van belang of iemand werd gemotiveerd door antisemitisme of antiimperialisme als hun voortbestaan op het spel stond.
Een consistent probleem dat ontstond in de jaren zestig, zeventig en tachtig was dat Oost-Duitsland en het Sovjetblok werkelijk nooit geloofden wat de Israëlische regering verkondigde. Zij beweerden altijd dat de Israëlische regering loog. Als er een terroristische aanslag had plaatsgevonden, als er een oorlog woedde, of wat de Israëli’s dan ook zeiden; het was niet gebeurd of het had plaatsgevonden op de manier waarop de Arabische Staten en de Palestine Liberation Organization (PLO) het deden voorkomen. Bij de Verenigde Naties werden de voorstellen van Israël consequent weggestemd in de Algemene Vergadering. Slechts zes tot tien landen hebben consequent aan de kant van Israël gestemd, waaronder Nederland, de Verenigde Staten, Canada en West-Duitsland. Alle andere negentig landen stemden het tegenovergestelde. Was deze weigering om voorstellen van Israël te accepteren antisemitisch? Ik weet het niet. Het idee dat Israël het product is van het wereldwijde imperialisme of dat het een voorbeeld is van kolonialisme, was wijdverbreid in die jaren – en dit is tot op de dag van vandaag blijven bestaan. Ik denk dat dit een onjuiste lezing is van de geschiedenis.
In Undeclared wars maak ik geen gebruik van het woord “oorlog” in de polemische zin van het woord, noch is het een metafoor, noch een overdrijving. Het Sovjetblok, met inbegrip van Oost-Duitsland en West- Duitse linkse terroristische organisaties, waren niet alleen betrokken bij vijandige propaganda of politieke aanklachten. Ze waren ook actief bezig met het sturen van wapens, militaire training, hospitalisatie en financiering van de Arabische staten, wiens doel het was om Israël en de PLO te vernietigen. Het is belangrijk om te onthouden dat de PLO vanaf het schrijven van haar charter in 1968 tot de ondertekening van de Osloakkoorden [1993 en 1995, red.] altijd duidelijk heeft gemaakt dat het haar doel was om de staat Israël te vernietigen door middel van wapengeweld.’

[...]

 

pro-mbooks1 : athenaeum