Vorige week verschenen de nieuwe bundels van twee Zuid-Afrikaanse dichteressen, Mammie van Ronelda S. Kamfer en Waar ik jou word van Antjie Krog - die bovendien naar de Nacht van de Poëzie komt. Lees bij ons een gedicht elk uit beide bundels.
Vol tegenstrijdige gevoelens dicht Ronelda S. Kamfer over haar onlangs overleden moeder. In heldere, krachtige taal snijdt ze haar rauwe jeugd aan, die de toon zette voor de rest van haar leven. Maar bovenal ontgint ze datgene wat zo vaak ongezegd blijft tussen ouders en kinderen. Dat resulteert in pijnlijk openhartige versregels vol liefde, woede, hoop en teleurstelling.Ronelda S. Kamfer (Kaapstad, 1981) won diverse prijzen en behoort tot de belangrijkste nieuwe stemmen uit Zuid-Afrika.Eerder verschenen van haar Nu de slapende honden en Santenkraam.
Lage levens er was een vrouw in mijn leven die zo vaak was verraden dat haar hart een cirkel was ze wreef haar vernederingen samen met haar badolie in haar huid ze was mijn moeder en ze leerde mij om niet van mezelf te houden
© 2016 Ronelda S. Kamfer © 2017 Nederlandse vertaling Alfred Schaffer/Uitgeverij Podium
In Waar ik jou word. 25 gedichten van Antjie Krog die iedereen gelezen moet hebben, een toegankelijke, tweetalige bundel zijn onvergetelijke gedichten uit het rijke oeuvre van Antjie Krog bijeengebracht. Een toegift voor haar vele fans, een ideale introductie voor wie nog niet met deze wondermooie poëzie in aanraking kwam.
N.B. Eerder publiceerden wij voor uit Krogs bundel Medeweten en haar essayboek Niets liever dan zwart.
Kyk, ek bou vir my ’n land waar ’n vel niks tel nie, net jou verstand. Waar geen bokgesig in ’n parlement kan spook om dinge permanent verkramp te hou nie. Waar ek jou kan lief hê langs jou in die gras kan lê sonder om in ’n kerk ‘ja’ te sê. Waar ons snags met kitare sing. en vir mekaar wit jasmyne bring. Waar ek jou nie gif hoef te voer as ’n vreemde duif in my hare koer. Waar geen skeihof my kinders se oë sal verdof. Waar swart en wit hand aan hand vrede en liefde kan bring in my mooi land. Kijk, ik bouw voor mij een land waar huidkleur niet telt, alleen verstand. Waar geen geitenkop in een parlement kan spoken om dingen permanent verkrampt te houden. Waar ik je kan liefhebben me naast je in het gras kan leggen zonder in een kerk ‘ja’ te hoeven zeggen. Waar we ’s nachts zingen bij de gitaar en witte jasmijn meebrengen voor elkaar. Waar ik jou geen gif hoef te voeren als een vreemde duif in mijn haren komt koeren. Waar geen rechter in een echtscheidingszaak de ogen van mijn kinderen dof maakt. Waar zwart en wit hand in hand vrede en liefde brengen in mijn mooie land.
Kyk, ek bou vir my ’n land waar ’n vel niks tel nie, net jou verstand. Waar geen bokgesig in ’n parlement kan spook om dinge permanent verkramp te hou nie. Waar ek jou kan lief hê langs jou in die gras kan lê sonder om in ’n kerk ‘ja’ te sê. Waar ons snags met kitare sing. en vir mekaar wit jasmyne bring. Waar ek jou nie gif hoef te voer as ’n vreemde duif in my hare koer. Waar geen skeihof my kinders se oë sal verdof. Waar swart en wit hand aan hand vrede en liefde kan bring in my mooi land.
Kijk, ik bouw voor mij een land waar huidkleur niet telt, alleen verstand. Waar geen geitenkop in een parlement kan spoken om dingen permanent verkrampt te houden. Waar ik je kan liefhebben me naast je in het gras kan leggen zonder in een kerk ‘ja’ te hoeven zeggen. Waar we ’s nachts zingen bij de gitaar en witte jasmijn meebrengen voor elkaar. Waar ik jou geen gif hoef te voeren als een vreemde duif in mijn haren komt koeren. Waar geen rechter in een echtscheidingszaak de ogen van mijn kinderen dof maakt. Waar zwart en wit hand in hand vrede en liefde brengen in mijn mooie land.
© 2017 Antjie Krog © 2017 Nederlandse vertaling Robert Dorsman, Jan van der Haar